Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1614 resultaten - Pagina 15 van 108

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[3] De gefingeerde magiër moet volgens uw leugens wijn uit water hebben gemaakt, ook dat kan ik u daadwerkelijk laten zien! Kijk, daar staat ook een lege kruik, laten we deze met water vullen! (De kruik wordt met water gevuld.) Kijk, hier staat hij vol met water! Ik heb de kruik niet aangeraakt en toch is het water uitstekende wijn geworden! - Proef, of u deze lekker vindt!"
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Stahar proeft het water en merkt nu werkelijk dat het uitstekende wijn is geworden.
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Stel, dat je zag dat er iemand in het water viel! Je zou de ongelukkige heel graag willen helpen, -maar je weet dat je niet kunt zwemmen. Als je de drenkeling naspringt, verdrinken jullie beiden. Als je echter goed zou kunnen zwemmen, zou je zeker zonder meer de ongelukkige naspringen en hem redden. Maar omdat je helemaal niet kunt zwemmen, spring je hem ondanks dat je hem heel graag wilt redden toch niet na, maar je zoekt snel iemand die de ongelukkige nog zou kunnen en willen redden!
Hoofdstuk 171: Het geestelijk opnieuw geboren worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] JARAH zegt een beetje ironisch: "Weet u, geëerde gebieder, zo haalt men de rotte vis uit een vijver, die men probeert te zuiveren omdat de rotte vis het water stinkend en onrein en daarom ook ongezond maakt! -Is dat duidelijk, geachte overste Cornelius?!
Hoofdstuk 173: Vraag en beloning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] HEBRAM ging daarop naar overste Stahar en zei: "Kijk, wij zijn hier met dertig man, net als u door de tempel het land ingestuurd om heidenen voor de tempel te werven; een moeilijke zaak! In ontwikkeling zijn de heidenen de huidige tempeljoden echter overal tweehonderd jaar vóór. Moeten wij dan de zienden blind maken en ze in de macht brengen van het vervloekte water van de tempel!? Dat gaat niet en iets anders gaat ook niet! Dat zei ons ons verstandige hart en daarom zijn wij allen Romeinen geworden, en ons getuigenis tégen de tempel zal voor veel mensen erg verhelderend werken. Maar wij kregen hier nog een groot, heilig getuigenis, dat een stralender licht geeft dan duizend zonnen tegelijk. Het is een eeuwig licht, dat reeds vóór de schepping van alle werelden heeft geschenen voor alle engelen, die levende vlammen waren uit de eeuwige vlam in God die liefde heet.
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Het licht komt wel van ver, maar de warmte wordt pas hier opgewekt. Deze ontstaat doordat bepaalde natuurgeesten in de lucht, in het water en in de aarde door het licht geactiveerd worden. Deze activiteit veroorzaakt datgene wat wij als warmte, en bij nog grotere activiteit van de eerder genoemde geesten, als hitte waarnemen en ook zo noemen. Net zoals het licht oneindig versterkt kan worden, zo kan ook de warmte en de hitte groter worden.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Over hoe het er binnen in het verschrikkelijk grote zonnehemellichaam uitziet, geeft mijn gevoel mij aan, dat daar nog meer hemellichamen als holle kogels in elkaar passen en van elkaar gescheiden kunnen zijn door afstanden van twee-, drie tot vierduizend uur. Deze afstanden zijn echter niet constant, omdat deze inwendige zonnelichamen vaak erg uitzetten en dan weer tot de normale grootte inkrimpen. De holle ruimten zijn gevuld met water of ook met allerlei soorten lucht.
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Kijk eens naar welke dienaar dan ook die erg goed beloond wordt! Hij heeft vrijwel alles wat zijn schatrijke heer heeft. Hij kan de beste spijzen genieten en wijn drinken van de gastvrije tafel van zijn heer. Als zijn heer reizen maakt over water of land, neemt hij zijn dienaar mee, en waarvan de heer geniet, daarvan geniet zijn dienaar ook. Maar toch is het genieten van beiden verschillend.
