Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1562 resultaten - Pagina 15 van 105

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[6] En wat voor voordeel heeft een ziel dan van zo'n beeld, dat alleen maar een schaduw is van de werkelijkheid? Zij ziet nu alleen maar vage, buitenste omtrekken: Van een doordringen tot de zaak zelf is bij zo 'n beeld absoluut geen sprake! Wie zou er aan de vage schaduw van een mens kunnen zien hoe hij er van binnen uitziet? ! Door veel en moeizaam dwingen en aandringen worden de bruikbare hersenplaatjes voor het grootste deel met een zwarte laag bezoedeld, ook de leer van God wordt net als de tafels van vermenigvuldiging in de hersenen geperst, en de vorming van het gemoed bestaat alleen maar uit de uurtjes waarin het mag uitrusten van het instampen van materiële zaken.
Hoofdstuk 239: De invloed op de hersenen van een verkeerde opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Daarin, o Heer, bestaat dus mijn bezwaar, dat hopelijk heel goed gemotiveerd is, en misschien een zwak punt is in mijn hart! Ik stelde U deze vraag, omdat U ons Zelf allemaal uitgenodigd heeft vragen te stellen over onbegrepen zaken! Als U dat zou willen, zou U mij dan met Uw genade willen voorlichten?"
Hoofdstuk 242: Schijnbare onrechtvaardigheden bij het leiden van zielen hier en aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Opdat echter geen wezen dat eenmaal bestaat, eeuwig ooit op wat voor manier dan ook in zijn geestelijke sfeer vernietigd kan worden en in een ander wezen kan overgaan en de oorspronkelijke persoonlijkheid kan verliezen, is in dat opzicht Mijn voor eeuwig onveranderlijk vastgestelde orde immers ook goed! En ook al heeft een ziel nog zo lang nodig om volmaakt te worden, dan blijft zij toch haar oorspronkelijke ik behouden en zij zal zichzelf als zodanig ook voor eeuwig onveranderlijk herkennen, hetgeen dan hopelijk toch meer troost geeft, dan wanneer de ziel helemaal uiteengevallen in een ander individu over zou gaan, waarbij alle herinnering aan een vroeger bestaan noodzakelijkerwijs zou moeten verdwijnen en waar geen spoor van een vroeger concreet bestaan over zou blijven ! Waarvoor zou dan een voorafgaand leven, waarin men vrij over zichzelf mocht beslissen, goed geweest zijn? Zou een mens er dan beter aan toe zijn dan een kruipende worm in het stof?!
Hoofdstuk 243: De noodzakelijkheid van aardse beproevingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Een effectief teken moet daarom ten eerste altijd zodanig zijn, dat het uit een bijzondere weldaad bestaat, en dat het gebeurt op een wijze alsof het een gevolg is van het geloof van degene aan wie de buitengewone weldaad bewezen werd, en ten tweede moet het teken nooit zo ver van het natuurlijke afstaan, dat ook een zogenaamde geleerde geen mogelijkheid meer zou hebben het langs natuurlijke weg te verklaren! Bij de zogenaamde verlichte, wereldse mensen moet het teken wel verbazing opwekken, maar nooit tot een volledig geloven leiden, want zij hebben toch reeds voldoende begripsvermogen om ook zonder teken een waarheid heel goed als zodanig te herkennen.
Hoofdstuk 248: Op het juiste moment wonderen doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Wat echter voor de ruimte geldt, geldt ook voor de daarin aanwezige kracht; ook deze moet noodzakelijkerwijs van zichzelf waarnemen dat zij bestaat, omdat zij er anders onmogelijk zou kunnen zijn. Kortom deze dingen hangen zo nauw met elkaar samen en zijn dermate inherent aan zichzelf, dat het een er zonder het ander helemaal niet kan zijn! Maar omdat al deze zaken immers oorspronkelijk en volmaakt kenmerken van Uw eigen geestelijke oerbestaan Zelf zijn, zijn zij dus volgens Uw geest nooit of te nimmer weg te denken!
