Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 15 van 84

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[5] O, hoe goed voel ik mij nu in dit heilig-ware licht van God! Ja, maar hoe moet ik dan Hem loven en prijzen, die eerst jou zo geweldig heeft opgewekt dat je nu ook in staat was mij zo machtig en buitengewoon op te wekken?! Is het voor een menselijke tong wel mogelijk, woorden uit te spreken die Hem waardig zouden zijn?! Neen, neen, nooit! Iedere tong van een sterveling moet verstommen, waar het levende woord in de machtige vlammen van de nieuw ontwaakte liefde tot God, de heilige Vader, begint op te laaien!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] O, broeder Philopold, wat een nooit te vergelden verdienste heb je je door mij verworven! Hoe kan, hoe moet ik het je belonen?! Vriend, als ik, vanaf nu gerekend, nog zoveel jaren zou leven als Methusalem en mij alle tempels en catacomben van de aardse, menselijke wijsheid ten dienste zouden staan, zou ik uiteindelijk van alle waarheden die jij mij nu hebt geopenbaard, nauwelijks zoveel weten als wat ik daarvan wist toen je begon met mij die wondere zaken te onthullen! Er verging nu slechts een klein uur, en ik sta er nu zo door en door verlicht bij als Mozes op de Sinaï, toen de vlammen van Gods licht zich hoog boven zijn hoofd sloten en hij letterlijk met lichaam en ziel door en door met de goddelijke wijsheid werd doordrongen!
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar in deze uiterlijke, menselijke materievorm in eeuwigheid niet meer, zodra Ik deze binnenkort eenmaal volgens het eeuwige besluit zal veranderen!
Hoofdstuk 226: De belofte van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Daarom geloof ik dan ook dat de hoogste liefde en wijsheid van de Heer, ook meermalen midden op het heldere middaguur van onze geestelijke aarde der menselijke kennis en wijsheid, donkere en duistere wolken voor het heilige aangezicht van de zon van onze geest zal laten komen, om de mensen des te meer te laten dorsten naar het licht. Door het verlies van het licht onderkennen wij pas hoe groot en onschatbaar de waarde van het echte levenslicht is.
Hoofdstuk 230: De Heer zorgt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Maar op de grote Kapra toonde de Geest mij een mens, en zei: 'Kijk, dit is de Heer! In Hém woont de volheid van de eeuwige, grote Geest. Van nu af aan zal deze geest in geheel menselijke gedaante voor al Zijn met rede begaafde schepselen net zo toegankelijk zijn als de ene mens voor de andere. De mensen van Kapra zijn merendeels Zijn kinderen en hun wordt allen een grote, goddelijke macht gegeven als zij, deze kinderen, de wil van deze Mens aller mensen vervullen. Zij die Zijn wil echter niet vervullen, blijven dom en zwak en worden niet als kinderen aangenomen, maar blijven evenals de zielen der dieren net zolang dier tot zij zich de wil van de grote Geest, die in die Ene Mens woont, volledig eigen gemaakt hebben!'
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het is natuurlijk wel waar, dat onder zulke voorwaarden een oorlog onder de mensen van die wereld voorgoed is uitgebannen, omdat daar ook van een zonde nooit sprake kan zijn, maar mij is toch een echte zondaar op deze aarde veelliever dan zo'n Venusmens met al zijn zedelijke reinheid! Zo'n zedelijke reinheid kan ook geen waarde hebben, omdat daarnaast geen geestelijke ontwikkeling kan plaatsvinden. Want als de menselijke geest daar volmaakter zou kunnen worden, moest hij door dat symmetrische gedrag en handelen van de totale morgensterbevolking totaal de moed verliezen, omdat hij vooruit zou willen, terwijl hij als een boom op zijn plaats moest blijven staan!
Hoofdstuk 246: Voordelen van de Venus orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Uiterlijk heeft daar geen mens iets voor op de ander, noch in zijn gestalte, noch in zijn kleding en woning, daarom wordt daar alles slechts naar de innerlijke waarde beoordeeld. Tengevolge van de gelijke, uiterlijke ontwikkeling hebben ook alle mensen een geheel gelijke gedaante, die door de altijd gelijke kleding nog meer op elkaar gelijkend wordt gemaakt dan zij in werkelijkheid is.
Hoofdstuk 246: Voordelen van de Venus orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Na een nauwgezet onderzoek sprak de dokter luid zijn oordeel uit, daarin gesteund door het overeenkomstige getuigenis van allen die zijn conclusie juist en geldig en waar bevonden, en hij voegde daar nog aan toe: "Niet nu, maar reeds gisteren, een uur nadat zij in het water terechtkwamen, waren zij al net zo volkomen dood als zij nu zijn! Te oordelen naar de neus en de geur is de ontbinding al ingetreden. Geen menselijke kennis, kracht en macht roept deze negen mensen meer in het leven terug! Dat kan Hij alleen maar, die op de jongste dag alle doden uit de graven weer in het leven terug zal roepen !"
