Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1346 resultaten - Pagina 14 van 90

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[7] THOMAS zegt: "Zeg jij maar wat, als je zo wijs bent! Ik houd hem voor dat, waarvoor hij zich zelf al die tijd heeft uitgegeven! Hij zegt van zichzelf nooit iets anders dan: 'Ik ben een Zoon des mensen, en God is Mijn Vader net als van jullie allen!' Als hij zichzelf zo beoordeelt, wat voor andere beoordeling kunnen wij hem dan waarachtig en waarheidsgetrouw uit ons zelf geven? Hij doet werkelijk dingen, die sinds Mozes en de andere profeten nog nooit een mens gedaan heeft. Maar als wij alles op de keper beschouwen dan zullen wij ontdekken dat het evenwel de geest van God is, die door een uitgekozen reine mens dat allemaal doet! Maar voor de geest van God zal het niets uitmaken of hij door een gekozen mens bergen verzet of vernietigd, of dat hij het een of andere kleinere wonder door het woord van de profeet laat gebeuren!"
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] CYRENIUS zegt: "Goed, dadelijk zul je uit mijn handen de op perkament vastgelegde, te allen tijde geldige, en van alle rechten van een burger der stad Rome voorziene, brief krijgen! Als je die brief dan aan de tempeldienaars toont, zullen ze je zeker volkomen met rust laten, en dan zul je de mensheid meer van nut kunnen zijn dan zoals tot nu toe, dus: Ik wil het, en zo gebeure het!"
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Een echtbreekster is bij de Joden volgens Mozes een zondares, die door ieder die haar na de daad het eerst ontmoet meteen moet worden gestenigd. Ik zeg jullie echter: Wie de vluchtende in zijn huis opneemt en haar tweevoudig probeert te redden -geestelijk en lichamelijk -, zal eens door Mij met vriendelijke ogen worden aangezien en zijn schuld zal in het vergankelijke zand geschreven worden, waarvan de wind de rimpels verwaaid! Wie echter een steen naar haar werpt en zelf niet van iedere zonde vrij is, zal eenmaal door Mij aan een streng gericht onderworpen worden! Want wie Mij terugbrengt wat verloren was, zal eens in het hemelrijk waardig gevonden worden om een groot loon te ontvangen; maar wie oordeelt, ook al is dat volgens de wet rechtvaardig, zal eens ook rechtvaardig en streng volgens Mijn wet geoordeeld worden!"
Hoofdstuk 209: Deemoedig door de zonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Gedurende mijn al tamelijk lang durende, aardse leven heb ik vaak, maar altijd vergeefs, nagedacht over de vraag, hoe nu eigenlijk, zeg maar strikt natuurlijk, de eerste mensheid van deze aarde gekomen is tot de kennis van een geestelijk Opperwezen en haar eigen onstoffelijke geest. Daarvoor heb ik de boeken van Egypte, de geschriften der Grieken en de boeken van jullie Mozes gelezen. Ook heb ik eens een Indisch werk in handen gekregen dat ik mij door een man in Rome, die Indiër was, voor heb laten lezen en vertalen; maar ik vond overal een zekere mystieke beeldspraak, waar geen verstandig mens wat verstandiger van kon worden, en ik dus nog minder, omdat ik mij in mijn jeugd altijd al ingebeeld heb dat ik veel dommer was dan alle andere mensen. Overal komen logische ongerijmdheden voor, die, woordelijk genomen, onzin zijn.
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Jullie Mozes zegt bijvoorbeeld: 'In het begin schiep God hemel en aarde, en de aarde was woest en leeg, en het was duister in de diepte; en de geest van God zweefde boven het water. Toen sprak God: 'Laat het licht worden', en het werd licht. En God zag dat het licht goed was. Toen scheidde God het licht van de duisternis en noemde het licht dag en de duisternis nacht. Zo ontstond dan uit avond en ochtend de eerste dag.'
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Leggen we dat nu naast de natuur van de aarde en bedenken wij, wat volgens Uw verklaring de zon, de maan en al de sterren zijn, dan is toch de hele scheppingsgeschiedenis van Mozes zo'n grote onzin, dat er op de lieve aarde zeker geen grotere bestaat en kan zijn! Wie zal dat ooit begrijpen? Onze kleine groep weet dat de aarde geen oneindige kring, maar een zeer grote bal is, zoals U het mij in Egypte toen U nog een kindje was, en later ons allen, zeer aanschouwelijk en waarheidsgetrouw hebt laten zien. Op de aarde wordt het eigenlijk nooit nacht, omdat een deel van de aarde altijd door de zon verlicht wordt. Daarbij is de maan een heel onbestendig baasje en bekommert zich, behalve een paar dagen per maand, bar weinig om de heerschappij over de nacht.
