Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

319 resultaten - Pagina 14 van 22

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22
[1] Hierop stonden de waard en alle aanwezige buren op en gingen doen wat Ik hun had aangeraden. Aangezien zijzelf en al hun verwanten het werk onmiddellijk aanpakten, duurde het ook niet lang voor alle, lege vaten en zakken met schoon water waren gevuld. Toen het zover was, proefden ze het water direct en verbaasden zich enorm toen ze de beste wijn in hun mond kregen; en allen prezen Gods macht in Mij .
Hoofdstuk 126: De vismaaltijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Maar enkelen van Mij? leerlingen, met name de bij Mij aanwezige leerlingen van Johannes, zelden: 'Heer, als het altijd zo zal gaan zoals het sinds de tijd van Noach tot nu toe is gegaan, dan is de aarde toch eerder een kweekschool voor de hel dan voor de hemel! Want wat zal het baten de volkeren het evangelie te verkondigen om hen tot echte boete of tot ommekeer van hun oude duisternis naar Uw levenslicht te bekeren, als satan direct daarna zijn oude spel weer zal voortzetten, waaraan we niet hoeven te twijfelen?
Hoofdstuk 152: Wat voor invloed het verbreiden van het evangelie heeft Over de wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen Ik Johannes dit duidelijke antwoord had gegeven, was hij daar volkomen tevreden mee; maar de eveneens aanwezige evangelist en schrijver Mattheus zei: 'Heer, ik heb toch ook met alle vlijt een groot aantal notities over Uw leringen en daden verzameld, en U zegt niet dat die ook zullen blijven!'
Hoofdstuk 157: De Heer geeft Johannes en Mattheus aanwijzingen voor hun aantekeningen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Mijn raad werd direct opgevolgd. We namen allemaal weer brood en wijn tot ons, en de aanwezige Farizeeën zeiden: 'Nu geloven we pas helemaal dat U de Heer en de waarachtige Christus bent! Want dergelijke geheimen in de grote natuur kunnen alleen aan U en verder aan geen mens op de hele aarde bekend zijn.'
Hoofdstuk 186: Dat de Heer de heidenen schijnbaar begunstigt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] De vrouw kwam woorden tekort om de waard te vertellen hoe het haar bij die gebeurtenis te moede was geworden; maar na verloop van tijd had ze bedacht dat niemand anders dat bewerkstelligd kon hebben dan de aanwezige wonderbaarlijke gast, die ook zij nu evenals al haar huispersoneel als een ware God zou beschouwen en vereren, en wel temeer omdat ook de drie Apollopriesters zich aan deze God hadden onderworpen. Daarna begon ze direct de vissen te bereiden en het lam te braden.
Hoofdstuk 205: De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Deze woorden van Mij evenals de eerdere woorden van Johannes bevielen enkele anderen van de hier aanwezige leerlingen weliswaar niet, maar toch durfde niemand daar iets tegenin te brengen.
Hoofdstuk 221: Over het bekeren door wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Ik had dit nog maar nauwelijks gezegd, of daar daalden ongeveer driehonderd veertig kraanvogels op de aarde neer, stelden zich in zekere zin in twee rijen om ons heen op en keken naar Mij. Spoedig daarna wenkte Ik deze dieren met Mijn hand naar de vijver; ze vlogen op en bevonden zich in een ommezien bij de vijver, en door hun gefluister toonden ze dat ze heel blij waren met het in de vijver aanwezige voedsel en ook met het schone water, waarmee ze hun inwendige waterzakken vulden.
Hoofdstuk 226: Een ochtendgroet van de kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De Hanochieten hadden een soort explosieve korrels uitgevonden, maakten diepe gaten in de bergen, vulden die met die explosieve korrels en staken die aan door middel van doorlopende lonten. De explosieve korrels ontploften en scheurden de bergen uiteen. De Hanochieten wisten echter niet dat zich onder de bergen vaak buitengewoon grote en diepe waterbekkens bevinden. De verwoeste bergen, die geen steun meer hadden, stortten toen weldra in deze grote en diepe bekkens en stuwden daardoor grote watermassa 's naar het oppervlak van de aarde. Anderzijds raakten bij deze vuuractiviteit ook de in de bergen aanwezige lagen zwavel, kolen en pek in brand en veroorzaakten toen ook in de vlakte enorme uitbarstingen van vuur, waardoor de aarde met alles wat erop stond wegzonk en er op die plaats een zee ontstond.
