Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 15 van 825

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[11] En de geest zei: 'Wat jullie stervelingen nog lang niet vermoeden, zien wij onsterfelijken al heel duidelijk van te voren! Verlaat op z'n laatst binnen een uur deze herberg en ga drie uur lang ook in geen andere, maar blijf buiten, ver van de muren; want binnen die tijd zal er een aardbeving komen, waardoor dit huis en andere licht gebouwde huizen in zullen storten, en daarbij zullen een aantal mensen en dieren het leven laten! Sla echter vooraf alarm op het plein van de stad, zodat nog meer mensen zich kunnen redden! Als alle gevaar voorbij zal zijn, zal er een jongen bij jullie komen en je naar een veilige herberg brengen!'
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] DE ROMEIN zei: ' Als de geest van mijn vader wist wat er gebeuren zou, en waar ik mij bevond, dan moet zijn leven en bestaan beslist volmaakter en verlichter en dus óók beter zijn dan dit blinde lichamelijke proefleven. Als wij heidenen dat echter weten en nog steeds zoeken om altijd iets meer daarover te weten te komen, waarom doen jullie dat dan niet, en waarom vervolgen jullie Degene, die jullie daarover het hoogste en zuiverste licht zou kunnen geven? Waarom proberen jullie Hem in je blindheid zelfs te doden, - zoals jullie vanmorgen in de tempel maar al te opvallend hebben laten blijken?'
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Daarin wordt ook de grote Messias beschreven, hoe hij in deze wereld zal komen, hoe Hij zal leven, wat Hij zal doen, welke leer Hij zal verkondigen en hoe Hij door de priesters gehaat en vervolgd zal worden. Dan komt de ondergang der Joden, de kerk van de Messias, haarlangdurige vervolging door de anti-Messias, dan komt het einde daarvan en vervolgens de grote heerlijkheid van de zuivere kerk van God op aarde. Helemaal aan het eind van dit aanhangsel staat weer een dringende en krachtige waarschuwing dat dit aanhangsel ook altijd door het volk moet kunnen worden ingezien. -Hebben jullie dat ooit gedaan?
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Als de mens zo zijn hele ellende bekijkt, kun je het hem toch echt niet kwalijk nemen dat hij in de wereld op zoek gaat naar een plaatsje waar hij zijn lot wat draaglijker kan maken. Wel, na veel pijn en moeite heeft hij eindelijk zo'n plaatsje veroverd waar het hem wat beter en rustiger zou kunnen gaan voor de rest van zijn leven, -en dan komen daar meteen profeten en andere boden vol van de geest van God en verkondigen hem de toorn van God, het gericht, de dood en een aantal andere echt niet zulke opwekkende zaken, en met het moeizaam verkregen rustplaatsje is het finaal uit.
Hoofdstuk 220: Het zich van de wereld afkeren en het Rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Want wie God niet goed kent, kan nooit volmaakt in een God geloven, en Hem nog minder boven alles liefhebben en dus ook nooit volledig deel hebben aan de geest van God. Want uit een onjuiste kennis van God komen mettertijd tengevolge van de vrije wil van de mensen, allerlei soorten dwalingen onder de mensen, die dan als een duizendkoppige hydra voortwoekeren, de mensen tot afgodendienaars maken en hun de poort tot het ware, eeuwige leven versperren, zodat zij dan aan gene zijde als zielen moeilijk ooit binnen kunnen komen; want wat een ziel hier binnen een dag voor haar levensvervolmaking kan doen, kan zij aan gene zijde vaak niet in duizenden aardse jaren doen. Mijn oude leerlingen hebben over God al wel veel uitgebreidere kennis; maar jullie nieuwelingen zijn al met al daarin nog zwak, en daarom wil Ik jullie daarin sterken.'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Omdat het zuiver geestelijke leven van de ziel in Mijn rijk jullie nog volkomen vreemd is, zouden jullie natuurlijk graag liever meteen maar eeuwig hier leven; maar als jullie wisten dat jullie in één ogenblik in Mijn rijk meer en onbeschrijfelijk grotere zaligheden beleven zullen dan in duizend jaar met een gezond lichaam op deze aarde, dan zouden jullie zo niet praten. Jullie, Mijn oud leerlingen, heb Ik wel al menig voorproefje gegeven, - maar omdat jullie geheugen altijd en eeuwig kort is, weet het daar ook niet veel meer van. Maar Ik zal jullie in dit opzicht geen nieuwe bewijzen geven; want wanneer Mijn geest te eniger tijd over jullie zal komen, zal Deze jullie al alle wijsheid bijbrengen!'
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Aan hun vruchten! Op dorenhagen rijpen geen vijgen en op distels geen druiven! Ik alleen ben, door Mijn leer, de deur van de schaapskooi; wie ergens anders in de stal inbreekt, is een dief en een rover. Ik alleen ben de ware deur, de weg, het licht, de waarheid en het leven. Wie dus tot Mij wil komen, moet door Mij en in Mij gaan op Mijn weg, in Mijn licht, hetwelk de eeuwige, onveranderlijke waarheid in God is.
Hoofdstuk 235: Over de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Zoals jullie nu, zullen nog talloos velen uit hem ontstaan, en dat net zo lang tot al het in hem gerichte en gevangen gehouden leven over zal zijn gegaan in het vrije geestelijke leven; en zolang deze hele wereldmens niet volledig in het vrije, zelfstandige geestelijke zal zijn opgelost, zolang zal ook het gericht en de hel voortbestaan. En dus hoeft niemand van jullie er zich zorgen over te maken dat eventueel de hellegeesten van de ergste soort in het lijden en de kwellingen die zij zichzelf aandoen te kort zullen komen.
