Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1359 resultaten - Pagina 14 van 91

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[6] Zoals je daarbij een steen tamelijk precies van buiten en van binnen kunt Ieren kennen, zo kun je ook een hele wereld Ieren kennen! Onze Mathaël is in deze vaardigheid heel ver gevorderd en ook Mijn leerling Andréas, die bij de Essenen was, is een bekwaam apotheker, waarvoor hij in Egypte heeft geleerd. Deze beiden kunnen je de materie van een hele wereld heel bekwaam en waarheidsgetrouw duidelijk maken. Natuurlijk bevat het inwendige van de materie nog heel veel wat een scheikundige nooit zal ontdekken, maar de eigenlijke elementen waaruit een stof bestaat kan hij herkennen. De aard der elementen zal hij echter nooit ontdekken, omdat zij met het geestelijke zijn verbonden en alleen door een zuivere geest geheel en al waargenomen kunnen worden. Want in de elementen ligt oneindig veel verborgen!
Hoofdstuk 170: Het tegenstrijdige tussen willen en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] CORNELIUS zegt: "Jawel, jawel! Maar, liefste Jarah, weet je, het is juist dáárom wat moeilijk, omdat, zoals ik al heel duidelijk begin te voelen, je hart werkelijk te veel zuivere wijsheid bevat. O, verder ben je uitermate aanvallig en lief en men zou dagenlang naar je kunnen luisteren, maar vragen aan je stellen of vragen van je krijgen, is toch wel Iets geheel anders. Het vragen gaat snel genoeg, maar daarna komt het antwoord en dat ziet er bij mij nog maar povertjes uit!
Hoofdstuk 172: Cornelius en Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Geloof echter niet, dat hier een bepaalde hoogmoed uit mij spreekt, het is de zuivere en eenvoudige waarheid. Want als ik ook maar het kleinste spoort je trots zou bezitten, zou ik niet op deze plaats naast de Heer van alle heren en de Meester van alle meesters zitten! Daarmee, mijn overigens beste vriend Cornelius, zat je er wat naast!
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Plato ontdekte, dat de enige en alleen ware God, ook al was Hij dan onbekend, de zuivere liefde moest zijn. Hoe meer hij over de onbekende God nadacht, des te warmer werd het in zijn hart en toen hij merkte dat deze weldoende warmte toenam en een dokter hem zei, dat dat een ziekte was, lachte Plato en zei: 'Als dat een ziekte is, zou ik nog wel meer van die ziekte in mijn hart willen hebben, want die doet mij onvoorstelbaar meer goed dan welke nog zo hoog geroemde gezondheid!'
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar het was altijd al zo en het zal ook waarschijnlijk nog altijd zo blijven, dat de zuivere waarheid nooit algemeen ingang kon vinden omdat in de loop van de tijd haar di rekte dienaars, door lage belangen geleid, haar zelf de weg afsneden, haar in een labyrint zetten en de aanvankelijk geheel rechte en open weg in duizend en meer bochten wrongen, die, omraamd en omgeven door duister metselwerk, de zoeker nooit het centrum lieten vinden waar de oude tempel van de waarheid stond.
Hoofdstuk 176: Het lot van de Goddelijke leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Als u geestelijk geheel wedergeboren zult zijn, zult u het ook begrijpen, inzien en zelf kunnen, maar zolang u niet in de geest bent wedergeboren, kunt u die eigenschappen van de zuivere geesten onmogelijk begrijpen, ook al zou ik ze u nog zo duidelijk laten zien! Maar vraag u zelf eens af, hoe uw gedachte in een flits van hier naar Rome of Jeruzalem kan gaan en ook weer hier naar u terug! Vriend Philopold, als u mij dat kunt verklaren, dan zult u ook al gauw mijn snelheid begrijpen."
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ik vind, dat als zelfs de eenvoudigste mens al een bepaalde reden moet hebben voor welke simpele handeling dan ook, omdat hij anders geen hand zou uitsteken, men des te meer mag veronderstellen dat God een heel gegronde reden moet hebben gehad, om Zich als de eeuwig alleen ware en zuivere, almachtige Geest in de beperkte vorm van het lichaam op te sluiten, en zo, als Schepper van alle dingen, een medeschepsel te worden van Zijn schepselen, die wij mensen zijn.
Hoofdstuk 183: Philopold legt uit waarom de Heer mens werd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dat had Ik luid gezegd, zodat ook de gasten van de andere tafels het hoorden en onze STAHAR, de overste van Caesarea Philippi verhief zich heel ernstig van zijn plaats, kwam naar Mij toe en zei: "Heer! Ik hoorde alles, wat er hier aan deze verheven tafel gesproken en beoordeeld werd, veel wonderbaarlijks, verhevens, zeer wijze zaken, heel waarachtige en in iedere opzicht onweerlegbare zaken. Overal straalde Uw zuivere goddelijkheid als een zon midden op de dag naar buiten en alle engelen van de hemel zouden niets anders kunnen zeggen.