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] In het boek van de Indiërs staat vóór de materiële schepping een schepping van de zuivere geesten, die Mozes later ook ergens vermeldt. Die waren zuiver licht, en met name de eerstgeschapene werd 'Drager van het licht' genoemd.
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] U ziet Zelf, dat de gehele scheppingsgeschiedenis, zoals zij door Mozes gegeven wordt, absolute onzin is, waar men, als men het geheel ook maar enigszins op natuurlijke wijze opvat, dol van wordt. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat juist de Joodse schriftgeleerden zelf die leer, die onzinnig is, helemaal niet geloven, maar haar vanwege het volk overeind houden en zich daarvoor heel goed laten betalen. Alle vooraanstaanden in Rome erkennen dat ook, maar laten de zaak, ondanks de grove onzin, op haar beloop, omdat het blinde volk er veel waarde aan hecht en zich daardoor in het land behoorlijk rustig houdt.
Hoofdstuk 214: Een vraag over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Beste vriend, Ik gaf je hierover eigenlijk al een heel duidelijke aanwijzing toen Ik je liet zien wat voor uitwerking de nood heeft op mensen en volken. Het is natuurlijk niet te ontkennen dat het scheppingsverhaal van Mozes, woordelijk toegepast op de schepping van de natuurlijke wereld, door de ook maar enigszins met de loop van het wereldse natuurgebeuren vertrouwde mens op het eerste gezicht grote onzin genoemd moet worden. Wat inhoudt dat de goede Mozes daarom ook als een domkop van de eerste rang te kijk gezet zou moeten worden.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar wie het verdere verloop van de Mozaïsche boeken iets beter bestudeert dan een fabel van de Griekse dichter Aesopus, moet toch al gauw merken dat Mozes zich met zijn beeldspraak alleen maar met datgene bezighoudt wat betrekking heeft op de oerschepping van de eerste mensen der aarde, en dus helemaal niet met de scheppingsgeschiedenis van aarde en hemel en alle schepsels op de aarde en in de aarde. Hij heeft daarentegen vrijwel enkel en alleen aandacht voor de eerste ontwikkeling van het menselijke hart en verstand; dat is de reden waarom hij ook meteen het menselijk-historische eraan verbindt.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Maar dat boven dit alles uit de ouderdom van het mensengeslacht in de voleinding, zoals het nu is, toch overeenkomt met de berekeningen van Mozes, ook wat betreft de materie en de tijd, daar kun je volledig van verzekerd zijn.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] De wijzen zullen beetje bij beetje toch daardoor op het spoor gezet worden dat de aarde ouder is dan de korte tijd van de Mozaïsche berekening, en Mozes zal daardoor een tijdlang zeer in diskrediet geraken. Maar door Mij zullen dan weer andere wijzen gewekt worden, die Mozes in het volle licht zullen zetten. Vanaf die tijd zal het niet lang duren tot het hele rijk van God zich op de aarde vestigt en de dood voor altijd zal verdwijnen van de vernieuwde aarde. Maar voor die tijd zal er nog veel tegenspoed op de aardbodem verduurd moeten worden.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] Ja, de aardbodem zal eerst nog vaak door het bloed en het vlees van de mensen door en door bemest moeten worden, en uit die nieuwe geestelijke humus zal dan pas het lichamelijk onsterfelijke tijdperk voor deze aarde beginnen, zoals ten tijde van Adam het tijdperk begon waarin de ziel uit de vette leemhumus een volkomen lichaam in haar goddelijke vorm kon opbouwen.
Hoofdstuk 215: Het ontstaan van de eerste mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Daaruit ontstaat dan een tweede verdieping van de halm. Omdat echter de sappen van de tweede verdieping nog van grove materiële aard zijn en mettertijd nog grover worden, wordt er weer een ring gevormd en deze tweede ring bevat nog dunnere buisjes, waardoor slechts heel fijne sappen kunnen passeren voor het voeden van de boven hen zwevende levensgeest, gelijkend op de uitdrukking van Mozes: 'En de geest van God zweefde boven de wateren.'
Hoofdstuk 216: Het ontwikkelingsproces van een tarwekorrel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Als Mozes zegt: 'In den beginne schiep God hemel en aarde', dan bedoelt Mozes daar absoluut niet de zichtbare hemel en de zichtbare materiële aarde mee. Daaraan zal hij als echte wijze nooit gedacht hebben, omdat hij altijd alleen maar de volle innerlijke waarheid in zijn verlichte wezen bezat. Maar hij verhulde zijn grote wijsheid door beeldspraak, zoals hij voor het volk zijn te stralende gezicht met een drievoudige afdekking moest verhullen.
Hoofdstuk 219: De schepping van hemel en aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...