Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5489 resultaten - Pagina 15 van 366

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[2] "O vader, o Henoch, nu is me alles duidelijk; jullie beiden, jij, geliefde vader, en jij, geliefde zoon, zullen mij mijn door angst ontstane vergissing wel willen vergeven; maar zal de Heer dat ook doen, tegen wiens allerheiligste woord ik me in de eigenlijke zin van het woord heb gekant? Hoe kan ik daar vergeving voor krijgen?
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] O vader Adam, noem me nooit je zoon; want jij bent uit God, ik echter uit een overvloed van alle weerspannigheid! Zie, ik wil slechts je knecht zijn, ja jullie aller knecht wil ik zijn, jullie dienen als een slaaf uit de diepte en stom zijn als een steen om daardoor de Heer genoegdoening te geven, omdat ik me in duisternis gedompeld heb, terwijl de Heer in woord en daad zoveel licht over mij uitgestort heeft!
Hoofdstuk 84: Adam richt wijze woorden tot Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Adam keek Seth geheel uit het veld geslagen aan en wist niet wat hij om zijn eer te redden, als vader tegen zijn zoon daarover zou moeten zeggen. Eerst na enige bezinning kwam hij ertoe hem te beduiden geduldig te wachten tot een meer gelegen tijdstip; want nu moest hij aan wat anders denken.
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Deze vraag bracht de arme Seth in een volkomen sprakeloze verlegenheid: "Want", dacht hij, "zeg ik het, dan word ik een verrader; zeg ik iets anders, dan word ik een leugenaar; en zeg ik niets, dan word ik een ongehoorzame zoon en sta ik daar te kijk als iemand die mokt of zijn vragende vader geen antwoord waardig keurt!
Hoofdstuk 93: Adams nieuwsgierigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Eén uit het midden van de oudsten vroeg aan Henoch: "Beste jonge zoon van je vader Jared, die een kleinzoon is van degene die bij je is en die een zoon is van mijn broer, vertel mij eens, als je wilt en mag, wie eigenlijk die stevig op de tijger gezeten jongeling is en waar hij vandaan is gekomen!
Hoofdstuk 104: Asmahaël neemt Abedam als reisgezel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Nietwaar vader, nu zul je niet boos zijn op je zoon en zijn woorden niet beschouwen alsof zij een halve leugen zijn, maar je zult inzien dat Mahalaleël niet op een dwaze wijze een band los zal willen maken, luister goed, waarmee God je tong getooid heeft.
Hoofdstuk 106: Over wat zich afspeelde tussen Kenan en Mahalaleël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Zie, vader, daar het de moeite waard is om over Asmahaël te spreken, ben ik zo vrij de vraag om te keren; en wees jij daarom zo goed, mij, je zoon, die ten opzichte van jou arm en behoeftig is, datgene mee te delen wat je van mij verwachtte!
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Of is het tegen de ordening in, als het de zoon juist daarin aan licht ontbreekt, waarover zijn vader hem bevraagt?! Kan ik er iets aan doen dat ik geen helder antwoord op je vraag geven kan?! En faal ik, wanneer ik, als jouw zoon, aan mijn vader om raad vraag?!
Hoofdstuk 108: Seth komt in verlegenheid tengevolge van de wedervraag van Enos - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar daar de heilige, eeuwige, meest wijze en liefdevolle Vader iedereen een eigen vrije wil heeft gegeven, evenzeer als een eigen hart, is het dan niet onredelijk als de oudere nooit ofte nimmer rekening houden wil met de vrije levens uitingen van zijn volwassen zoon?!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Ik zeg je, hoewel het voor de zoon beter is zijn leven lang zijn vader te gehoorzamen en hem in niets te weerstreven, is het bijzonder verstandig van de vader als hij zijn zoon vanaf zijn geboorte in zo'n richting leidt, dat deze voortaan in staat is zelfstandig en vrij te handelen en daarna als vrij mens uit eigen liefdesdrang weer naar zijn vader terugkeert en tegen hem zegt:
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] 'O vader, zie, uw zoon is gekomen en wil u op handen dragen!'
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Het gaat er hier allemaal zo gespannen toe; ieder woord is een preek en de vader spreekt zo met zijn zoon alsof de zoon zijn woorden niet waard zou zijn, en aan de zoon schijnt het woord van zijn vader dikwijls geheel te ontgaan of op zijn minst schijnt hij het niet te begrijpen. Zie, dat is bij ons beiden nu al het geval: vader Henoch heeft gesproken en althans ik heb er ontzettend weinig van begrepen, behalve dat wij ons stevig aan Asmahaël vast moeten houden en dat het ons morgen allemaal duidelijk zal worden.
Hoofdstuk 114: Het ongeduld van Lamech. Het antwoord van Methusalah - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En Methusalah vatte moed en zei het volgende tegen zijn zoon: "Mijn geliefde zoon Lamech, luister, ofschoon het weliswaar volgens de orde is dat een vader zijn zoon onderwijst omdat hij ziet dat de onervaren zoon iets onbezonnens of iets heel aanmatigends doet, of de zoon komt met vragen bij zijn vader om iets uit diens voorraadkamer met ervaringen te halen, dat hem van dienst kan zijn,
Hoofdstuk 121: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] zeg me dan eens en begrijp het zelf goed, wat er wel aan te doen zou zijn, als de zoon naar zijn vader komt en hem vraagt of hij hem iets uit zijn voorraadkamer met ervaringen zou willen geven en de vader moet dan tegen zijn zoon zeggen: 'Beste zoon, kijk, op dit punt zijn onze kamers even oud en heeft de ene nergens ook maar het allergeringste voordeel boven de andere, omdat heden onze ogen tegelijk voor de eerste keer en ook precies op dezelfde tijd een en dezelfde Asmahaël hebben aanschouwd!
Hoofdstuk 121: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Jij, Methusalah, trek de liefde van je zoon tot je, en jij, Lamech, neem het geduld van je vader over, dan zul je de vreemdeling weldra met heel andere ogen bezien! Amen. Begrijp me goed, amen."
Hoofdstuk 122: Asmahaël vertelt een gelijkenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...