Hoofdstuk 246: De verlossing van de wereldmens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Zoals een gevangene zich uitermate zal verheugen over zo'n genade, zo en nog veel meer zal een geestelijk wedergeboren mens zich verheugen, als Mijn engel bij hem zal komen en zal zeggen: 'Onsterfelijke broeder, sta op uit je kerker, trek het lichtende kleed van Gods eer aan, kom mee en wees voortaan vrij en zelfstandig in het overvloedige, eeuwige leven voor het aangezicht van God, wiens grote liefde je deze grote genade bewijst. Want van nu af aan zul je nooit meer zo'n zwaar, sterfelijk lichaam hoeven te dragen!'
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Daarop zei de leider van de handelaars: 'De koop is gesloten, want met goden kun je gemakkelijk zaken doen. Laat alle slaven vrij, want we hebben nu de beste koop gesloten! Dat onze slaven er niet slecht vanaf komen, daar ben ik al bij voorbaat van overtuigd. Zelf hebben we echter de grootste winst gemaakt, want wij hebben daarmee bij God het eeuwige leven gekocht. Metgezellen, zijn jullie het daar allemaal mee eens?'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] De Farizeeër, die nu natuurlijk helemaal bekeerd was, zei terwijl hij op Mij wees: 'Zie, daar zit de eeuwig ware Vader temidden van ons, Zijn ontaarde kinderen, die wij en alle mensen van deze aarde zijn! Die tot Hem komen, Hem herkennen en Hem liefhebben, zijn Zijn betere kinderen en Hij zorgt dan door Zijn wijsheid en door Zijn almachtige wil overal voor hen, zodat het hun reeds op deze aarde goed gaat, maar na dit lichamelijke leven nog beter in het rijk van de eeuwige geesten, die nooit sterven, maar eeuwig voortleven. En kijk, dat bedoelde ik toen ik zei dat het zelfs de ontaarde kinderen nergens beter gaat dan in het huis van hun echte Vader! Begrijp je het nu?'
Hoofdstuk 12: De maaltijd in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ik zei: 'Wel, wat kan dat jou of iemand anders schaden? Ik ben toch immers op deze wereld gekomen om jullie door het levende licht van de waarheid van de vele vergissingen te bevrijden. Als jij niet voor de dag komt met je schijnbaar goed gefundeerde aanmerkingen op de wet en de profeten, dan blijven deze binnen in je en ze kunnen het leven van je ziel nog heel goed bederven; kom je er echter mee voor de dag, dan ben je ze ook kwijt en het licht van de eeuwige waarheid zal dan in je hart komen wonen. Spreek dus maar en geef je kritiek zonder enige terughoudendheid, dan zal Ik je wel weer een waar licht geven! Want kijk, het is juist nu zelfs heel noodzakelijk, omdat er hier velen zijn die net als jij Mozes en de profeten allang hebben bekritiseerd! Open dus maar weer je mooie mond en spreek met je bedreven tong!'
Hoofdstuk 30: De kritiek van Helias op het vierde gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Heel kordaat zei Helias: 'Heer, wanneer ook dit achtste gebod op de zuivere naastenliefde gebaseerd is, die zegt dat men over niemand een vals getuigenis mag geven om hem daardoor niet te schaden, dan kan toch omgekeerd dit achtste gebod niet inhouden, dat men zijn naaste door een onverbiddelijke waarheid schade moet berokkenen! In zo'n geval zou ik nooit met de waarheid voor de dag komen! Want wie kan ik daarmee helpen? De op straf beluste rechter zeker niet, want hij heeft er geen voordeel van of hij de arme misdadiger in handen krijgt of niet, en de arme misdadiger die misschien berouw heeft van zijn misdaad en zijn leven werkelijk betert, nog minder! Want als ik hem uitlever aan de rechter, is hij misschien voor eeuwig verloren, wat ik zelfs diegene niet zou toewensen die aan mijzelf een misdaad begaan zou hebben. Dus in dat geval zou ik de waarheid duidelijk de rug toekeren en zelfs als het me mijn leven zou kosten geen verraadster worden van de arme misdadiger!
Hoofdstuk 34: Het achtste gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] 'Wel', denken en zeggen jullie bij jezelf, 'hoe is zoiets nu mogelijk? God moet toch alles kunnen doen wat Hij maar wil!' ja, dat kan God waarlijk. Maar bij de volkomen vrijheid van de menselijke wil kan en mag God nooit of te nimmer doen wat Hij wil, want als God de menselijke wil ook maar enigszins zou beïnvloeden, zou de mens een marionet worden, bestuurd door het koord van de vaste goddelijke wil, en zou dan nooit tot een vrij, zelfstandig leven kunnen komen. Kan hij dat echter uit zichzelf niet bereiken, dan is het met het eeuwige leven van zijn zielonvermijdelijk ook voor eeuwig gedaan.
Hoofdstuk 50: De Heer legt de lichtverschijnselen uit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] En omdat deze hemel-en-eeuwig-leven-verkopers zelf niet in de hemel komen, daar zij er zelf niet in geloven en ook nooit in geloofd hebben, laten zij er ook niemand anders binnengaan, omdat zij door hun uiterst duistere leugens de weg daarheen versperren.
Hoofdstuk 51: Het verleden en de toekomst van de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...