Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15097 resultaten - Pagina 15 van 1007

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[8] JARAH zegt: "Oh, maakt u zich maar zorgen over andere zaken! Mijn borst is sterk en kan wel wat verdragen. Kijk en luister dan! Zoals u heb ook ik al veel over de nieuw opgestane wonderheiland gehoord. Onze streek was steeds een der ongezondste van heel Galiléa, want iedere vreemde die erheen ging en zich daar maar een paar dagen ophield, werd altijd zo ziek, dat hij beslist niet meer verder kon reizen: Er waren er, die vaak langer dan een jaar daar moesten blijven; de eigen bevolking had er niet zo'n last van. Geheel kerngezonde mensen waren er niet veel, maar toch vond je er onder het eigen volk weinig waarvan gezegd kon worden dat ze ziek waren. Alle reizigers vermeden daarom zorgvuldig deze plaats, en wie niet door beslist noodzakelijke, dringende zaken daarheen werd gedreven, kwam zeker niet naar Genezareth.
Hoofdstuk 240: Het getuigenis van Jarah over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De FARIZEEËN zeggen, terwijl ze grote ogen opzetten over de beschrijving van Jarah: "Bijzonder veel nieuws heb je ons niet verteld, want dat en nog meer is ons over hem reeds ter ore gekomen toen wij nog in Jeruzalem waren. Omdat zulke buitengewone geruchten over hem ook al door geheel Israël bijna net zo gewoon zijn als, zeg maar, het dagelijkse brood, zijn er al meer informanten door de tempel uitgezonden om deze man op te sporen en in de tempel te brengen. Daar zouden hem dan zeker in de eerste plaats voorstellen gedaan worden om zijn wonderbare kennis en eigenschappen alleen te wijden aan het belang van de tempel. Pas als hij zulke voorstellen af zou wijzen, wat van hem zeer zeker te verwachten zou zijn, omdat hij tevens een zeer goede, liefdevolle en buitengewoon wijze man moet zijn, wel, dan zou hij in ieder geval aan het kortste eind trekken en een diepe en solide kerker niet kunnen ontlopen, tenzij hij werkelijk almachtig was. Want de tempel is nu zo slecht geworden, dat nu niet de mensen, maar de satan heel goed nog tien volle jaren daar les in slechtheid zou kunnen nemen om alle schandelijkheden van de tempel geheel te leren en praktisch uit te oefenen.
Hoofdstuk 241: Het oogmerk van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Eens was ik in de gelegenheid om mensen uit Achter-Egypte te ontmoeten en door middel van een tolk met hen te spreken. Zij waren geheel naakt en bedekten zelfs hun schaamte niet. Zij hielden ons, Romeinen, voor hogere, hemelse wezens en verwonderden zich buitengewoon over de grote en schitterende gebouwen van Rome, over de mooie kleren en onze uitzonderlijke pracht. Zij hielden al onze menselijke produkten voor werken der goden en dachten ook dat wij dat waren. Zij vroegen mij of wij ook voortdurend de zon en de sterren, evenals de maan, beheersten en naar ons goeddunken bestuurden, of dat er voor dat werk soms nog andere goden waren.
Hoofdstuk 2: Over verschijningen van hogere hemelse wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Wij nemen niemand zijn aangeboren en diep ingewortelde domheid kwalijk, omdat geen enkele domme er wat aan kan doen dat hij geen betere opvoeding kreeg. Maar als hij daarna de gelegenheid krijgt buitengewone ervaringen op te doen, en met mensen te spreken, die groot zijn in de ware wijsheid en een juist inzicht hebben in alle dingen die op deze goede aarde maar voor kunnen komen, dan moet hij zijn oude domheid loslaten. Dan moet hij alleen maar dat voor waar en goed aannemen, wat hij gezien heeft en zoals het hem verklaard werd door onzelfzuchtige mannen, die de waarheid en al het goede daaruit zoeken en bezitten. Als hij zich daar hardnekkig tegen verzet, is hij de tuchtroede waard. En als die ook niets zou uithalen, dan moet zo'n mens uit het gezelschap van betere mensen verwijderd en in een inrichting voor geesteszieken gebracht worden, omdat de mensen zich anders te veel zouden ergeren aan zijn te hardnekkige en te diep ingewortelde domheid -en dat zou niet goed zijn.
