Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 14 van 71

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[3] Let nu echter heel speciaal op alles wat daar gebeuren zal! Wij zullen nu deze schrijfstiften met lymfe vullen en onze waarnemingen het eerst beginnen bij het geordende geheugen! -Ik wil dat de plaatjes van deze hersenen eerst op ordelijke wijze, uitgaand van het gemoed, zowel aan de kant van het gezicht als van het gehoor geheel volgens de regels beschreven worden!"
Hoofdstuk 233: De samenhang van de hersenen in voor en achterhoofd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Om zo'n bezit zal wel niemand haar benijden, en het zal opnieuw heel lang duren voor zo'n ziel uit zichzelf een verbetering van haar toestand in haar woonwereld tot stand zal brengen. Dan zullen er pure krachtmiddelen nodig zijn om haar gemoed tot leven en werkzaamheid te brengen! Pas door zeer veel noodsituaties zal zo 'n ziel tot een beeld over zichzelf komen dat er uiterst treurig zal uitzien, en aan de hand daarvan zal zij op haar grondgebied beginnen om de wegen te ordenen, waardoor zij niet meer zo gemakkelijk in de allerhoogste nood en vertwijfeling kan komen!
Hoofdstuk 237: Welke gevolgen het heeft wanneer hersenen geen geestelijk licht hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Kijk, Ik wil dat nu de eerste wereldse begrippen ingeprent worden in de hersenen! Kijk maar eens goed, dan zullen jullie zonder moeite kunnen zien hoe de obelisken voor de hier en daar verstrooid voorkomende geheugenpiramides heellomp en traag met een heel donkere substantie een heel povere afbeelding van iets op een hersenplaatje beginnen te smeren!
Hoofdstuk 239: De invloed op de hersenen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] IK zeg: " Als jullie bij de mensen waar je komt, een belangstellend hart vindt en als zij jullie zullen opnemen in hun huis, blijf dan en probeer voor alles hun gemoed, dat enig leven in zich heeft, zoveel mogelijk leven in te blazen. Als jullie dat doen, zal het steeds levendiger wordende gemoed van zulke mensen beginnen licht in de hersenen te verspreiden en de warmte van dit licht zal dan beginnen de hersenplaatjes meer en meer in een redelijke orde te brengen, en dan zullen zulke mensen weldra beter in staat zijn tot het opnemen van een hogere leer, en zo tree voor tree omhooggaan naar het steeds zuiverder licht.
Hoofdstuk 240: De hersenen van een wereldse geleerde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Het verschil tussen de uitstralende levenssfeer van een ziel als zodanig, ook al is deze nog zo volmaakt, en de uitstralende levensether van de geest is dus zoals heel gemakkelijk te begrijpen is, eindeloos en onuitsprekelijk groot, en jullie zullen nu wel enigszins beginnen te vermoeden hoe het een geest dan zo ongeveer mogelijk is, zich met zijn gevoel, zijn denken, zijn wil en zijn uitwerking over een onbeperkt grote afstand te verplaatsen, ja de gehele oneindigheid als zodanig te doordringen, omdat hij in de gehele, eeuwige oneindigheid volkomen ononderbroken op alle punten van de gehele, eeuwige ruimte onverminderd een en dezelfde is.
Hoofdstuk 256: De uitstralende levenssfeer van de ziel en die van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zeg: "Die dienen nergens toe; ze vormen een regelrechte woestijn in de hersenen en wekken in de ziel alleen maar het vervelende gevoel op van een oneindig niet-weten en niet-kennen. En als je bij zo'n ziel meteen wilt beginnen om over hogere, bovenaardse dingen en toestanden te spreken, dan zal deze je al gauw vragen om daarover te zwijgen; want als zij daar dieper over na zou denken, zou zij zonder meer gek worden. Er is daarom met zulke mensen niet te praten omdat zij datgene, waarvan jij nu de ware oorzaak kunt inzienonmogelijk kunnen inzien of zelfs maar begrijpen. Zij zullen heel natuurlijke, aardse dingen nauwelijks of haast nooit volledig begrijpen, Iaat staan geestelijke en hemelse.
Hoofdstuk 240: De hersenen van een wereldse geleerde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Toen zei CYRENIUS, die zijn verbazing haast niet kon bedwingen: "Nee, nee vriend, een fabel is het niet; maar ik zou nu haast beginnen te geloven, dat ook onze beroemde fabeldichter Aesopus met de dieren heeft kunnen spreken! Heer, dat is toch alweer zo'n deugd van de zwarten, waarvan wij eerder geen flauw idee hadden! Ja, als dat zo doorgaat, zijn wij met de zwarten nog lang niet klaar! Het wordt alsmaar mooier, steeds ongelooflijker en onverklaarbaarder! In de boeken van jullie Schrift las ik wel eens ooit over een ezel die met zijn profeet, genaamd Bileam, toen deze hem te zeer mishandelde, gesproken moet hebben; maar wat is dat hierbij vergeleken, nu deze zwarte zich door deze heel gewone ezel diens gehele levensloop voorbeeldig laat verhalen! En dat het geen verzinsel van de zwarte was, bevestigde de oude Markus!
Hoofdstuk 260: Het gesprek met de ezel van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ah, wanneer echter een ziel, nadat zij op een of andere wijze, hetzij door een met zekerheid gegeven mededeling, of door eigen overtuiging, geestelijk is aangeblazen en net als de eerder genoemde kool gloeien gaat van leven, voelt zij ook voor het eerst dat zij een ziel is en begint zij de basis te herkennen waarop zij rust. Worden de aanblazingen sterker en sterker, dan zal zij, omdat zij zelf lichter en lichter wordt, zichzelf steeds helderder, zuiverder herkennen en zichzelf onderscheiden van de materie en haar licht zal reeds beginnen verder dan zichzelf te reiken en haar uitstralende levenssfeer te verlichten.