Hoofdstuk 253: De verschijnselen bij de doop van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Ruimte bestaat dus alleen maar dan voor de geest als hij die schept en wil hebben, en voor tijd geldt hetzelfde. Wil hij geen tijd, dan komt daarvoor in de plaats meteen de eeuwige aanwezigheid van verleden, heden en toekomst.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] IK zeg: "Ja, als je dat nu nog niet begrijpt, dan heb je eerder Mijn onthullingen over de vrije levensether van de geest niet goed genoeg begrepen! Je zult toch wel begrepen hebben dat de eeuwige scheppingsruimte eeuwig en oneindig is, en dat deze met niets anders gevuld is dan overal eeuwig altijd met Mijn geest, die bestaat uit zuiver liefde, dus leven, licht, wijsheid, het zuiverste zelfbewustzijn, en een heel nauwkeurig voelen, gewaarworden, zien, horen, denken, willen en werken.
Hoofdstuk 257: De alwetendheid van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar voor schenkingen, erfenissen en alle soorten vondsten bestaat in mijn rijk de volgende zeer wijze bepaling dat daarvan steeds de helft afgedragen moet worden aan de staatskas, waaruit in de eerste plaats de onmondige kinderen opgevoed en verzorgd worden, evenals ook andere arme mensen die niet tot werken in staat zijn. Kortom, in mijn rijk is alles zo geregeld dat daar niemand nood zal lijden, maar ook niemand een onnodige overvloed zal hebben! Alleen een buitengewoon goed, wijs en zeer rechtvaardig mens kan ook over twintigduizend pond beschikken, maar over meer echter niemand in mijn hele rijk behalve ik en mijn allervertrouwdste ambtenaren en veldheren!
Hoofdstuk 17: De wijze wetgeving in Mathaël's koninkrijk aan de Pontus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Het vuur zou echter zonder de lucht niet kunnen bestaan en de lucht zou zonder het vuur niet geproduceerd kunnen worden. Het vuur is derhalve ook lucht en de lucht is ook vuur: want de vlam is in werkelijkheid ook alleen maar lucht waarvan de geesten uiterst actief zijn, en de lucht is op zichzelf ook puur vuur, maar de geesten waaruit zij bestaat bevinden zich in rusttoestand. Zodoende is het nu gemakkelijk te begrijpen dat in de grond van de zaak vuur en lucht één zijn. Maar zolang de luchtgeesten niet tot een bepaalde graad geactiveerd worden, blijft de lucht steeds maar lucht, en er is daarom tussen de geactiveerde vuurlucht, zijnde vuur, en de nog rustige eigenlijke lucht een groot verschil.
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Wel, dit binnenste vuur van de zon is dus hetzelfde als de Vader in Mij, en Ik ben het licht en ook het vuur dat voortdurend uitstroomt uit het centrale vuur, waardoor al het bestaande werd geschapen, leeft en bestaat. Zo ben ik dus in Mijn huidige bestaan het uiterlijk zichtbare en naar buiten toe werkzame van de inwendige Vader in Mij, en op die wijze is alles van de Vader van Mij, en andersom al het Mijne van de Vader , en Ik en de Vader moeten noodzakelijkerwijs volkomen één zijn, alleen met dit verschil, dat in het binnenste vuur altijd een dieper weten en kennen voorhanden moet zijn dan in het uitwendige licht, dat door het innerlijke vuur slechts in die mate geactiveerd wordt waarin dat noodzakelijk is.
Hoofdstuk 252: De 'Vader' en de 'Zoon' in Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Alleen, als ik mij in gedachten verplaats naar het begin van alle tijd en eeuwigheid, dan moet ik mij voorstellen dat al het geschapene dat bestaat, alle oorspronkelijke aartsengelen, alle hemelen, alle werelden -zoals zonnen, aarden, manen, al de sterren, die volgens Uw uitleg ook niets anders zijn dan zonnen, aarden en hun manen, die wij stervelingen met onze lichamelijke ogen vanwege de te grote afstand weliswaar nooit kunnen zien -, toch eens een begin gehad moeten hebben, omdat anders de mogelijkheid van hun bestaan, in ieder geval voor mij, eigenlijk niet denkbaar zou zijn! Want in bepaalde, positieve verhoudingen stel ik het mij als volgt voor: Iets, een wezen, ding of zaak zonder enig begin, kan eigenlijk ook helemaal niet bestaan! Of zou een ding wel uit het niets kunnen ontstaan wanneer U, als Schepper, dat nooit gedacht heeft? !
