Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 14 van 91

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[6] Het lichtblauwe MANNETJE gaat nu vlak voor Jarah staan, staart haar met grote ogen star aan en zegt dan: "Wie gaf je opdracht, stinkend stuk vlees, een vraag te stellen aan ons, reine wezens? Behalve de éne, en met uitzondering van nog één, stinken jullie allen weerzinwekkend naar materie; en dat is de grootste vijand van onze neusgaten! Stel ons in het vervolg pas dan een vraag, stinkend aas, als je daartoe opdracht hebt gekregen van de almachtige geest van alle geesten, -en zorg jij je er verder maar voor dat je je lichamelijke mottenzak op een goede manier kwijt kunt raken!"
Hoofdstuk 115: Jarah en de natuurgeesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Daarom eet de mens dan ook meestal alleen de vrucht van de planten waardoor de plantenkiem zielen zich rechtstreeks met zijn ziel kunnen verenigen. De wat grovere delen van de kern en de vrucht kunnen zich echter alleen met het bloed en het lichaam en met het kraakbeen en het beendergestel verenigen. Uiteindelijk moet dit zich allemaal, omdat het nog te onzuiver is, na het sterven soms nog meerdere malen opnieuw door het rijk van de plantenwereld gaan om zich te zuiveren, tot het uitrijpt tot kiemgeest en volledig rijp wordt voor de opname in een nieuwe dier of zelfs mensenziel. -Nu weten jullie zo terloops ook, hoe deze kluwens ontstaan en welke ontwikkeling zij doormaken en wat hun einddoel is, en nu kunnen jullie dus weer verder gaan met je beschouwingen en zien of er niet weer een verschijnsel voor jullie zal opdoemen!
Hoofdstuk 117: Een kluwen zielestof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Ja, maar waarom tracht alles dan in het midden te komen? Kijk, als ik hier verscheidene even grote, uit materie gemaakte kogels heb om mee te gooien, dan zal de zwaarste ook met de meeste snelheid en over de grootste afstand geworpen kunnen worden. Ook zal zij, bij een gelijke afstand en een precies gelijktijdige worp, zeker het eerst het gestelde doel bereiken! Zo gaat het ook met de oneindig vele van God uitgaande, reële gedachten. Daaronder bevinden zich in zekere zin heel zware die reeds een echt idee benaderen, minder zware, maar toch altijd als gedachte heel degelijke; dan zijn er lichtere gedachten, die nog minder rijp en weinig gevoed zijn, ook heel lichte gedachten die maar nauwelijks vorm gekregen hebben, en tenslotte uiterst lichte gedachten. Dat zijn die, die lijken op de eerste kiemen of liever de eerste knoppen van een boom. Zij zijn op zichzelf weliswaar reeds iets, maar hebben nog niet die goddelijke wasdom bereikt waardoor men zonder meer zou kunnen zeggen: 'Deze of die vorm zullen zij krijgen!'
Hoofdstuk 119: Raphaël toont het scheppen van organische wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Hoe het geestelijke zich in materie verandert, hebben jullie gezien bij het ontstaan van deze ezelin die nu hier voor jullie graast en Ik behoef jullie daarover verder niet nog meer uit te leggen. Want wie van jullie dat begrepen heeft, heeft het meteen zonder moeite begrepen; wie het echter niet meteen zonder moeite heeft begrepen, zal dat ook nog lang niet volledig begrijpen en op deze wereld al helemaal niet!
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Vraag jullie allen dus zelf af, hoe het staat met jullie begrip! Wie het heeft, heeft het; wie het echter niet heeft, zal het ook nog lang niet hebben. Wiens ziel geestelijk is, kan het geestelijke ook gemakkelijk begrijpen; wiens ziel echter aan de materie hangt, kan dit zeer reine geestelijke ook onmogelijk begrijpen!"
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Er moeten weliswaar verschillen tussen de mensen onderling zijn, maar niemand werd wat zijn ziel betreft zo slecht toegerust in deze wereld geplaatst dat zij geheel materie zou moeten worden. Want niet één mensenziel komt in het lichaam zonder een vrije wil en een eigen intelligentie.
Hoofdstuk 124: Over het opvoeden van kinderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Wie zijn kinderen werkelijk liefheeft, moet het er toch voor alles aan gelegen zijn hun zielen zo op te voeden, dat zij niet door de materie worden verslonden. Als de zielen op de juiste wijze worden opgevoed, zijn zij het snelst in staat om de geest in zich op te nemen en zullen zij nooit dom worden, en van zelfmoord zal al nooit enige sprake zijn.
Hoofdstuk 126: De gevolgen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ik heb jullie reeds de ontwikkelingsgang laten zien tot aan het punt van de overgang door het afvallen van de materie. De lichamelijke dood is nog steeds de schrik van alle schepselen. De reden daarvan heb Ik jullie ook heel in het kort verteld; die zal bij gelegenheid echter nog uitvoeriger besproken worden. -Maar vertel jij nu weer verder!"
Hoofdstuk 129: Het scheidingsproces van de ziel van het lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Je hebt je verhaal over datgene watje zelfbeleefd hebt, heel goed verteld. De dierlijke vorm van de zielen van de bewuste zeven grote misdadigers vindt haar oorzaak in een zekere vrije ordening. Deze bestaat echter alleen daarin, dat de in een lichaam werkzame specifieke zieledeeltjes zich opnieuw samenvoegen of van plaats verwisselen. Je kunt het vergelijken met een kluwen wormen, die allemaal door elkaar krioelen en kronkelen en in zekere zin op zoek zijn naar een steeds beter rustplekje. Afhankelijk van de wijze waarop zij dat vinden, op een goede of op een slechte wijze, zal de uiterlijke vorm steeds overeenkomen met iets goeds of iets slechts.
