Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

30449 resultaten - Pagina 15 van 2030

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[16] En Horadal stond op en was van pure ontroering lange tijd niet bij machte ook maar een woord over zijn lippen te brengen.
Hoofdstuk 104: De wonderbaarlijke spijziging van het volk. Horadals woorden van dank en liefde. Liefhebben betekent leven in de geest - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Heeft de hoge Abedam niet meer aan je verdiend, dan dat je Hem nu wilt loochenen en je mij liefdeloos over alle bergen wilt wegpraten uit pure naijver over Mijn wijsheid?!
Hoofdstuk 150: De deemoediging van de eigenwijze Abedam door de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Ik zeg jullie: Dat is allemaal ijdele dwaasheid! Zie, als iemand een handwerksman is en hij heeft een stuk gereedschap nodig, - zou het dan niet volkomen dwaas van hem zijn, als hij uit pure achting voor het werk dat hij met het stuk gereedschap moet verrichten. het werktuig eerst een tijdlang in stof en vuil zou wentelen?!
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Je zegt: `Zeker niet!' Maar omdat ik nu de gevangenissen heb geproefd, zou het dan nu toch pure of smerige politiek mijnerzijds zijn om de arme Man volgens Lamechs uitgesproken wil als de enig ware God van hemel en aarde te erkennen!
Hoofdstuk 262: De door de Heer terechtgewezen twijfelaar in gesprek met een van zijn vrienden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] En Zuriël antwoordde haar: 'Luister, dochter van de Heer, die vraag is overbodig! Het leven is overal een en hetzelfde en er kan op zich geen verschil zijn tussen leven en leven, wanneer het een leven vanuit de Heer is; maar is het leven niet vanuit de Heer, dan is het ook geen leven meer, maar een pure dood, die weliswaar ook bewust is van zichzelf, maar dat bewustzijn is slechts zelfbedrog. Want alles wat een dode zich bewust is, heeft de vorm van een slechte ijdele droom omdat zijn wereld geen grond heeft en al zijn bezit nog minder voorstelt dan het luchtigste schuim!
Hoofdstuk 10: Ghemela's vragen over het leven aan deze en aan gene zijde. Het antwoord van de geest Zuriël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Voor mij is alleen de Vader nu alles in alles; en al het andere is voor mij een puur niets! Ook jij, Henoch, bent alleen in zoverre iets, omdat je de uitsluitende liefde tot de Vader in je hart bergt, maar voor het overige ben je voor mij gelijk aan de andere dingen die slechts pure schepselen zijn, en net als Purista, alsof je helemaal niet bestaat!
Hoofdstuk 98: Henoch geneest de gemoedszieke, verliefde Muthaël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na deze woorden van Henoch aan Lamech kwam Adam pas weer tot zichzelf en vroeg aan Henoch: 'Luister, mijn geliefde zoon Henoch! Wat is dat nu voor een verschijnsel? Een gloeiende Muthaël, die bij Purista de hemel der hemelen meende te vinden, - die zich gisteren nog in de wonderbaarlijkste diepten over Purista verloor, welke diepten als onberekenbare gevolgen van de genade uit de door God beloofde verbinding noodzakelijk moesten voortvloeien; een Muthaël, zeg ik, die mij voorspelde dat het behoud van het menselijke geslacht op deze aarde zou afhangen van deze door God beloofde verbinding, - die is nu een pure verachter van Purista geworden, en zoals het mij voorkomt, is zij hem onverschilliger geworden dan ons het deel van deze aarde dat we nog helemaal niet kennen!
Hoofdstuk 99: Adams verwondering over Muthaëls innerlijke verandering. Purista in verlegenheid. Muthaëls woorden over de ijdelheid van alle neigingen. Purista's berouw en verzoek om vergeving. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Dit soort mensen is niet alleen het moeilijkst te verbeteren, maar hun verbetering is een nagenoeg pure onmogelijkheid, en wel omdat zij het naargelang de stand van zaken meteen met alles eens zijn.
Hoofdstuk 124: Woorden van de Heer over het wezen van de getrouwen en de ontrouwen. De onverbeterlijkheid van hen die verslaafd zijn aan verstrooiing. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Want de strijdende partijen waren wel overeengekomen dat het erkennen van een god, desnoods ook van meerdere goden, voor het volk nodig was om de orde te handhaven. Maar dat bewustzijn moest bij het volk niet worden bereikt door op blind geloof gerichte lege praatjes van predikers, wilde het ooit geworteld raken, maar op de pure wetenschap, dus door het onderzoek van de natuur, door wiskunde, door filosofie en God waardige vertolkingen van de kunst!