Hoofdstuk 261: De groei van de menselijke uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Hij zou op aarde heer zijn over alle keizers, koningen, vorsten, veldheren en vele andere machtige heren, en ook de uitsluitende macht hebben over alle elementen. Stampt hij met zijn heilige voet toornig op de grond, dan trilt deze meteen van angst als een espenblad in een woedende storm, en de bergen op aarde beginnen vuur te spuwen en ondersteunen daarmee de vertoornde P.M., opdat hij des te meer in de naam van Zeus zijn altijd gerechtvaardigde wraak kan koelen.
Hoofdstuk 7: Over de Romeinse opperpriester. Kritiek op het heidense priesterdom in Rome - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Wanneer Jarah daar genoegen mee neemt en vooral over het punt van de ijdelheid diep begint na te denken, komt Marcus weer met zijn hele gezin naar Mij toe, en zijn vrouwen kinderen beginnen Mij hemelhoog te loven en te prijzen.
Hoofdstuk 10: Een evangelie voor het vrouwelijk geslacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] De aanvoerder gaat nu met zijn dienaar naar zijn metgezellen en verkondigt hun alles wat hij nu van Mij gehoord heeft, en allen beginnen letterlijk te juichen van vreugde over dit bericht, dat voor en zo uitermate troostrijk is. Wij laten hen nu .over aan hun terechte vreugde. Maar Cyrenius die de uitleg met de spiegels ook niet al te goed begrepen had, hoewel hij een heel goed inzicht had in de verschillende spiegelsoorten, vroeg Mij of Ik hem daarover niet iets meer vertellen wilde. Maar Ik vroeg hem nog wat geduld te hebben, omdat wij het weldra met een wat treurig uitziende deputatie uit Caesarea Philippi te doen zouden krijgen. En Cyrenius stelde zich daarmee tevreden.
Hoofdstuk 15: De Heer troost de Nubiërs, die niet zijn geroepen tot het kindschap van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Tevreden of niet tevreden, - wat kunnen wij doen tegen uw macht? Onmachtige wormen moeten immers met alles instemmen; want wee hen als zij zich ook maar enigszins in het stof van hun nietigheid beginnen te roeren, dan worden zij meteen door de vrolijke vogels uit de lucht opgemerkt, gevangen en gegeten! De zwakke moet immers de machtige gehoorzamen als hij wil leven en dus zullen ook wij Marcus, die nu heer, heer is, moeten gehoorzamen als wij niet gegeten willen worden. Maar aangenaam -om heel eerlijk te zijn -is het voor ons beslist niet dat deze oude, ruwe krijgsman over ons zal heersen; want het is de meest onverbiddelijke mens die wij ooit meegemaakt hebben. Rechtschapen is hij, daar kan niemand aan twijfelen en hij heeft, gezien zijn vele ervaringen, ook een oordeel dat altijd gezond en juist is; maar voor de rest is hij de meest onmaatschappelijke mens, en van menslievendheid is bij hem absoluut geen sprake! Wel, wel, dat is een felicitatie waard, dat hij onze autoriteit is geworden! Werkelijk, zowel ons als onze kinderen en kindskinderen zullen goede tijden te wachten staan! Emigreren zou nu beslist het beste zijn, - maar waarheen?"
Hoofdstuk 17: De wijze wetgeving in Mathaël's koninkrijk aan de Pontus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ook alle andere aanwezige gasten waren buitengewoon verbaasd over het scherpe verstand van deze Esseen, en betreurden het aldoor dat Roclus met Mij nog geen kennis had gemaakt. Iedereen was nu uiterst gespannen op wat Ik uiteindelijk op dit alles zou zeggen. Maar voor Mij was de tijd nog steeds niet rijp om een soort discussie met Roclus te beginnen, omdat hij toch nog het een en ander in zijn hart verborg waarmee hij tijdens dit zeer openhartige gesprek nog niet voor de dag was gekomen; maar in een verder gesprek zou Cyrenius niet meer opgewassen geweest zijn tegen Roclus.
Hoofdstuk 36: Roclus wordt naar Raphaël verwezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Als bedrog geldt voor God iedere verborgen handeling en verleiding van mensen, waardoor zij onvermijdelijk fysieke en morele schade moeten oplopen. Als je echter een toespraak, iets aantrekkelijks of een daad alleen maar verhult om je broeder op deze wijze onmiskenbaar fysiek en moreel te helpen, omdat hij vaak met allerlei zwakheden behept is waarmee op een openlijke manier maar moeilijk of ook helemaal niets te beginnen valt dan is dat alleen maar goed en verstandig en zeer aan te bevelen, en absoluut geen bedrog.
Hoofdstuk 49: Het verschil tussen levenswijsheid en bedrog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Als alle levensgeesten in de gedachten, woorden, daden en werken wakker worden, zullen ze in beweging komen, en de mens die vol is van dit innerlijke geestelijke licht zal hen al snel zonder moeite gewaar worden, omdat ze zodra ze gewekt zijn zich in allerlei vormen beginnen te uiten. Deze vormen zijn niet toevallig en zonder betekenis, maar ze komen allemaal overeen met een zichtbare geestelijke activiteit uit de sfeer van Gods orde.
Hoofdstuk 62: De liefde en haar licht dat tot inzicht leidt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...