Hoofdstuk 236: Het ontstaan van de Kaspische Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Ik zei: 'O geenszins, en wees ervan overtuigd dat jullie geheel volgens de goede orde bediend zullen worden! Alleen valt het Mij wel erg op, dat jullie er alleen op uit zijn getrokken om zijn wonderen te onderzoeken en niet zijn woord. Ik weet dat die Galileeër herhaaldelijk gesproken heeft over het weinige nut van wonderen, omdat daarin voor degenen die er niet bij aanwezig waren weinig of geen bewijskracht ligt, zoals immers nu ook bij jullie overduidelijk blijkt -maar dat hij de waarheid en de kracht van zijn woord het enige belangrijke vindt, alsook zijn leer die enkel en alleen door de daarin aanwezige geestkracht de juiste overtuigingskracht bezit. Waarom onderzoeken jullie die dan niet en bekommeren jullie je daar niet om? Geef Mij daar eens antwoord op!'
Hoofdstuk 5: De Heer veroordeelt de achterbaksheid van de Farizeeën - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Toen maakten de zielen zich los van de lichamen van de slapenden, en zij schaarden zich om Mij heen en in hen gloeide een helder stralende vonk, die deze nog erg verontreinigde zielen licht en levenswarmte schonk.
Hoofdstuk 16: De Heer en Lucifer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[5] Martha ging heimelijk naar Maria toe, die zich juist wat afzijdig hield van de aanwezige Joden, en zei zachtjes tegen haar: 'De Meester is er, en roept je!'
Hoofdstuk 35: De Heer en Maria - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] De aanwezige vrienden en Mijn leerlingen vroegen nog allerlei dingen, waar Lazarus hun echter geen antwoord op kon geven -zoals welke gesprekken hij had gevoerd, waar hij zich bevonden had en nog veel andere dingen die, naar ze meenden, hun nog meer duidelijkheid zouden kunnen geven over het leven in de geestenwereld. Maar Lazarus bleek van al die dingen niets te weten.
Hoofdstuk 40: De toekomstige missie van Lazarus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Zoals zo vaak was Petrus woordvoerder voor de anderen, en nadat hij de aanwezige broeders had aangekeken, die allemaal instemmende gebaren maakten, zei hij: ja, Heer, dat begrijpen wij heel goed; want U hebt al vaker in soortgelijke bewoordingen dergelijke lessen gegeven. Maar wij zouden wel iets anders van U willen weten!
Hoofdstuk 51: Wenken voor het veredelen van de ziel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Wij gingen nu door de poort de stad uit in de richting van de Olijfberg. Daar lag dus de tuin die nu nog 'Gethsemané' wordt genoemd, maar op een heel andere plaats. De tuin Gethsemané behoorde tot die herberg op de Olijfberg, die eigendom van Lazarus was en bekend stond als een geliefde plaats voor uitstapjes. Beneden deze herberg, die op de heuvel lag en een wijd uitzicht bood, strekte zich een parkachtige aanplanting uit, en daar doorheen leidde een heel aangename weg de heuvel op. Dit park zelf is het eigenlijke Gethsemané geweest en ligt dus op een heel andere plaats dan datgene wat nu getoond wordt, dat alleen de naam daarmee gen~een heeft, omdat de daar aanwezige zeer oude bomen het voor de latere zoekers waarschijnlijk maakten, dat ze de juiste plaats hadden gevonden.
Hoofdstuk 72: Jezus in Gethsemané. De gevangenneming van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[2] Na lange tijd van verbazing gezwegen te hebben, herstelde vader Seth zich tenslotte en wendde zich met weloverwogen woorden tot de aanwezige kinderen, terwijl hij dankend zijn ogen naar de hemel ophief en als volgt begon te spreken: "O Kenan, o kinderen, wat is dat? Wat heeft dat te betekenen en waartoe zal dat leiden?!
Hoofdstuk 43: Henoch verklaart de woorden van Adam en Kenan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22