Hoofdstuk 244: Het antwoord van Julius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Natuurlijk gaven wij hen onderricht en voor er een jaar voorbij was, wisten zij al heel goed dat ook wij slechts mensen waren. Zij leerden veel van ons, gingen zich tenslotte zelf kleden en het gaf hen veel vreugde toen zij hadden geleerd om zelf kledingstoffen te maken en daaruit allerlei mannen en vrouwenkleding te vervaardigen. Na een paar jaar keerden zij toegerust met alle mogelijke kennis naar hun vaderland terug en hebben daar zeker scholen opgericht en zó een beetje licht in hun natuurlijke wildernis gebracht.
Hoofdstuk 2: Over verschijningen van hogere hemelse wezens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Hebben jullie niet gelezen over het vroegere aardse paradijs, waar de eerste mens geschapen werd? Dit paradijs was een grote tuin en goed voorzien van de heerlijkste vruchten van de gehele aarde; en toch had vooraf de hand van een mens onmogelijk deze tuin kunnen bewerken! Ook hadden de eerste mensen geen huizen en geen steden; zij hadden maar zeer weinig behoeften die gemakkelijk te bevredigen waren, maar zij bleven daar gezond bij. Zij bereikten altijd een zeer hoge leeftijd en hadden daarom veel tijd om zich met de geestelijke vorming van hun ziel bezig te houden en zij stonden bijna doorlopend in zichtbare verbinding met de hemelse machten.
Hoofdstuk 10: Behoeften en het kwaad daarvan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Daarom komt alles slechts aan op de gesteldheid van het hart; want anders moesten belachelijk genoeg ook zon, maan en al de sterren de mensen van deze aarde als zonden aangerekend worden, omdat zij schitterend stralen en glanzen en omdat de mens toch echt plezier daaraan beleeft. Zo kan ook jij, Mijn beste Cyrenius, ware vreugde beleven aan jouw luister voor de mensen, als het maar geen ijdele en daarom domme vreugde is, want daardoor wordt de ziel bedorven en tenslotte gedood!
Hoofdstuk 14: Hoe passen aardse schatten in ons leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS zegt: "Ja, nu is alles mij weer helemaal duidelijk; zo is het nu eenmaal. Zoals er voor iedere grashalm één wet is waaronder en volgens welke hij zich kan ontwikkelen, zo is er ook maar één psychisch morele wet die aan het wezen van de mens is aangepast, waaronder de mens uit zichzelf zijn volle ongebonden vrije zelfstandigheid kan verkrijgen. Ofwel, er is dus altijd maar één onveranderlijke, altijd gelijke weg, waarover men zijn ware en eeuwige bestemming kan bereiken. Langs iedere andere van de talloos vele vrijheidswegen waarover de mensen moreel ook goed kunnen gaan, is het grote, alleen ware en door God vastgestelde doel onmogelijk te bereiken!
Hoofdstuk 15: Over de enige weg naar het levensdoel van de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Daarbij zie ik ook zonneklaar, o Heer, dat de weg die U ons hebt gewezen, de enige goede en ware is. Ook besef ik dat ieder mens, hoog of laag, onverstoorbaar de juiste weg kan gaan als hij dat maar serieus wil; maar ik zie ook wel in dat geen mens ooit uit zichzelf deze weg had kunnen vinden, die zo waarachtig is en zo volkomen aan alle levensomstandigheden beantwoordt. Zoiets moet rechtstreeks door Gods geest geopenbaard worden aan de mensen die dit verstaan!
