Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

839 resultaten - Pagina 15 van 56

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[7] IK zei: 'Ja, dat zie Ik wel; Ik wilde daarmee echter alleen maar vragen of jullie niet liever helemaal gezond zouden willen worden en dan liever zouden werken, dan hier zo ellendig te moeten bedelen!'
Hoofdstuk 23: De Heer en de Zijnen in Bethlehem. Genezing en verzorging van veel zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Goed dan, dan blijven we hier, en rustbanken zijn Mij liever dan die luie legersteden, die hooguit voor zieken goed zijn. - Laten we dus opstaan en gaan rusten!
Hoofdstuk 88: De grondslagen voor de geestelijke vervolmaking. Het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Toen liep IK naar hen toe en zei: 'Ik ben degene die jullie zoeken! Willen jullie dan niet liever van het werk van de waarheid leven, dan van deze werken van bedrog en waardeloze leugens?'
Hoofdstuk 93: Het bezoek aan het heilige bos. De vernietiging van de afgodenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] DE VROUWEN zeiden: 'Natuurlijk willen wij dat liever, maar wie zal ons voor werken der waarheid iets geven?! Wij weten allang dat onze goden niets meer met waarheid uitstaande hebben. Maar wat hebben wij daaraan?! Waar halen we betere vandaan, die meer met de waarheid overeenkomen? Deze onware hebben ons toch in leven gehouden; hoe zullen de ware, die we nog niet hebben, ons dan in leven houden?'
Hoofdstuk 93: Het bezoek aan het heilige bos. De vernietiging van de afgodenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Toen begrepen jullie dit niet helemaal; maar nu zal het jullie wel heel wat duidelijker zijn. Wat zouden wij er bijvoorbeeld bij gewonnen hebben als wij toen eens goed op de jongeman ingesproken zouden hebben om toch maar te doen wat Ik hem had aangeraden? Helemaal niets! Hij zou ons dagenlang de wereldwijze argumenten voorgehouden hebben die maakten dat hij zelfs met de beste wil Mijn raad voorlopig niet na kon komen, en we zouden na een paar dagen nog net zo ver geweest zijn als op het eerste moment van onze ontmoeting. Maar wij gingen liever vlug verder, en vonden al gauw een gelegenheid waarbij wij heel veel goeds hebben kunnen doen. Kijk, toen hebben we ook het stof, dat duidelijk van die jongeman afkwam, snel afgeschud en zijn we ongehinderd verder onze weg gegaan!
Hoofdstuk 59: Het wezen van de wereldse mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Maar Ik ontdek nu nog een heel speciale vraag bij Mijn nieuwe leerlingen, en die is:'Ja, als nu juist het vrijwel geheel ontbreken van geloof aan een ware God de eigenlijke basis moet zijn voor de rijpheid van de mensen ten opzichte van God, dan begrijpen wij niet waarom God ten tijde van Noach, toen het geloof in een waarachtige God bij de mensen ook totaal verdwenen was, niet naar hen is toegekomen zoals nu naar ons en hun op eigen grond en bodem een leer heeft gegeven waarmee ze in vrijheid het eeuwige leven konden verkrijgen! Waarom liet God toen liever de erge zondvloed komen om de mensheid die God vergeten had te verdelgen?'
Hoofdstuk 64: Het ongeloof als bewijs van rijpheid voor een nieuwe openbaring, Vergelijking van de mensen ten tijde van Noach en van Jezus. De geestelijke toestand van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Ja, wat moet Ik met jullie blinden doen? Als de nacht jullie liever is dan de levensdag, heb dan maar weer jullie dode afgoden! Jullie zullen echter ook beleven dat er weldra een tijd zal aanbreken waarop het volk hierheen zal komen om zelf de hand aan deze afgoden te slaan, - maar ook aan jullie! Als jullie je daarentegen, ten eerste met hulp van deze betrouwbare getuigen en ten tweede ook met Mijn onzichtbare hulp, aan datgene zouden houden wat Ik jullie voorlopig in het kort heb aangeduid, zouden jullie gered zijn; maar als jullie ondanks dat alles liever jullie goden hebben, zullen zij ook ogenblikkelijk op hun oude plaats staan!'
