Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1654 resultaten - Pagina 15 van 111

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[6] JULIUS zegt: "Jullie zijn nu Romeins burger en behoeft Je er met meer om te bekommeren wie de rekening voor jullie zal betalen! Want een Romein is nog nooit iemand een rekening schuldig gebleven en de gastheer is door ons vooraf voor vele jaren schadeloos gesteld. Wij kunnen hier nog een vol jaar te gast blijven en.dan heeft hij er nog groot voordeel aan. Maak je er dus nu niet druk over wie tenslotte de rekening zal betalen.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] In het voorjaar moet hij al een keer in de tempel zijn geweest en deze met touwen en gesels gezuiverd hebben van alle wisselaars en duivenverkopers. En het moet nog maar nauwelijks een kwart jaar geleden zijn dat deze heiland begonnen is naam te maken!
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Maar op Mijn verzoek liep Jarah nu bij Raphaël en Josoë en sprak met hen over de plotseling tot uiting gekomen wijsheid van Mathaël, en dat verdubbelde de onzekerheid van de twaalf over Mijn identiteit. Daarbij stelden zij zich de heiland voor als een man, terwijl er zich met Jarah zo gezien slechts twee knapen van ongeveer 12 - 14 jaar oud bezig hielden, en daardoor begrepen de twaalf er niets van. EEN van de hen zegt daarom tegen Suetal: "Vriend, wat ons betreft heb je dit keer wat te vroeg gejuicht! Het meisje is waarschijnlijk een dochtertje van de bekende waard Ebahl uit Genezareth, want wij bergbewoners uit dat gebied hebben haar, als wij in die plaats wat te doen hadden, al vaker in de herberg gezien. Zij loopt nu tussen twee knapen die waarschijnlijk zonen zijn van de opperstadhouder. Geen van deze twee knapen zal de heiland uit Nazareth zijn. Maar nu is de vraag: Wie is het dan? Ik zeg je, broeder , met onze wijsheid komen we daar zeker niet uit. Voorlopig kunnen we dus maar beter zwijgen!"
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] RIBAR zegt: " Ja, ja, je zou best wel eens gelijk kunnen hebben! Weet je, zo heel in het geheim liep ik ook al met deze gedachte rond, zoals een zwangere vrouw met haar vrucht. Maar dan wordt het dubbel zo moeilijk, zowel ten opzichte van de tempel als van de Romeinen, voor wie zo'n echte Messias der Joden, zoals hij voorspeld is, zeker zeer ongelegen zou komen. De tempel berekent weliswaar de komst van de Messias, volgens kabbalistische berekening, uit wijze voorzorg pas minstens over een paar duizend jaar. Die zou, nu het de tempel zo goed gaat, helemaal geen Messias kunnen gebruiken. Maar de Romeinen zouden hem kennelijk liever aan hun kant hebben staan dan aan de Joodse kant!
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Nadat zij de tafel zo zonder hulp van de engel geleegd hebben, zegt SUETAL: "God de Heer, de enig goede Vader van engelen en mensen, zij alle lof! Nu ben ik eindelijk weer eens zo verzadigd als ik in geen half jaar ben geweest! Nu is het niet moeilijk te zwijgen en met alle geduld te wachten op de beloofde woorden van de wijze Griek, die waarschijnlijk zo'n geheim raadsman is van de hoge stadhouder van Syrië, respectievelijk opperstadhouder van geheel Azië. Maar de woorden die onze jonge vriend voorspeld heeft, laten aardig lang op zich wachten!
Hoofdstuk 60: Het geklets van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Kijk, ik ben heus geen profeet en daarvan is er waarschijnlijk ook nooit ofte nimmer een geweest! Maar Ik waag het om nu stellig te beweren, dat de tempel zich met zijn fantastische oplichterijen nauwelijks nog een eeuw zal staande houden, ondanks al zijn veronderstelde voorzichtigheid! Want als zo'n instelling eenmaal te zeer op winst belust wordt verraadt zij zich al gauw, verliest de verheven stralenkrans en het is afgelopen met haar! Tweeduizend jaar schijnt wel de langste periode te zijn voor een leer om zich te handhaven. Dan vervalt zij tot niets en in een kroniek kan men dan nog slechts enkele brokstukken terugvinden.
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Wat jij hier over de grote heiland hebt gezegd is ontegenzeggelijk juist en het is mogelijk dat zijn leer ook met een beter resultaat bekroond wordt dan alle godsdiensten tot op heden. Maar ik zou over vijfhonderd jaar met mijn huidige bewustzijn wel eens willen zien en beleven, hoe deze nieuwe leer er dan over het geheel genomen uit zal zien, vooropgesteld dat het daadwerkelijke volgen ervan, net als bij alle eerdere, afhankelijk is van de vrije wil van de mensen! .
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Als er in het begin slechts één leider aan de top staat, zal het over duizend jaar wemelen van zulke leiders, die bij het brengen van deze zuivere leer hun buik niet zullen vergeten! -Zeg me eens, of ik er met mijn visie zo erg naast zit als je voorheen meende!"
