Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 15 van 149

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[13] Daarom moeten deze wijze gevolmachtigden voor het sluiten van huwelijken geen vreemde, in een gemeente binnen gekomen, maar altijd uit de plaats afkomstige mensen zijn, die de mensen, jong en oud, bijna zo goed als zichzelf kennen. Dan worden daardoor .zeker de vele slechte huwelijken verhinderd, en er zal dan veel zegen zijn in zo'n gereinigde gemeente.
Hoofdstuk 72: Onderzoek van toekomstige echtparen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De gevoelens in de mens zijn als een veelarmige poliep in zee die zijn vele armen steeds naar voedsel uitstrekt, maar in dit dier is verder beslist geen andere intelligentie waar te nemen.
Hoofdstuk 77: God laat Zich alleen door de liefde kennen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Het domme volk vereerde de Perzische magiër als een god en spekte zijn zakken met allerlei kostbare zaken. Toen ik er een paar waarvan ik dacht dat ze verstandiger waren, wilde overtuigen, noemden zij mij een lasteraar en ik kreeg maar net de tijd om mij uit de voeten te maken. Ik kwam daardoor tot de overtuiging, dat ten eerste zulke magiërs heel scherpzinnige, rare snuiters zijn, die met hun eventuele kennis en opgedane ervaringen op het gebied der natuur zich de domheid van de vele andere mensen, die net als vee vegeteren, ten nutte weten te maken. In de tweede plaats merkte ik dat zulke oerdomme mensen ook door de beste wil van een wijze mensenvriend nooit helemaal op de goede weg te brengen zijn.
Hoofdstuk 55: Vergelijkingen met de wonderen van magiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Tel de gasten eens die hier driemaal per dag gevoed worden met de beste en voortreffelijkste, graatloze vissen, met brood, wijn en allerlei vruchten, met honing, melk, kaas en boter! Bedenk daarbij tevens dat onze gastheer in feite eerder een arm dan een welgesteld mens is. Zijn bezit is ongeveer 170 are, met weinig akkerland en dat is nog zo gezien erg stenig. Het vissen levert nog het meeste op, maar wat stelt dat voor bij zoveel gasten? Het zijn nu bij elkaar zo'n vierhonderd man en allemaal zijn ze geheel verzadigd. Daarbij komen nog de vele lastdieren van de Romeinen en Grieken en geen daarvan komt maar iets te kort. Maar ga eens in de voorraadkamer van onze gastheer kijken, dan zul je d!e volgestouwd vinden met allerlei vruchten en met een grote hoeveelheid van het beste brood, en de diepe rotskelder bevat zoveel wijn dat wij die in geen jaar op zouden kunnen, ook al zouden we er nog zo veel van drinken! Vraag dan eens aan de eerlijke en waarheidslieven de gastheer hoe hij aan dat alles is gekomen, dan zal hij slechts antwoorden: 'Alleen door wonderen zonder weerga van de grote heiland uit Nazareth!'
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Steeds viel er iets zuivers en goddelijks weg en kwamen er wereldse, menselijke voorschriften voor in de plaats, zodat het enige dat werkelijk voor ons behouden is gebleven, thans alleen bestaat uit de namen, maar verder is alles van Mozes zo goed als verdwenen. Alleen datgene wat de tempeldienaars nog een zeker goddelijk aureool geeft is gebleven. Het strafrechterlijke heeft men in stand gehouden, om daardoor uit hoofde van een als het ware door God gemachtigde betweterij, de mensen op duivelse wijze te kunnen kwellen. Maar het eigenlijke goddelijke is allang volledig uitgebannen. Terwille van de tien geboden van God laat men voor zichzelf geen grijs haren boetekleed meer maken. Echtbreuk bij mensen van aanzien, die zeer rijk zijn, vindt nog wel waardering omdat zulke mensen zich met veel geld vrij moeten kopen van de steniging. Zij krijgen dan alleen maar een zogenaamd vervloekt water te drinken, waarvan hun buik echter niet barst, want dat soort zondaren zijn voor de vele behoeften van de tempel nog meermalen goed te gebruiken! Als daarentegen de hoge dienaars van de tempel echtbreuk begaan, kraait daar nooit enige haan naar, alleen als een arme duivel eens echtbreuk zou begaan, dan wordt deze natuurlijk naar behoren gestenigd.
Hoofdstuk 63: Hebram toont de fouten aan in Risa 's gedachtegang. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zo schijnt mij toe dat ook de grote liefde die het, overigens zeer intelligent uitziende, meisje voor deze Griek toont, meer vóór, dan tégen mijn mening spreekt. Want neem nu eens de werkelijk meer dan hemelse schoonheid van onze jonge wonderdoener! Ik denk, dat er ogenblikkelijk ontelbare vrouwen en meisjes bijna wanhopig verliefd op hem zouden moeten worden!? En toch kijkt het meisje nauwelijks naar hem om, hoewel hij als jongen vele malen mooier is dan het meisje. Maar bij de Griek zou zij bepaald in zijn hart willen wonen! Ik zeg, broeder, dat is ook niet zo maar! Dit meisje moet dus een heel andere reden hebben om zo verliefd op deze schijnbare Griek te zijn. Bij nadere beschouwing komt het mij voor dat het meisje alleen in het goddelijke van hem verliefd is en zijn lichaam vrijwel buiten beschouwing laat! Kijk maar eens naar haar ogen, die meer van een zekere eerbied stralen dan van een zinnelijke liefde, dan zie je al gauw dat er bij het meisje geen sprake is van zinnelijke liefde!"