Hoofdstuk 177: Het belang van de vrijheid van de menselijke wil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] OURAN zegt: "Ik dank U voor deze belofte, die nu al bijna geheel in vervulling is gegaan. Mijn tenten, die zelfs bij de grootste wolkbreuk geen druppel water doorlaten, staan nu allen ten dienste die daarvan gebruik willen maken. Zelf zal ik echter ook bij U, o Heer, bulten blijven.
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Vissen springen uit het water om de laagvliegende muggen te vangen; Ook vermeit zich een steeds groeiende zwerm zeemeeuwen en zwaluwen boven de wateroppervlakte en helpt de vissen om het aantal muggen te verminderen. Het water wordt op verschillende plaatsen erg onrustig en hoog in de lucht dwarrelen de wolken steeds dichter en wanordelijker door elkaar. In het westen is ononderbroken het rollen van de donder te horen en de stormvlagen boven de volle zee beginnen met hun vreesverwekkende razende en loeiende strijd.
Hoofdstuk 186: Voorbereidingen voor de naderende storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] MARCUS zegt: "Dat is allemaal mooi en goed, maar waarvan zullen de arme mensen nu moeten leven? Want U ziet toch wel dat de onophoudelijke hagel alles totaal verplettert en het stromende water alle aarde in zee spoelt! En duizenden mensen en huisdieren worden nu gedood en zij die het leven ervan afbrengen, zullen naderhand zeker aan de hongerdood zijn overgeleverd! Dat is toch een wel wat al te harde en zware bestraffing met de allerdikste tuchtroede ter wereld!"
Hoofdstuk 187: De storm. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Kijk eens naar je tuin en je kleine akkers. Noch het water noch de hagel beschadigt daar ook maar iets. Maar kijk dan eens naar de rest van de omgeving en je zult daar zo'n verwoesting vinden, als je niet zo gauw ooit eerder hebt meegemaakt!
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] De storm neemt nu echter weer af en ofschoon de hagel is opgehouden, valt de regen nu zo dicht uit de hemel, dat het water zich op de vlakke bodem meteen tot halve manshoogte verzamelt en dan met verschrikkelijk kabaal wegstroomt, zodat zelfs de zee de geweldige toevloed begint te bespeuren, wat toch echt geen kleinigheid is. Huizen, bomen en duizenderlei andere zaken spoelen naar zee. Ook veel vee, zoals kippen, alle soorten vogels, die door de hagel gedood zijn, ontelbare varkens, ezels, koeien, ossen, schapen, geiten en hazen, reeën en herten krijgt de zee te verwerken en het zeer grote aantal vissen, dat deze binnenzee herbergt, zal zich daaraan tegoed doen, er zeer vruchtbaar van worden en zich zeer vermeerderen. Dat zal dan een goede schadeloosstelling zijn voor de arme Joden, die hier toch al niets verliezen konden, omdat zij weinig of niets bezaten. De weinige welgestelden waren in hun hart echter al tamelijk Grieks hard en gevoelloos geworden en het zal hun ziel zeker niet schaden, zich nu ook net als de anderen te gaan bezighouden met vissen en bedelen.
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] IK zeg: "Niets, dan dat jij en je broeders allemaal blinde vissen zijn in troebel water! Zeg Mij eens wat jullie, terwijl Ik zo duidelijk bij jullie was, onder de tafels en banken gejaagd heeft!"
Hoofdstuk 188: Het oordeel over de landstreek van Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Na Mijn woorden verlaat de engelogenblikkelijk ons gezelschap, maakt een boot los -die vol met water stond, maar dat had Raphaël al gauw tot de laatste druppel over boord -en voer daarop als een pijl zo snel de geweldige orkaan tegemoet en bereikte in een paar ogenblikken het in nood verkerende schip.
Hoofdstuk 189: Schip in nood in volle zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...