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Tel de gasten eens die hier driemaal per dag gevoed worden met de beste en voortreffelijkste, graatloze vissen, met brood, wijn en allerlei vruchten, met honing, melk, kaas en boter! Bedenk daarbij tevens dat onze gastheer in feite eerder een arm dan een welgesteld mens is. Zijn bezit is ongeveer 170 are, met weinig akkerland en dat is nog zo gezien erg stenig. Het vissen levert nog het meeste op, maar wat stelt dat voor bij zoveel gasten? Het zijn nu bij elkaar zo'n vierhonderd man en allemaal zijn ze geheel verzadigd. Daarbij komen nog de vele lastdieren van de Romeinen en Grieken en geen daarvan komt maar iets te kort. Maar ga eens in de voorraadkamer van onze gastheer kijken, dan zul je d!e volgestouwd vinden met allerlei vruchten en met een grote hoeveelheid van het beste brood, en de diepe rotskelder bevat zoveel wijn dat wij die in geen jaar op zouden kunnen, ook al zouden we er nog zo veel van drinken! Vraag dan eens aan de eerlijke en waarheidslieven de gastheer hoe hij aan dat alles is gekomen, dan zal hij slechts antwoorden: 'Alleen door wonderen zonder weerga van de grote heiland uit Nazareth!'
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Bekijk het gras op de velden eens en zie dan hoe daar de kruiden door elkaar heen staan! Waarom is daar geen orde waaraan ons symmetrisch gevoel een wiskundig plezier zou kunnen hebben?! Overal waarheen je je zintuigen kunt en wilt wenden, zul je bij al het geschapene veel meer chaotische, dan op symmetrische wijze, geordende zaken aantreffen! En toch moet de Schepper ook een juist begrip van de symmetrie hebben, want daarvoor vinden we allereerst in onze menselijke vorm al overtuigende, duidelijk aantoonbare bewijzen. Maar als de goede Schepper zeker in staat is om in één opzicht de grootste symmetrie te handhaven, daar echter anderzijds niet de minste rekening mee schijnt te houden, dan moet daarachter een voor ons, stofwormen, totaal onbekende reden verscholen liggen die maakt dat de Schepper aan de ene kant de grootste symmetrie en aan de andere kant het absolute tegendeel daarvan aanhoudt! Waarom is het ene jaar dan niet gelijk aan het andere, waarom niet de ene dag net als de andere?
Hoofdstuk 64: De goddelijke orde en ons aardse verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] IK zeg: "Ja, in dat geval kan na een verzoek van de ene of de andere partij een echtscheiding worden uitgesproken. Echter geen volledige, maar toch méér dan alleen van tafel en bed, namelijk ook van de wederzijdse verzorgingsplicht en van het erfrecht. Deze twee zaken houden bij een geringere scheidingsreden pas op als de ene partij langer dan drie jaar zonder deugdelijke reden geheel bij de slechts van tafel en bed gescheiden andere partij is weggebleven en zich niet meer om de achtergelaten partij heeft bekommerd, maar alleen eigen plezier heeft gezocht.
Hoofdstuk 71: Nog meer raadgevingen voor echtparen en rechters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De gevolmachtigde moet dan pas toestemming geven voor de huwelijksvoltrekking, als blijkt dat de trouwlustigen steeds serieuzer werken aan de oplossing van hun problemen, en alleen maar willen trouwen uit werkelijke liefde voor elkaar. Als teken van de onverbreekbare echtverbintenis moet hij de belofte van trouw in een boek opschrijven, met daarbij het jaar en de dag van de echtvereniging en hij moet steeds op de hoogte blijven van de latere huwelijksomstandigheden - hoe die zich ontwikkelen, goed of slecht.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Deze man zou er voor alles bij huwelijken op toe moeten zien, dat een jonge man nooit onder de vierentwintig jaar en een jonge vrouw nooit onder de twintig jaar een geldig huwelijk sluit. Want deze leeftijd hebben zij minstens nodig om voldoende gerijpt te zijn voor een. goed en ook geestelijk duurzaam huwelijk. Want te jonge echtelieden richten elkaar door wederzijds zinnelijk genot te gronde, ergeren zich al gauw aan elkaar en zo ontstaan de huwelijksmoeilijkheden.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] RIBAR zegt: "Dat zie ik niet in! Een engel kon toch ook, zoals men nu nog mondeling overlevert, zeven jaar lang een gids voor Tobias zijn. Waarom zou deze het dan niet een paar dagen op aarde kunnen uithouden?! Deze aarde is toch net zo goed een werk van God, als hij dat zelf is!"
Hoofdstuk 77: God laat Zich alleen door de liefde kennen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar de GRIEK zegt: "Zien jullie hier die machtige jongeman niet?! Hij heeft mij geholpen en gered uit jullie blinde geloofswoede; het leven van mij en van mijn enige dochter ben ik hem schuldig. Hij alleen is nu mijn gebieder, en wat hij zal zeggen, zal ik ook doen. Zonder zijn woord en zijn wil zal ik, ook al duurt het tien jaar, geen stap verder reizen!
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...