Hoofdstuk 185: De verheven luister. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar de ENGEL zegt: "Vriend, dat is ons altijd met des Heren hulp heel goed mogelijk, -maar het hoe daarvan aan u uitleggen, is helemaal onmogelijk. Iedere volmaakte geest bezit de eigenschap om niet alleen zo'n geschrift, maar om iedere handeling waar kracht bij aangewend wordt, ook al is deze nog zo groot, in een oogwenk uit te voeren. Als u een berg of een heel omvangrijk gebergte verwoest of vernietigd wilt hebben, of een meer drooggelegd, of een zee tot land gemaakt, of een gehele aarde vernietigd of de duizendmaal duizend maal grotere zon, of als u mij naar een van de verst verwijderde sterren zou sturen en een bewijs zou vragen dat ik daar werkelijk geweest was, dan zou ook dat in een zo kort moment gebeuren, dat u niet met uw zintuigen zou kunnen waarnemen dat ik ook maar even afwezig zou zijn geweest. Wel, hoe dat gebeurt en kan gebeuren, kan slechts de zuivere geest begrijpen!
Hoofdstuk 179: De herinnering van Cornelius aan de geboorte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] MARCUS zegt: "Ja, als het zo zit, o Heer, laat U er dan nog maar tienmaal zo hard op los slaan! Het is dan ook de zuivere waarheid! Met die rijke Grieken was werkelijk niet meer te praten en van naastenliefde was allang geen sprake meer. Wat je aan hen vroeg, moest rijkelijk met goud en zilver betaald worden, maar kochten zij iets van ons, dan moest je daar altijd ruilartikelen voor aanvaarden. O, daarom is dat nu heel goed en deze geweldige storm doet mij veel plezier! O, nu kan hij minstens nog wel tienmaal zo erg worden!"
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Elia stelt de zuivere ziel van de mens voor, en de grot waarin hij verborgen was, is de wereld en eigenlijk het vlees en bloed van de mens. De geest, die tegen Elia, respectievelijk tegen de mensenziel spreekt, is de geest van God waarmee de ziel één moet worden, maar nog niet kan worden omdat Jehova nog niet voorbijtrok aan de grot van het vlees, ofwel de grot der wereld.
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De deemoed, die voortkomt uit zuivere liefde, is de echte en ware nederigheid, want zij geeft achting en heeft in de medemens een broeder als broeder lief, maar maakt zichzelf en de naaste niet tot een God voor wie men op de knieën moet vallen en die men moet aanbidden.
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Alleen de pure, met getallen aantoonbare waarheid is bij ons.in tel. Alle andere, bepaald wonderlijke, afwijkende zaken hebben bij ons gegoeden allang alle waarde verloren en wij geven er helemaal met meer om! Er kunnen best hier en daar heel reële dingen achter steken, maar die liggen dan zo onder allerlei mystiek begraven, dat geen menselijk vernuft ze nog volledig onbesmet voor de dag kan halen. U, verheven vriend zult het met mij eens zijn dat het verstandiger is alle zintuigen slechts op de zuivere waarheid te richten, dan een dichterlijke dweperij toegedaan te zijn, hoe uitzonderlijk die ook mag zijn!"
Hoofdstuk 197: De Perzische vrees voor de Romeinen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] 'De Heer Zebaoth zal op deze berg voor alle volken een rijke maaltijd bereiden, een maaltijd bestaande uit zuivere wijn, vet, merg en wijn zonder bezinksel. En Hij zal op deze berg het omhulsel wegdoen, waarmee alle volkeren omhuld zijn en de bedekking, die de heidenen het zicht belet. Hij zal de dood verzwelgen en de Heer zal de tranen van alle gezichten wissen en de smaad van Zijn volk in alle landen te niet doen, want de Heer heeft het zo gezegd. In die tijd zal men zeggen: 'Zie, dat is onze God waarop wij wachten, Hij zal ons helpen! Dat is de Heer op wie wij wachten om ons te verheugen in Zijn heil!'
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Kijk, verheven heer en meester, dat zijn de veelbetekenende woorden van de profeet. Maar wat moet je daar nu uit opmaken? Welke en waar is de berg, waarop de Heer ons een heel vreemd uitziend vet maal zal bereiden uit zuivere wijn, vet, merg en nogmaals uit wijn zonder droesem? Wie dat lekker zal vinden, moet wel een erg gezonde maag hebben!
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...