Hoofdstuk 253: De verschijnselen bij de doop van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Dus moet iets wat bestaat, zoals bijvoorbeeld een centrale oerzon, toch eens binnen Uw graduele orde door U gedacht zijn, voor zij, natuurlijk pas daarna, als een concrete oerzon in haar sfeer begon te werken. Maar zij zou volgens mijn verstand niet bestaan als U vooraf ook niet één atoom van haar wezen gedacht zou hebben! Kortom, zij zou er niet kunnen zijn, als zij nooit begonnen was te bestaan! Zij kan wel aeonenmaal aeonen eeuwen oud zijn, ook nog wel duizendmaal duizend eeuwen ouder, maar dat maakt niets uit; als zij er onweerlegbaar is, dan moet zij ook eenmaal met haar bestaan begonnen zijn. Wanneer, dat is om het even en iets waarom men zich verder helemaal met hoeft te bekommeren!
Hoofdstuk 253: De verschijnselen bij de doop van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] In deze dus noodzakelijk eeuwige, oneindige ruimte moet dan toch ook die oereeuwige kracht aanwezig geweest zijn, die de oorzaak is van de oneindige uitbreiding van de ruimte, die eeuwig steeds maar doorgaat, zonder welke de ruimte niet denkbaar zou zijn, terwijl die kracht net zo min zonder de ruimte denkbaar zou zijn. Deze kracht kan er maar e e n zijn, zoals de ruimte er ook maar e e n is; zij moet in zichzelf eveneens een centrum en in zekere zin een zwaartepunt hebben, evenals de oneindige ruimte zelf. Omdat de ruimte er als zodanig is, moet daarin ook het oneindige en dus meest vrije bestaan als zichzelf voelend tot uitdrukking komen; want hoe zou zij kunnen bestaan, als zij niet in haar volkomen vrijheid waar zou kunnen nemen dat zij bestaat?!
Hoofdstuk 253: De verschijnselen bij de doop van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] IK zeg: "Nee, Mijn vriend, domheid is dat bepaald niet, maar een voor dit aardse leven wat te ver en te diep gravende nieuwsgierigheid; want zolang de ziel niet volledig één geworden is met Mijn geest in haar, kun je zulke zaken onmogelijk diep genoeg vatten en begrijpen. Als je binnenkort ook de geestelijke wedergeboorte bereikt en aan gene zijde in het rijk van God zelfs geestelijk als een volmaakt wezen zult bestaan, zul je wel veel tot op de bodem begrijpen, maar natuurlijk alleen maar in zoverre dat betrekking heeft op deze tegenwoordige scheppingsperiode, binnen wier orde iedere eerdere bestond en nu, voltooid in geestelijke vorm, nog steeds voort bestaat. Maar toch bestaat er tussen deze en alle voorgaande scheppingsperioden, evenals tussen deze aarde en alle talloze andere hemellichamen binnen de oermens der schepping, een enorm groot verschil.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Maar wie zou in de grootste ordeloosheid ook nog een werkende ziel willen zien?! Een vervliegen en tenietgaan daarvan -ja, -maar geen nieuw of zelfs volmaakter ontstaan! Wel wordt door het vergane loof de bodem van de aarde vetter en ontvankelijker voor de vochtigheid uit de lucht en daardoor voedzamer voor de daarop groeiende planten; maar het afgevallen loof zal nooit daaruit als zodanig weer ontstaan, omdat de ziel ervan zo goed als niet meer bestaat.
Hoofdstuk 22: Roclus bewijst zijn atheïsme - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...