Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6869 resultaten - Pagina 14 van 458

...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...
[8] Daarom slechts één woord van U en ik ben volkomen bereid het uit te voeren! En ook al zou het mij mijn leven kosten, dan ben ik in mijn hart er geheel van overtuigd dat het oneindig maal beter is met Uw woord naar het lichaam te sterven, ja een duizendvoudige dood te ondergaan, dan zonder dat nu duizendvoudig te leven!
Hoofdstuk 123: Bij de 'Verdorde hand der aarde' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[482] Er staat verder geschreven dat er een duisternis intrad toen Mijn lichaam aan het kruis hing. Ja, er viel een grote duisternis over Jeruzalem; dat was echter geen uiterlijke, maar een innerlijke duisternis - het was alsof eenieder voelde dat hij iets had verloren, zonder te weten wat dit was. En zelfs de hogepriesters, schriftgeleerden, Farizeeën en tempeljoden, die toch heel erg naar Mijn dood hadden verlangd, ondervonden geen voldoening en vreugde van hun daad.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[481] Toen hij echter zag hoe Mijn lichaam op de grond gewor­pen en op het kruis werd gelegd en de hamerslagen hoorde, die de spijkers door Mijn vlees in het hout dreven, slaakte hij een luide kreet en rende ijlings weg. Zonder ook maar een moment achterom te kijken rende hij door naar een eenzame streek, waar hij zich met zijn gordel aan een wilge­boom ophing. Zijn vergissing, zijn geldzucht en zijn egoïsme kwamen hem duur te staan. Wat er daarna met Judas is gebeurd, zal later nog eens aan de orde komen. Zijn lijk dat van de boom naar beneden was gevallen en door de honden en jakhalzen was aangevreten, werd pas een aantal dagen na zijn dood gevonden. Op dezelfde plek werd hij ook begraven.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[629] De mens met deze edele weetgierigheid omhult zo'n door inzicht verkregen waarheid met de grootste en zuiverste eerbied, ja hij huivert bij de grootsheid van de waarheid in dit Boek; en dit is niets anders dan dat het lichaam in windsels wordt gewikkeld. Hoe vol onschuld en rein deze linnen doeken op zichzelf ook zijn, hetzelfde geldt voor die deemoedige kennis. Maar het dode lichaam, de zalf, alsook de linnen windsels zijn zonder leven en zijn ook niet in staat leven te schenken.
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[657] En ofschoon ook in dit geval bij God niets onmogelijk zou zijn, blijft het de vraag tot welk nut dit voor een ziel zou kunnen dienen? De ziel, die zich eens van het zware lichaam heeft verlost, zou zich waarlijk toch zeer ongeluk­kig voelen als ze weer gedoemd was deel te zijn van het­zelfde zware lichaam - en wel voor eeuwig! Daarbij zou dit ook een verschijnsel zijn dat zich nooit zou kunnen ver­dragen met de eeuwige orde van God - in zoverre God Zelf de meest reine Geest is en uiteindelijk de mensen alleen maar de bestemming hebben tot aan God gelijke, zuivere geesten te worden voor alle eeuwigheid. Waartoe dienen dan hun oude, stoffelijke lichamen nog?! - Immers, de mens zal ook aan gene zijde met een lichaam zijn aange­daan, maar niet met een aards, grof -stoffelijk lichaam, maar hij zal een geheel nieuw, geestelijk lichaam hebben, dat ontstaat uit zijn goede werken hier op aarde, overeen­komstig de goddelijke leer."
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[748] Wat was er intussen met Maria, die Hem zo liefhad, ge­beurd? Ze stond "buiten aan het graf en weende". Haar liefde, die nog sterk aards gericht was, vermoedde nog niets van dit grote hemelse geheimenis. Haar denken wordt nog bepaald door het aardse-stoffelijke, zoals de dingen zich uiterlijk aan haar voordoen. Terwijl ze weent "buigt ze voorover en kijkt in het graf". - En dan komt die deemoe­dige liefde van God, de Heer en Vader met Zijn zalig­makende licht van waarheid haar stap voor stap, zodat ze het kan verdragen, in genade tegemoet. Het geestelijk oog in haar wordt geopend. Aan het hoofd- en voeteneinde van de plaats waar ze het lichaam van Jezus had gezocht, ziet ze, als wachters, twee engelen in witte klederen.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[13] Was U gestorven zonder deze genade, dan zouden zware ziekten, pijnen en wanhoop Uw ziel en lichaam hebben gedood. Dan zou er -na zo'n dood -van jou niets anders zijn overgebleven dan een kwellend en mistig zelf­bewustzijn!