Hoofdstuk 15: Over de enige weg naar het levensdoel van de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Zo is het ook helemaal niet tegen de goddelijke orde om een stad te bouwen waarin de mensen in vrede en eendracht als één familie in één huis tesamen leven, werken en handelen en elkaar zo bij alles gemakkelijker kunnen ondersteunen dan wanneer zij urenver van elkaar verwijderd zouden wonen. Komt er dan echter in een stad hoogmoed, luxe, de zucht naar pracht, nijd, haat, vervolging en zelfs doodslag, en zwelgzucht, ontucht en traagheid, dan moet zo'n stad meteen weer in een puin en stofhoop veranderd worden, anders wordt zij een broedplaats van allerlei duivels kwaad dat na verloop van tijd de gehele aarde door en door zou verpesten, net als Hanoch van voor de zondvloed, en Babylon, en de grote stad Ninevé van na de zondvloed! Hoe groot waren deze steden eens en nu staan er in hun plaats slechts een paar armelijke hutten! Waar eens Hanoch stond, is nu een zee, net als op de plaats van het oude Sodom en Gomorra en de tien kleinere steden in de omtrek van de twee grote, die elk groter waren dan het huidige Jeruzalem dat ook niet meer zo groot is als in de tijd van David.
Hoofdstuk 14: Hoe passen aardse schatten in ons leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als Ik echter ergens mensen zie die Mij vervolgen, maar zelf toch wel een betere aard hebben en door een juist geesteslicht de waarheld en het zuiver goede kunnen herkennen, dan loop Ik niet voor hen weg maar Iaat ze tot Mij komen, waar zij dan voorlichting krijgen, hun nacht en oordeel inzien en mensen worden volgens Gods orde. Een sprekend voorbeeld daarvan gaven je zoëven de dertig jonge, maar lichamelijk sterke achtervolgers van Mijn gevreesde persoon. Ik zou ze zeker niet hierheen hebben laten brengen als Ik hun harten niet deugdelijk voor Mij had bevonden toen zij hier nog ver vandaan waren,
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] CYRENIUS zegt: " Ja, nu begrijp ik ook dat en ik geloof nu de reden te zien waarom U, o Heer, de eenvoudige staat hebt gekozen om de mensen te leren over hun ware bestemming en hoe zij die kunnen bereiken. Opdat men daarnaast echter speciaal voor deze zaken een krachtiger geloof en een helderder inzicht en overtuiging krijgt, doet U ook nog dingen die U alleen mogelijk zijn, waardoor Uw woorden nog meer gewicht en een intensiever licht krijgen. En zo geschiedt alles wat U doet voor de ware levensheiliging van de mensen volgens vaste lijnen en Uw handelen en gedrag komt mij bijna voor, als had U het al van eeuwigheid her zo voorzien. Wat dit betreft kan ik Mij ook vergissen, maar dat geloof ik eigenlijk amper."
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De oplossing en de sleutel is Hij, die nu met je spreekt. Het woord, een woord van altijd durende, eeuwige liefde, dus de zuivere liefde van God voor jullie mensen, is de mooie bruid, de ware zuster van de mens en zijn lieve vriendin! Lees met deze sleutel het hooglied en je zult het begrijpen en de zuivere betekenis daarin vinden! Snap je, begrijp je nu iets van Salomo's wijsheid?"
Hoofdstuk 19: Het hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De soldaten merken echter op dat dat hier niet vertrouwd zou kunnen zijn, omdat de vijf te sterk en te woest waren. Als men ze vrij zou laten kon dat wel eens erger zijn dan wanneer men twintig tijgers tussen de mensen losliet!
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[24] En MARCUS, die zich nu met zijn zoons natuurlijk het dichtst bij de vijf herstelden bevindt, zegt tegen hen: " Jullie waren erg ziek en werden in die toestand gistermiddag hierheen gebracht. Hier bevindt zich juist de beroemde Heiland uit Nazareth, die alle mensen, wat voor ziekten zij ook hebben, feilloos hulp brengt en geeft en deze Heiland heeft ook jullie nu hier geholpen. Jullie zullen Hem later nog beter leren kennen."
Hoofdstuk 21: De genezing van de vijf bezeten roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...