Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 14 van 373

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[8] Daarom geloof ik, dat in de toekomst de geleerde die Uw hemelrijk met het hart bestudeerd heeft, de oude bedorven, onbetrouwbare en zieke schriftuurlijke kraam van de Farizeeën wel helemaal weg zal moeten doen, en voor Uw leer een geheel nieuwe basis zal moeten leggen; want Uw leer is wijs en rechtvaardig en daardoor het tegendeel van die van de Farizeeën!
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Wie in het hart volgens Uw leer door de daad is gevormd voor het hemelrijk, heeft geen Mozes en geen profeten meer nodig!'
Hoofdstuk 199: De gelijkenis van de grote parel en het net. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Heer, U leest Mijn hart dat U helemaal toegewijd is, en daarom spreek ik ook met U zonder een blad voor de mond te nemen en zeg: Op die manier is een nutteloos, weemoedig toekijken net zo waardeloos als een vijg op de derde dag na het afvallen van de bloesem! Hier moet je er op los gaan, en wel met alle geweld en macht, anders krijgt de satan grond en wortels.
Hoofdstuk 200: Bescherm ons daarvoor, o Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Wie echt een held wil zijn, mag de vijand niet vernietigen, maar moet zich alle moeite getroosten om het hart van de vijand door verstand, geduld, liefde en wijsheid te winnen; slechts dan kan hij er zich over beroemen een echte overwinning op zijn vijand behaald te hebben en de bestreden vijand zelf zal zijn grootste loon zijn.'
Hoofdstuk 201: Twee redenen voor Gods afzijdigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik geef jullie nu een volkomen vrije kerk, waarbij geen omheining nodig is dan voor ieder mens het heel persoonlijke hart waarin de geest en de waarheid woont, en alleen daar wil God door de echte vereerders gekend en aanbeden worden!
Hoofdstuk 202: De ware vrije kerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] En Ik stond hen dat toe en zei: 'Toen Ik jullie daarnet zei, dat je meteen weer naar huis moest gaan, doelde Ik meer op de bereidwilligheid van jullie hart en haar begrip, dan op de wens dat jullie nu op dit ogenblik direkt hiervandaan naar Sichar zouden gaan; en dus kunnen jullie best die paar dagen die Ik hier nog bij Mijn vrienden zal doorbrengen, hier blijven.'
Hoofdstuk 203: Lofrede van Jonaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen zei de goede zoon: 'Moeder, u heeft ervoor gezorgd dat ik heb leren werken en ik kan net zoveel brood verdienen als ik nodig heb; maar ik zal God met mijn gehele hart smeken dat Hij u net zo lang laat leven als ik leef, en dat u uw schat voor het welzijn van het hele huis beheren kunt! Want zonder u zou de erfenis mij kwellen en mij altijd treurig maken zo vaak ik er naar zou kijken. Liefste moeder, houd u dus de erfenis en geef hem aan wie u maar wilt! Voor mij is uw hart de beste erfenis; dat God het lang in leven moge houden!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toen de moeder deze taal van haar goede zoon met een ontroerd hart aangehoord had, sprak zij, terwijl zij niet liet merken wat zij dacht: 'Beste zoon, je bekentenis doet mij welontzaglijk veel plezier, maar dat is nog geen reden om jouw erfenis aan een vreemde weg te geven. Als jij er geen deel van wilt hebben, dan moet je broer de gehele erfenis na mijn dood nemen, en jij moet hem dienen en je brood in het zweet van je aanschijn verdienen!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Deze antwoordt dan: 'Ik heb altijd wel gedacht dat broer weliswaar een edel mens, maar op bepaalde punten een zonderling is! Dan ben ik toch een heel ander mens! Net zo veel als ik u eer en acht, lieve moeder, net zo zeer acht ik ook alles wat u mij geven wilt en zult, en ik neem daarom de gehele erfenis met een van dank vervuld hart aan, en de diensten die mijn broer mij wil verlenen zullen niet onbeloond blijven. Als u dat echter wilt, lieve moeder, dan zoudt u mij alvast de halve erfenis kunnen geven, zodat ik een stuk grond kan kopen en een vrouw neem?!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Kijk, ik houd beslist zo veel van U, als een mens U maar liefhebben kan; ja, als dat mogelijk was, dan zou ik U uit pure liefde geheel in mij op willen nemen -en in mijn hart op willen sluiten!