Hoofdstuk 144: Andermaal een beroep op de twee wijze raadslieden. De wereldse hervormingsideeën van de raad van duizend. De weerstand van de twee wijzen en hun terugkeer op de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] 'Luister, mijn beste Waltar! Je zuster is een wereldwonder; haar schoonheid overtreft al mijn eerdere voorstellingen, en als ik bedenk dat dit meisje eenenzeventig jaren telt, dan staat zij niet als een menselijk wezen voor mij, maar als een pure hemelse godin die nooit ouder wordt, maar de eeuwige jeugd zelve is.
Hoofdstuk 256: Gurat maakt Agla het hof. De verklaring van de teleurgestelde Waltar aan zijn zuster en aan de koning. Agla verstaat de vrouwelijke kunst om Waltars liefde te beproeven. De bedrogen Waltar. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Broer, ik hoop dat je niet weer tekeergaat tegen God de Heer omdat Hij je zo'n eindeloos grote genade heeft bewezen?! Zie, het is niets anders dan pure, verborgen hoogmoed die in je schuilgaat!
Hoofdstuk 349: Noachs vermanende woorden aan de morrende Mahal. De bouw van de kleine ark voor Mahal en de zijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Wel, jullie zijn al in zijn sfeer en staan stomverbaasd. Wat zien jullie dan eigenlijk? Jullie kunnen van pure verbazing bijna geen woord uitbrengen! Dat is ook niet nodig, want in dit geval hoeft er met Mij niet veel gepraat te worden omdat Ik hetzelfde zie wat jullie zien en bovendien ook nog oneindig volmaakter.
Hoofdstuk 6: Het geestelijke kosmische diorama. De sfeer van de eerste geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kennen jullie daar, tamelijk op de voorgrond, die vriendelijke man die wordt omgeven door een menigte grote en kleine mensengeesten? Kijk, hoe hij hun allervriendelijkst en liefdevol het grote geheim van de Mensenzoon leert en hoe elk woord uit zijn mond als een heldere ster tevoorschijn komt! Maar zie, onze goede gastheer en vriend heeft ons al opgemerkt. Hij staat op van zijn stralende zetel en snelt ons met open armen tegemoet. Kennen jullie hem nog niet? Kijk, hij is al heel dicht bij ons. Bekijk hem maar eens heel nauwkeurig; jullie moeten hem kennen. Als jullie hem nog niet herkennen aan zijn sprekende gestalte, dan zullen jullie hem toch zeker wel herkennen aan zijn oude, altijd dezelfde en getrouwe groet!
Hoofdstuk 9: De sfeer van de vierde geest. Het geheim van de Mensenzoon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Deze plek is een bron vol levend water. Maar deze bron is goed dichtgestopt en als het ware met lood afgedicht; er kan dan ook niet één druppel opborrelen. Maar toch zeggen alle pocherige waterradbelanghebbenden dat al het water in het bassin een zuiver levend water is en dat het leven van dit water alleen van hen afhankelijk is. Zij hebben de macht om het water te laten leven of het te doden. Het rad zou hen door God gegeven zijn en het vermogen hebben het water tot leven te brengen zolang het door hen wordt aangedreven. Wordt het water echter niet door hen aangedreven, dan zal het daardoor dood worden en niemand meer tot leven dienen. Zij zeggen ook: alleen dit ene waterbassin is onder de vele andere gelijksoortige die zich er nog omheen bevinden, het enige bassin dat het waarachtige levende water bevat. In alle andere is het water dood en de beweging daarvan, die lijkt op die van dit levende water, is niets anders dan pure na-aperij, dus puur bedrog. Wie zich ook maar laat verleiden om zijn roeiboot in een van die andere waterbassins te leggen, gaat zonder meer ten onder.
Hoofdstuk 15: Het bassin met het liggende schoepenrad. De profetische sfeer van Daniël - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Hij zegt: we weten de weg niet, maar dit eiland werd ons toegewezen ooi ii er te wonen en om in ons onderhoud te voorzien. Er kwam niemand die ons verder bracht en het ontbrak ons steeds aan moed om uit eigen beweging een ons zo'n eindeloos lang lijkende reis te kunnen ondernemen. De meer wijzen onder ons zeggen dat de morgen, waarvan we het licht van hieraf goed zien, eindeloos ver weg ligt. Daarom denken we dat dit met onze krachten nooit te bereiken is en er blijft ons dus niets anders over dan ons grote verlangen daarheen zoveel mogelijk te temperen. Maar bovendien vinden we nog dat hetgeen we hier bezitten, al veel te veel voor ons is en dat dit alles pure genade en ontferming is van de Heer. Daarom zijn we er ook heel dankbaar voor en tevreden mee. Slechts één ding zouden we eens willen meemaken, dan zouden we voor eeuwig oneindig gelukkig zijn, en dat ene is dat we slechts eenmaal de Heer te zien zouden krijgen!
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...