Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2924 resultaten - Pagina 15 van 195

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[12] En er staat geschreven: 'En God noemde het droge 'aarde' en het nu op bepaalde plaatsen verzamelde water 'zee'.'
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Een vraag is dan: 'Voor wie heeft God die namen bedacht?' -Voor Zich Zelf zeker niet; want het zou toch wat al te lachwekkend zijn, te denken dat de hoogste goddelijke wijsheid er een speciaal plezier in zou hebben dat het haar, zoals dat bij mensen toegaat, gelukt was om het droge 'aarde' en het op bepaalde plaatsen afgezonderde water 'zee' te noemen.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Kisjonah zegt: 'Heer, iedere wens van U is een heilig gebod voor mij! Maar dan kom ik meteen al met een vraag; en die betreft die drie mannen, die hier een paar dagen geleden zo bultengewoon stralend uit het oosten naar ons toegekomen zijn, en die meer in de lucht zweefden dan dat ze met hun voeten de bergweiden beroerden. Deze drie mannen zijn nu voortdurend in ons gezelschap, praten met ons, eten en drinken met ons, zijn erg voorkomend en gedienstig en zien er nu, behalve dat hun gestalte veel edeler is dan de onze, net eender uit als wij.
Hoofdstuk 165: Waarom moeten de mensen geboren worden. (16.3.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als iemand een vrouw kiest en wil trouwen, laat hij er dan op letten dat het meisje, dat hij trouwen wil, zich niet oppoetst -behalve dan met water, wat goed is voor de gezondheid -en niet uitdagend over straat gaat, wat met past voor een vrouw, en ook niet pronkt met haar eventuele andere aantrekkelijkheden, maar in alles ingetogen is, haar lichaam goed bedekt houdt met linnen klederen en 's winters met ongeverfde doeken van schapenwol. Ze moet ook geen kletskous zijn en zich er met op voor laten staan dat ze iets zou hebben. want het is heel heilzaam voor de vrouw als ze niets heeft dan datgene wat ze beslist nodig heeft. Zo'n meisje is een man waard en háár hand moet je vragen. Maar een rijke, ijdele, versierde vrouw, die in zachte en bontgeverfde kleren rondloopt, uitdagend over straat gaat, die zich graag door de rijken en aanzienlijken laat groeten en tegen de armen zegt: 'Zie dat. stinkende bedelvolk eens!' - daarvan zeg Ik jullie, - vermijdt zo'n meisje als een kreng!
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Dan komt een Farizeeër naar voren en zegt: 'Heer en Meester! Dat is allemaal erg mooi, goed en waar, en er is niets tegen in te brengen. Maar als de mensen alle stoffen, die de aarde hen zo rijkelijk schenkt, niet verzamelen en op de juiste wijze bewerken, dan zal de aarde er spoedig als een woestijn uitzien, en geen enkele cultuur zal er dan nog te vinden zijn. Moeten er geen huizen zijn en allerlei scholen? Als dat verdwijnt, dan valt de mensheid binnen zeer korte tijd in een totaal dierlijke toestand terug. Men kan de wereld toch niet volledig aan de kant zetten zolang men in de materie woont!?'
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Hoe moet jullie Messias er dan uitzien? Soms net als jullie? Of moet Hij optreden als een duizendvoudige Simson en met het wapen van Simson zomaar met één slag de mensen bij millioenen doodslaan en dan niet Zichzelf, maar jullie op de heersersstoel zetten, en Zich dan door jullie heel onderdanig laten gebruiken als lastezel, kameel, waakhond, als vechtende leeuw in de woestijn tegen je vijanden, als adelaar, die met zijn scherpe ogen vanuit de hoogte meedeelt, waarvandaan de vijand op je afkomt, zodat je geheelongestoord het geroofde van de hele aarde kunt verbruiken en met de teerste en schoonste meisjes der aarde kunt geilen?! Dat zou pas een Messias voor jullie zijn!
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik vind daarom dat we beter wat kunnen gaan slapen en morgen de verdere en zeker meer verstandige verhandeling voort kunnen zetten! Want het lijkt me toe, dat het toch ook al begint te schemeren, en de morgen zal dus wel niet lang meer op zich laten wachten; verder moeten we de sabbat toch minstens in de passende rust tegemoet treden en niet in een woordenstrijd over onze meningen en opvattingen!