Hoofdstuk 76: Ribar veronderstelt de aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De ENGEL zegt: " Ja, mijn beste vriend, als je zo gaat vragen zijn we nog lang niet klaar, want je geest ligt nog diep onder de huid van je lichaam verborgen, terwijl de geest van Ribar al ver buiten zijn huid is doorgedrongen, waardoor met hem gemakkelijk gepraat kan worden. Je zou net zo goed kunnen vragen, waarom God op aarde zoveel stenen heeft geschapen en waarom niet alleen maar zachte, vruchtbare aarde, waarom zoveel water op de wijde vlakten waarop men geen akkers en wijngaarden kan aanleggen, waarom zoveel doornstruiken en zoveel soorten distels waaraan echt geen druiven en geen vijgen groeien. Maar ik zeg je, dat dat allemaal in hoge mate nodig is en dat het ene niet zonder het andere zou kunnen bestaan. Om je in 't kort en heel oppervlakkig de wijze redenen daarvan te laten zien zou een periode van vele duizenden jaren vergen, terwijl een ontwaakte en rijpe geest al dat oneindig vele in enkele ogenblikken helemaal kan begrijpen, als hij zich daarvoor interesseert. Maar omdat een volmaakte geest veel hogere en betere levenszaken te doen heeft dan naar de oorzaak van de stenen, het water, de dorens en distels te zoeken, Iaat hij dat graag over aan de wijze voorzorg van de Heer der oneindigheid. "
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Toen verliet de engel het gezelschap van de twaalf en begaf zich weer naar zijn Josoë, die nu heel wat met hem te bespreken had, want de vele gesprekken om hem heen hadden Josoë wat in verwarring gebracht en Raphaël moest helpen om zijn leerling alles te laten begrijpen.
Hoofdstuk 80: Een verstandsmens zoekt de liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, deze schijnbare knaap is één van Mijn vele dienaren en doet in een oogwenk meer dan al jouw veertien dienaren in ruim honderd jaar. Laat je dienaren daarom voor deze keer rusten, dan zal deze enige hier aanwezige dienaar van Mij in een oogwenk alles zo op de jouw vanouds bekende manier hebben ingericht, als jouw veertien dienaren nauwelijks in drie dagen zouden kunnen!
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Kijk, die vele mensen die je hier ziet zijn merendeels al net zo machtig als deze jongen hier en zijn toch slechts mensen van vlees en bloed!
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] OURAN zegt: "Er bevinden zich echter vele en grote kostbaarheden in! Maar ik denk, dat deze vriend betrouwbaar is!"
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "O, helemaal niet! Dat is je naar waarheid heel goed gelukt en je hebt daardoor nu werkelijk met weinig woorden meer gedaan voor het laten verdwijnen van het duistere heidendom, dan menig wijze leraar in vele jaren! Want wie een mens verstandig en wijs op wil voeden, moet eerst alle oude domheden bij hem laten verdwijnen. Als de mens daardoor een weliswaar nu nog leeg, maar schoon vat is geworden, is het niet moeilijk zo'n goed bruikbaar vat te vullen met allerlei wijsheid uit de hemelen, en dat zal bij deze twee ook gebeuren.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Iedereen haast zich nu naar de oever en daar stelt men zich in een lange rij op. Voor Mij levert dat echter ook moeilijkheden op, want Cyrenius met zijn gevolg, Mijn twaalf leerlingen en verscheidene anderen die al een tijd bij ons zijn - in totaal ongeveer zestig - de dertig jonge Farizeeën en levieten aangevoerd door hun sprekers Hebram en Risa, de vijf onder leiding van de wijze Mathaël en de twaalf met aan het hoofd Suetal, Ribar en Baël, verdringen zich allen om Mij heen en willen allen, zo goed en zo kwaad dat gaat, in Mijn buurt zijn, terwijl Ebahl met Jarah en Raphaël met Josoë zonder meer al vlak bij Mij zijn en Jarah zelfs Mijn mantel helemaal niet meer loslaat. De oude Marcus met zijn vrouwen kinderen wil ook in Mijn naaste omgeving zijn en daaruit blijkt wel dat er weinig ruimte voor Mij over blijft. Maar Raphaël leidt al gauw alles in goede banen door in een oogwenk alle oevergasten een gerieflijke plaats te bezorgen. Ik en Cyrenius en de oude Marcus schepen ons in en onder de ogen van de vele gasten varen wij vlak langs de oever heen en weer, tot tevredenheid van de gasten en Mijn leerlingen.
Hoofdstuk 81: De Heer kondigt een zonsverduistering aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Tevens zal zo'n gesprek ook op de Romeinen een goede indruk maken en daardoor zullen de eerste werktuigen geleverd worden voor het afbreken van de muren van de vele heidense tempels, en daardoor zullen, hoewel nog altijd met veel inspanning, binnen enige tientallen jaren grotere resultaten onder het heidendom tot stand worden gebracht, dan anders nauwelijks in duizend jaar beoogd zou kunnen worden.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Sterren, die je steeds als vaste beelden ziet, zijn zelf zonnen en staan volgens de uitleg van de Heer Zelf en volgens mijn eigen verkregen aanschouwing, zo oneindig ver van de aarde verwijderd, dat wij noch van hun grootte, noch van hun afstand en evenmin van hun beweging iets kunnen gewaarworden. Pas vele duizenden jaren kunnen een beweging bij de vaste sterren zichtbaar maken, maar in een paar honderd jaar is niet te merken dat zij van plaats veranderen.
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...