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] En aan de hand van deze waarnemingen kan ik dan ook gevoeglijk aannemen -dat wil zeggen volgens onze menselijke begrippen -, dat het voor God de Heer tenslotte toch wel erg saai moest worden, hoewel Hij toch de gehele oneindigheid vol onovertrefbare, wondere werelden om Zich heen zou hebben, maar waarop geen levend wezen zou bestaan dat Degene, die het uit Zijn liefde had geschapen, zou kennen en liefhebben, en dat veel plezier zou beleven aan de talloze wonderwerken van Zijn wijsheid, macht en kracht. Maar om Hem te kunnen kennen en lief te hebben, moet de Schepper het schepsel -en de Vader het kind -zó tegemoetkomen en Zich zó aan hem openbaren dat het voor het schepsel en vooral voor het kind mogelijk wordt de Schepper, de Vader, als zodanig te kennen.
Hoofdstuk 239: De gedachte dat God Zich verveelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Toen legde Raphaël bij ieder de handen tegelijkertijd op voorhoofd en borst en op hetzelfde ogenblik waren de drie met de ogen van hun ziel aanwezig op de planeet Venus en kregen een goede indruk van bodem, schepsels en inrichting en hoorden zelfs de daar aanwezige mensen spreken juist tijdens een bijeenkomst ter verering van de grote Geest der geesten. En daar werd het volgende gezegd: "Mensen van deze mooie aarde, die de grote Geest schiep zoals Zijn oog dat wenste, wij zijn hier bijeen om deze grote Geest onze lof en onze verering op te dragen! De grote Geest is zeer machtig en wijs, daarom kunnen wij Hem ook alleen maar eren door ons tegenover Hem in al ons handelen zelf als wijzen te gedragen. De ware wijsheid bestaat uit de grootst mogelijke orde. De hoogste graad van deze orde is de symmetrie. Laten wij ons zelf beschouwen als het hoogtepunt van de gehele schepping! Hoe symmetrisch is de bouw van onze ledematen! Welk een gelijkenis hebben onze beide ogen, onze beide oren, onze beide handen en onze beide voeten! Kijk naar onze gestalte! Wie kan er zeggen dat er tussen ons niet de grootst mogelijke, fysiologische gelijkenis bestaat? Als er in onze karakters en temperamenten geen verschil zou zijn, zou er geen persoonlijke herkenning mogelijk zijn!
Hoofdstuk 245: Op Venus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De PERZEN zeggen: "Dat denken wij ook! Want wat alleen de macht van de goddelijke wil mogelijk is, is geen mens, die zelf slechts een schepsel is, mogelijk tenzij Gods wil met en door de menselijke wil werkt. Dat is onze mening en wij geloven daarmee niet op de verkeerde weg te zijn. -Maar nu gaat iedereen naar het water en daarom zullen wij nu ook aan boord van onze vaartuigen gaan, want bij deze gelegenheid zal beslist weer veel wonderbaarlijks gebeuren en daar moeten we bij zijn.
Hoofdstuk 6: De hebzucht van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] En Iet nu op! Het menselijke hart kun je ook vergelijken met een tuintje. Het is wel wat klein, maar als je het volgens de leer van de Heer heel vlijtig bewerkt en geen moeite spaart om alles wat je gehoord hebt in daden om te zetten, dan zul je ook weldra zoveel zegen en genade uit de hemelen inje eigen hart bezitten dat je tenslotte wat ziel en geest betreft reeds geheel uit eigen middelen zult kunnen leven en niet doorlopend onze raad en hulp nodig hebt!
Hoofdstuk 24: De verzorging van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] RAPHAËL zegt: "Vriend, daarbij zul je van mij weinig of helemaal geen hulp nodig hebben. Laat het dus maar zo zoals de Heer heeft bepaald! Je kunt weliswaar overal van afzien - want tegen de menselijke vrije wil in bepaalt de Heer nooit iets, behalve de maat en de vorm van het lichaam -; maar het schenkt de mens nu juist niet zo bijzonder veel zegen als hij te weinig aandacht schenkt aan dat wat de Heer, ook als is het maar met de geringste aanduiding, heeft aangeraden. - Begrijp je dat ook?"
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] In je hart zegje nu natuurlijk wel: 'Hoe zou dat zonder U, o Heer, mogelijk zijn geweest! Waar zouden we het vandaan hebben moeten halen en van wie zouden we het hebben moeten Ieren?' Dat is ongetwijfeld waar. Deze kennis vereist natuurlijk wel een dieper onderzoek van de totale menselijke natuur dan dat men alleen maar uit jarenlange ervaring weet welk kruidenaftreksel de klachten van een overladen maag het snelst opheft. Maar de onsterfelijke mensenziel is het ook waard dat men zich wat meer bekommert om haar veelzijdige geaardheid dan om de toestand van een uit vraatzucht overladen maag!
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Overigens blijf ik toch wel bij mijn principe, dat een door strenge wetten beschermd privé-bezit duizendmaal slechter is voor de menselijke samenleving, dan een vrij, gemeenschappelijk bezit! Mijn motieven tegen deze echte doos van Pandora heb ik reeds kenbaar gemaakt en daarom hoef ik ze niet meer te herhalen. Alleen dit voeg ik nu daaraan toe, dat ik in het vervolg, terwille van de ellendige dwang van het uiterlijke, ruwe geweld het in praktijk brengen van mijn principe zal laten varen!
Hoofdstuk 46: Zorel vraagt om vrije aftocht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...