Hoofdstuk 133: De vorming van de zielen van de roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Zelfs dat begint zich nu ook te roeren en omdat de omringende levensgeesten, door de grote activiteit opnieuw erg hongerig geworden, gedwongen zijn van het licht van de manlijke levensgeesten voedsel te nemen, waardoor zij weer lichter en voller worden, krijgt door hen ook de centrale geest van de hoofdlevensgedachte het mannelijke voedsel. Deze activiteit maakt dat de omringenden van binnen uit de impuls krijgen zich meer en meer te ordenen tot een soort goed geordend bolwerk. De sterkere levensgeesten in het centrum zijn nu goed verlicht en zien zichzelf en hoe zij in het geheel passen en de rangschikking daarvan, en zij groeperen zich volgens hun doelstelling en hun verwantschap; en direct zien jullie daaruit al organische verbindingen ontstaan, en de buitenkant verandert in een vorm die steeds meer op een dierlijk wezen gaat lijken.
Hoofdstuk 120: De verwekking bij het dier en bij de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Na deze harde terechtwijzing wilde Judas Iskariot weliswaar nog iets zeggen, maar CORNELIUS zei tegen hem: "Doe jij je mond alleen dan weer open als iemand je dat vraagt; zwijg anders en stoor de Heer niet bij Zijn werk! Wil je echter toch met alle geweld wat zeggen, ga dan zo ver mogelijk het dichtbijzijnde bos in en praat daar met de bomen en struiken; zij zullen je geen weerwoord geven dat je zou kunnen ergeren en uiteindelijk zelfs diep zou kunnen beledigen! Of loop naar beneden naar de zee en spreek daar met de vissen; die zullen je ook niet tegenspreken! Want van datgene, wat hier gesproken wordt en wat hier gebeurt, begrijp jij toch zo goed als niets; en je gemelijke domheid en je daaruit steeds opnieuw opkomende egoïsme en hebzucht stoort ons in de voor ons zo noodzakelijke, diepere beschouwingen van de grote levenswaarheden uit God, de Heer over alles!"
Hoofdstuk 123: De terechtwijzing van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Toen zei de kleine rabbi: 'Ei, waarom dan wel! Nu zal ik hem pas een leven gevend druppeltje op de tong geven, en dan zullen we meteen zien of zijn ziel -gesteld en aangenomen dat er een ziel als zodanig in het menselijk lichaam aanwezig is - wel echt reeds uit het lichaam is gegaan! Volgens mijn mening, die op veel ervaring kan bogen, heeft geen enkel mens een ziel die met een eigen spiritueel leven verder reikt dan het leven van het bloed en de zenuwen. De mens is, als hij eenmaal dood is, net zo dood als een steen of een uitgedroogd stuk hout, en bij alles wat ik heilig kan noemen, zweer ik je dat er dan in de mens niets meer blijft leven. Maar er zijn nog geheime middelen in de natuur om het leven in het bijna dode lichaam opnieuw op te wekken, en dat wil ik nu doen en jou, starre Jood, zal ik bewijzen dat de ziel nog lang niet uit zijn lichaam is gegaan en ook niet kan gaan, omdat er nooit zoiets als een ziel in heeft gewoond!'
Hoofdstuk 135: De rabbi probeert de oude Lazarus weer tot leven te brengen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Vraag daarom liever naar iets geestelijks, nog uit de sfeer van het door Mathaël geestelijk geziene, dan naar zaken die voor de geest net zo onbelangrijk kunnen zijn als de sneeuw die duizend jaar voor Adam de woeste streken van de aarde heeft bedekt! Wat materie is en hoe deze ontstond, bestaat en nog ontstaat is jullie reeds volkomen duidelijk uitgelegd en daarom moeten wij ons nu vóór alles alleen bekommeren om de geestelijke dingen. Wat heeft de mens aan alle kennis en wetenschap van de hele wereld als hij zichzelf niet tot in de diepste levenswortel kent en dat vooral in de levens en bestaanssfeer van zijn ziel en zijn geest?!
Hoofdstuk 140: Over het stellen van dwaze vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt: "Heer, wij kunnen U niet genoeg danken voor de oneindig belangrijke lessen die U ons allen nu hebt gegeven en ik begrijp nu al buitengewoon veel meer! Ook bij het laatste verschijnsel dat vicekoning Mathaël ons nu opnieuw uit zijn rijke voorraad ten beste gaf, bleven geen onduidelijke zaken over; alleen de twee of drie belangrijke en machtige engelengeesten die Lazarus hebben afgehaald, zijn mij wat hun status betreft nog volledig onbekend! Misschien zouden wij op z'n minst hun heilige namen mogen horen en misschien zouden wij ook nog iets meer kunnen vernemen over de betekenis van de terugkomst bij zijn kinderen?! Het verhaal was overigens heel zonderling, hoewel ik, eerlijk gezegd nog erg graag had willen weten hoe en waar het lichaam van de oude Lazarus is begraven, en wat er later van de kleine rabbi is geworden. Ook een nadere toelichting over de beroemde varenkruidolie zou bepaald niet ongewenst zijn. Heer, zou U ons daar wat meer over willen vertellen?"
Hoofdstuk 140: Over het stellen van dwaze vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Daarom weg met alles wat roest en motten kunnen vernietigen! Slechts wat van de geest is, blijft voor eeuwig onveranderlijk; alles wat tot de materie behoort is vaak nog onderworpen aan talloze veranderingen eer het het niveau van de geest bereikt zal hebben. Vraag daarom naar dingen die de geest en de ziel betreffen, maar nooit naar aardse zaken!"
Hoofdstuk 140: Over het stellen van dwaze vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...