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Ik zeg je: Kisjonah heeft echt nog geen nood, want in tien jaar maken wij met z'n allen zijn voorraden niet op. Maar omdat jij in jouw hart dacht dat Kisjonah tenslotte zonder voorraad zou komen te zitten, en jij hem daarom van zo ver te hulp komt, daarom zal jouw loon ook net zo groot zijn als wanneer je dit voor een arm mens gedaan zou hebben. Want God kijkt alleen maar naar het hart van de gever.
Hoofdstuk 205: De liefde neemt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Maar de god der Joden, die de meesten nu ook niet meer in waarheid willen erkennen en die zij in plaats van in geest en waarheid van het hart, hetgeen in diepste wezen de ware liefde is, alleen maar door een zeer besmeurde en dode ceremonie aanbidden en vereren, is echter toch de alleen ware, eeuwige God, die eenmaal de hemel en deze aarde met alles wat daar op, in en onder is, leeft en beweegt, uit Zichzelf geschapen heeft!
Hoofdstuk 210: Uitstapje naar Kana in het dal. (21.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De goede zoon antwoordt: 'Liefste moeder, als ik dienen en werken zal, dan zal mijn hart toch steeds zeer dankbaar aan u denken en zeggen: 'Zie, zo heeft je lieve tedere moeder je werken geleerd!' Maar als ik de erfenis had, dan zou ik uiteindelijk werkschuw worden en mij in het nutteloze leven van de weelde storten en tenslotte zelfs u nog vergeten! Daarom wil ik uw verworven geldschat niet, waarop niet uw hart staat afgebeeld, maar die slechts de macht van de keizer weergeeft; maar ik wil datgene wat ik uit uw hart heb meegekregen, dat draagt ook haar afdruk en heeft een onwrikbare plaats in mijn hart. En daarom is deze erfenis die u, lieve moeder, mij al vanaf de wieg rijkelijk hebt gegeven, en waardoor ik al veel goeds en kostbaars heb gekregen, onbeschrijflijk veel beter dan degene, die u zich met het werk en de moeite van uw handen heeft verworven! Bij het zien ervan zou ik alleen maar droevig worden, omdat ik er steeds bij zou moeten denken: 'Kijk, dat heeft je geliefde moeder zoveel moeite en werk gekost; misschien heeft ze wel vaak van pijn gehuild om jou een erfenis te bezorgen!' Wel, liefste moeder , omdat ik zoveel van u houd, zou ik dan toch onmogelijk vrolijk kunnen zijn!'
Hoofdstuk 204: Gelijkenis van de moeder met haar twee zonen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Het woord, dat Ik tegen jullie heb gesproken, moet zonder de geringste toevoeging en zonder de minste weglating wezenlijk in acht genomen worden. En jullie geringe aantal Joden in deze plaats moet in hart en nieren Jood zijn; en jullie Grieken moeten ware Joden worden, opdat vrede en eenheid onder jullie heerse!
Hoofdstuk 211: Genezing in Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] In de talloze andere werelden wordt je in en uitwendig gevormd tot wat je moet zijn; maar hier laat God de uiterlijke vormgeving over aan de ziel, die haar lichaam zelf vormt volgens de ordening waarin zij geschapen is; maar iedere geest, die in de ziel geplaatst is, moet speciaal de ziel eerst vormen door het opvolgen van de hem uitwendig gegeven wetten. Als de ziel daardoor de juiste rijpheid en vorming heeft bereikt, dan worden geest en ziel een eenheid, en dan is de gehele mens compleet, een nieuw schepsel, van oorsprong altijd uit God, omdat de geest in de mens niets anders is dan een kleinste weergave van God omdat deze volledig uit het hart van God komt. Maar de mens bereikt dit niet door de daad van God, maar door zijn eigen persoonlijk handelen, en is juist daardoor een echt kind van God! En ik zeg je nog een keer heel kort:
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...