Hoofdstuk 39: Matigheid van Cyrenius in eten en drinken. Jozefs dankgebed en de goede uitwerking daarvan op Cyrenius. Jozef over dood en eeuwig leven. Het wezen en de waarde van de genade (5 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] O mijn goede Heiland Jezus, aan mijn lieve zoon is nu in werkelijkheid datgene overkomen, wat U, Heer mij in Uw tweede brief had voorzegd. Hij is een paar dagen geleden gestorven, en hij heeft mij op zijn doodsbed nog onder veel tranen dringend gevraagd om U in een brief op innige wijze te bedanken voor het voorrecht dat U hem de dood van het lichaam werkelijk geheel en al zonder pijn en zonder enige angst hebt doen doorstaan!
Hoofdstuk 7: Vierde brief van Abgarus aan Jezus (zeven weken na de derde geschreven) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[27] Zie, mijn lichaam, dit afgeleefde zadel van mijn zielom het kruis van God te dragen, ligt nu al koud en dood op het harde strobed. Naar ziel en geest ben ik, die zeventig jaar lang in dit nu dode en van mij afgevallen lichaam heb gewoond, nu vrij; ik leef reeds een eeuwig leven en heb de dood van mijn lichaam niet gezien noch gevoeld, want ronder dat ik mij daarvan bewust was, ben ik in één wonderbaarlijk ogenblik van de mij drukkende last bevrijd. Voel mijn lichaam en over­tuig jullie ervan, dat het volkomen dood is (De vrouwen de kinderen voelen aan het lichaam en ontdekken dat het koud, hard en dood is) .En zie, toch leef ik, en spreek nu met jullie en veel volkomener dan ik ooit heb gesproken! De reden daarvan is dat ik steeds in Jezus, de gekruisigde, heb geloofd en zoveel ik kon naar Zijn geboden heb gehan­deld. En wat Hij in de tempel heeft onderwezen -namelijk, dat zij die Zijn Woord aannemen en ernaar leven, de dood niet zullen zien en smaken -is bij mij nu als eeuwige waarheid bevestigd, want ik heb mijn lichaam afgelegd zonder te voelen hoe en wanneer.
Hoofdstuk 11: De verlossing van een arme man - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[4] De kleermaker zag de opdracht met angst en beven tege­moet, want hij kende zijn cliëntèle wel en wist hoeveel kapso­nes deze bij zulke gelegenheden had. Hij deed dus zijn uiter­ste best en maakte werkelijk een meesterstuk van een baljurk, tot volle tevredenheid van zijn klant. De jurk kon zonder kor­set gedragen worden en toch met veel fijne elastische banden het lichaam zo strak samentrekken, dat onze heldin rond haar middel dunner was dan om haar slanke hals­
Hoofdstuk 6: Het plotselinge einde van een wuft meisje - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[1] Toen Jared de levende roep van Abedam had gehoord, kwam hij ijlings naderbij, - dat wil zeggen veeleer geestelijk dan lichamelijk! Want wat zijn lichaam betreft stond hij niet zo heel ver van Abedam af; maar wat de geest betreft is er eeuwigdurend een steeds grotere toenadering tot Mij zeer wel mogelijk, en wel zo dat zelfs de meest volkomen geest nog voldoende ver van Mij afstaat, opdat hij Mij voortdurend en steeds meer zal kunnen naderen, zonder Mij daardoor ook maar een haarbreed werkelijk nader te komen.
Hoofdstuk 138: De Heer komt de mens eeuwig naderbij. De tegenstelling tussen de oneindig-heid van God en de eindige, begrensde gedaante van de Heer in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Want wanneer iets wat niet leeft door iets anders dat wel leeft alleen maar wordt meegetrokken, zoals ik bijvoorbeeld mijn kleding op mijn levende lichaam meesleep, dan leeft het daarom nog niet, maar is het zonder meer dood vergeleken met mijn leven. Hoewel het ook een eigen kracht moet bezitten, opdat het niet uiteenvalt of zelfs geheel vergaat en mij niet tot kleding kan dienen!
Hoofdstuk 148: De hardnekkige vreemdeling. Henochs goede ontwijkende antwoord. De tegenvraag van de vreemdeling en Henochs nieuwe verlegenheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Wat hebben die arme meisjes, die door Lamechs eindeloze wreedheid verleid en verlokt werden voor zijn laagste doeleinden, jullie dan ooit voor ergs aan gedaan, dat jullie hen zonder genade en erbarmen naar de schandelijkste beerputten en poelen hebt verdreven, opdat zij daar met z'n allen naar lichaam en ziel te gronde gaan?!
Hoofdstuk 173: De derde trap in het paleis van Lamech met de hindernissen voor de drie boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Als men Mij met zijn lichaam in het stof wil eren, moet men zich toch ook dag en nacht zonder ophouden in het stof wentelen!
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Maar omdat de man dat om goede redenen niet heeft gedaan en jullie alleen maar van de heuvel heeft weggestuurd, is hij volgens jullie zonder meer een schandelijk mens! O, dat vind ik zeer aards!
Hoofdstuk 3: De verblufte mannen. Het gepraat van de nieuwsgierige vrouwen. De goede mening van de zuster van Aora. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27  ...