Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

290 resultaten - Pagina 14 van 20

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20
[22] Zie nu, toen het hierdoor stil werd in je hart, werd ik pas een Heer daarin en zodoende is je waarachtig het eeuwige, onvergankelijke leven ten deel gevallen en zal Ik voortaan en in de toekomst geen vreemde en onbekende Vader meer voor je zijn. Maar Ik zal in jou steeds meer een welbekende, steeds bij je aanwezige, in je innerlijk altijd goed hoorbare, sterke, machtige en almogende Vader zijn en door jou zal Ik al je kinderen leiden. Zoals Ik voor jou zal zijn zoals Ik nu al ben, zo wil Ik ook voor je zes broers zijn en na hen voor allen die zoals jij het juiste afscheid van al het wereldse zullen nemen!
Hoofdstuk 21: Uranion prijst de heilige Vader. Het antwoord van de Heer: woordeloze, stille boetvaardigheid is de meest welgevallige lof voor God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] De allerheiligste Vader heeft ook heel goed gezien dat je deze zin niet zult begrijpen; daarom gaf Hij mij stil in mijn hart de opdracht om jullie in je hart te begeleiden en zodoende ook de verborgen zin van Zijn laatste woorden, die hij aan het slot tot jullie allen heeft gericht.
Hoofdstuk 56: Henochs aanwijzing hoe men in zijn eigen hart moet kijken. Het verschil tussen het verstandelijke licht en het licht van het hart. Wereldse liefde en eeuwige liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Omdat alles nu rustig werd en ik niet meer in staat was waar te nemen of mijn hart zich nog meer verwijdde, stil stond of weer inkromp, - vond ik eindelijk mijzelf; en toen ik mijzelf vond, vond ik mijzelf als een volmaakt mens en begon me af te vragen: Waar ben ik nu eigenlijk?
Hoofdstuk 64: Het visioen van Horidaël. De innerlijke, onderrichtende stem in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Daarop werd ook hij stil en verwachtte het rechterlijke donderwoord zamen met de overigen.
Hoofdstuk 120: De vrees van de dragers en Pura's verlegenheid voor de heiligheid van Abedam. Abedams geruststellende woorden. De Heer als God en Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Na dit antwoord was Lamech stil en sprak niet meer; want het kwam hem raadzamer voor te zwijgen dan te spreken, daar de drie in het geheel niet onder de indruk waren van zijn stem en met zijn wapens viel ook niets te beginnen!
Hoofdstuk 178: Het gericht over de bijvrouwen van Lamech door het vuur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Nu stond Thubalkaïn op en ging naar de meisjes, bekeek hen allen goed en vond er één onder hen die hem goed beviel, hij koos haar uit en leidde haar naar Kisehel. Maar toen hij met haar Kisehel naderde, stond de uitverkorene plotseling stil en wilde niet verder gaan.
Hoofdstuk 202: Het maal in de eetzaal. Thubalkaïn kiest zijn bruid. De huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[30] Daarop werden allen stil en de Vader kwam in alle stilte naar hen toe, nu zij op Hem wachtten.
Hoofdstuk 222: Thubalkaïns overdreven eerbetoon aan Henoch. Henochs woorden over de ware verering en over het huwelijk tussen bloedverwanten. De gewijde nacht op de gereinigde berg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Maar wees nu stil, mijn hart, want Hij kijkt alsof Hij iets tegen mij wil zeggen!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Wees dus maar stil, stil mijn domme tong, jij hoogst ellendig stukje vlees in mijn mond! Je zou onze mensheid een mooi lot kunnen bereiden! Een God vertoornen? Om Gods wil!
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Wees nu ook stil, mijn hart, en wacht met grote vrees, angst en beven op de verschrikkelijke uitbarsting! - O, ik ben verloren, ben voor eeuwig verloren!'
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Laten wij daarom maar mooi stil en rustig zijn en ons niet met dingen bemoeien waar we geen verstand van hebben; maar laten wij daarvoor in de plaats liever naar de vruchten grijpen! - Begrijp je mij?!'
Hoofdstuk 253: De twijfel en opvattingen van verschillende gasten omtrent de geheimzinnige Arme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Hier zweeg de Heer en weende Zelf stil van grote liefde en erbarming met de arme kindertjes.
Hoofdstuk 265: Terhads goede toespraak en vurige liefdesverklaring aan de Heer. De ontroering van de Heer en de grote belofte over de geestelijke missie van de aarde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Kom daarom nu weer tot rust, en stoor ons niet meer in de hut, omdat wij de Heer verwachten! En als de Heer verschijnt, dan zal Hij dergelijke vergrijpen wel weten te laken; blijven jullie maar mooi stil en rustig! Amen.'
Hoofdstuk 279: Uranions goede antwoord aan de schreeuwende vrouwen. Ghemela en de vreemde Man, die Zich tenslotte als de Heer bekendmaakt. De liefdesscène op de heuvel en het getier van de andere vrouwen. Henoch en de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Zie, dat dauwdruppeltje leeft, geeft leven aan zijn kleine wereld en wordt juist daardoor als een zichzelf vervolmakend leven. door een reeds hogerstaande levensgraad opgenomen, waarin het dan een steeds machtiger werkende ziel wordt, welke dan niet meer sterft, maar steeds groeiend en stil voortschrijdend zich door de rij der wezens beweegt tot zij haar doel heeft bereikt om hogere stralen op te nemen uit de zon, die jou nu liefhebbend vol warmte bestraalt!
Hoofdstuk 65: De gelijkenis van de dauwdruppel. Het verloop van de ontwikkeling van de ziel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Maar stil nu; zij komen al naar ons toe!'
Hoofdstuk 210: De problemen van de priesters om de slaven los te kopen. Het plan van de tien slimme gezanten slaagt, - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20