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Bij het scherprecht moet het echter zo toegaan, dat de veroordeelde niet meteen gedood wordt, maar men moet hem een hele dag vijf handbreedten boven de begane grond met handen en voeten aan een paal gebonden te kijk hangen.
Hoofdstuk 174: Gedragsregels voor rechters en wetgevers. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Matthéus, de apostel, Iaat dat niet op zich zitten en antwoordt: 'Wij lopen met onze eigen voeten, net als jullie met die van jullie, en we gaan daarom zo goed en zo vlug we zelf willen, waarvoor we jullie toch hopelijk geen rekenschap behoeven af te leggen; ook hebben we vooraf met jullie geen bindende afspraak gemaakt hoe vlug we voor jullie uit zullen gaan! Houdt dus je mond en ga je eigen weg zoals je kunt en wilt! Wij maken ons niet druk over jullie; waarom maak je je dan bezorgd over ons?!'
Hoofdstuk 175: Sabbatsheiliging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Maar Kisjonah, die steeds naast Mij liep en van wien de akker was, zei tegen Mij: 'Heer, ik zal nu vooruitgaan en meteen een uitgebreide maaltijd klaar laten zetten; want ik heb medelijden met de brave leerlingen vanwege hun kennelijke honger!'
Hoofdstuk 176: Aren lezen op de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] We bereikten de oever toen de avondschemering de omgeving nog goed verlichtte en wij alles nog goed onderscheiden konden. Kisjonah stuurde twee boodschappers naar het plaatsje, om te vragen of er voor tenminste honderd mensen onderdak beschikbaar was. Maar de boodschappers kwamen al vlug onverrichter zake terug, en daarom bleven wij gedurende de nacht in het schip, omdat de wind was gaan liggen en het water heel rustig golfde.
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Dan vragen de ouden nog: 'Loopt ons leven geen gevaar?' En Ahab antwoordt: 'Wat is dat nu toch weer voor een domme vraag! Is het hier dan veiliger voor jullie?! Omdat alles zo in ons nadeel is veranderd, is het voor ons allemaal beter naar buiten te gaan waar we onze voeten nog kunnen gebruiken dan ons hier tussen de vier muren om te laten brengen!'
Hoofdstuk 183: Ahab's list. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ook vraagt Kisjonah Mij of hij een vuur in het schip zal aanleggen, omdat de nachten aan het water, ondanks de zeer grote hitte overdag, gewoonlijk toch nog behoorlijk koel zijn. Ik stem daar mee in, en in de grote vuurpan waarin zich een hoeveelheid zuivere hars, olie en ander licht brandbaar materiaal bevindt, wordt meteen vuur gemaakt; deze grote scheepstoorts stond al gauw in lichterlaaie en gaf over de hele omgeving een intens licht. Dat lokte al heel snel een aantal kijklustigen uit het plaatsje naar de oever, en daaronder waren er die Mij vanaf de dichtbij zijnde oever in het schip herkenden, en die begonnen te juichen, omdat Ik, de bekende wondergenezer, in hun gebied was gekomen; want er waren daar veel zieken.
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Een goed en rechtvaardig man uit dit plaatsje kwam dicht bij het schip en zei: 'Goddelijk grote, wonderlijke Meester! Waarom zou U gedurende de nacht op het schommelende schip U Uw nodige nachtrust door de wind en de gevoelige koude van de nacht laten ontroven!? Deze omgeving aan het water heeft de speciale eigenschap, aan ieder welbekend, dat na een hete dag altijd in dezelfde verhouding een koelere nacht volgt, waardoor de mensen die .hier wonen allerlei ziektes oplopen; Ik heb echter een groot, ruim en goed ingericht huis, zodat U met Uw leerlingen daarin meer dan voldoende plaats kunt vinden, en U kunt daar blijven zolang U maar wilt; waarbij een redelijke hoeveelheid voedsel ook niet zal ontbreken!'
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Wel, Maria is zijn tweede vrouw, hem door de tempel als vrouw gegeven; maar de beide mannen die bij haar zijn, zijn de zonen van Jozefs eerste vrouwen die zetten nu zijn handwerk voort. Maar Ik ben lichamelijk de zoon van Maria en Mijn naam is Jezus!'
Hoofdstuk 189: Duivelse aanval. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...