Hoofdstuk 94: De vraag van de priester om herstel van de afgodenbeelden. Het heilige meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Nou, nou, wind je niet teveel op! Jullie hebben wel juist geoordeeld, maar daar is het hier niet de goede plaats voor. Praat dus liever over iets anders!'
Hoofdstuk 100: De terugkeer naar Chotinodora - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] DE PRIESTERES zei: 'Vriend, ook zonder die raad van jou, die hier totaaloverbodig is, wist ik dat wel! Maar jij begon meteen tegen ons te praten en daarom vereiste de beleefdheid dat we met jou spraken; nu schijn je echter aan het eind van je wijsheid te zijn, en daarom verwijs je mij naar de grote, wijze meester! Dat is best, maar als je dat meteen in 't begin gedaan had, zou dat mij en ons allen liever geweest zijn.'
Hoofdstuk 110: De uiteenzetting van de schriftgeleerde over het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Mocht echter de grote, enig ware God, die u, beste vriend, ons beter wilt leren kennen, zo'n patroon zijn, bespaar ons allen dan een nadere kennismaking met Hem, en nog meer een eeuwig leven onder Zijn heerschappij, want dat zou wel mijn laatste en ergste wens zijn! Dan zou uzelf als god mij aeonenmaal liever zijn! Ja, ik geloof dat dergelijke ervaringen tenslotte ook de anders zo wijze Diogenes genoodzaakt hebben alles te ontvluchten en te verachten wat ook maar enigszins naar een almachtige god rook.
Hoofdstuk 132: De klacht van de hoofdman over de oorlog in het dierenrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Heer en wonderbare grote meester in uw geheime kunst, als u ons daarover een bevredigende uitleg kunt geven, zult u ons een grote weldaad bewijzen! Ikzelf zou nu liever naar huis gaan; want er kan hier best nog zo'n gruwelijk natuurgebeuren plaatsvinden, en dat zou mij dagenlang ontstemmen en ongelukkig maken.'
Hoofdstuk 132: De klacht van de hoofdman over de oorlog in het dierenrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Toen stemden allen direct toe en zeiden dat zij liever vandaag dan morgen weggingen. Meteen werd alles geregeld en binnen een uur hadden ZIJ alles en reisden ook af.
Hoofdstuk 139: De sjacherjoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Ik heb voor hun ogen slechts een klein wonder gedaan, -en toen schreeuwden zij al dat Ik een sabbatschender en godloochenaar was en Mijn daden met behulp van Beƫlzebub tot stand bracht! Wat zouden zij dan wel zeggen en vervolgens doen, als Ik nu in een flits de tempel met alles wat zich daarin bevindt, zou.vernietigen?! O, als Ik dat nu zou doen, zouden jullie gruwel op gruwel beleven en uiteindelijk zelfs heel snel vluchten. Maar omdat er geschreven staat, dat het heil van Jeruzalem zal uitgaan, moeten wij hier slechts door woorden werken, en tenslotte liever zelf de lichamelijke dood doorstaan dan dit volk met bovenaardse kracht aan te pakken, waardoor het lichamelijk en geestelijk zeker vernietigd zou worden.
Hoofdstuk 153: Voorspelling van de Heer over het gericht over de joden. De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'Dat zullen jullie weldra beleven en met eigen ogen zien. Meer hoeven jullie voor die tijd niet te weten. Bedenk echter liever dat wij tot dan nog veel te doen zullen hebben, en dat Ik eerst nog veel zal moeten lijden opdat het hele gericht waarin alle mensen zich nu bevinden, van de stekel van de dood ontdaan wordt! -Maar nu gaan wij rusten om morgen weer hard aan het werk te kunnen gaan; want een slaperig mens is nooit in staat tot geestelijke arbeid.'
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Waar maken jullie je druk over! Als Ik het goed vind, waarom vinden jullie het dan niet goed?! Zij was een zondares, is nu een ware boetvaardige vrouwen Mij juist daarom liever dan veel rechtvaardigen die geen behoefte hebben om boete te doen.
Hoofdstuk 186: De Romeinen en de jonge vrouw eren de heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...