Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2588 resultaten - Pagina 15 van 173

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[6] IK zeg: "Kijk, dat is een goed voorbeeld van hoe men God moet liefhebben om door Hem ook in dezelfde mate te worden liefgehad! Gods liefde omvat weliswaar alles, en zij kent in der eeuwigheid geen toorn en wraak, maar toch is er een groot verschil in de manier waarop een mens door God wordt liefgehad. Zolang een mens ademt en leeft, is dat een bewijs dat God door Zijn liefde hem het leven geeft, omdat hij anders allang dood zou zijn.
Hoofdstuk 119: Gods liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Ik vroeg aan de huilende mensen die hem volgden, wat deze wondermooie mens dan wel gedaan mocht hebben om door de wereldse mensen zo slecht behandeld te worden. En zij zeiden tegen mij allemaal hetzelfde: 'Hij was een geweldige weldoener der mensheid. Nooit beging hij een onrechtvaardigheid, en de zuiverste waarheid kwam als honingzeem uit zijn mond. Hij heeft de wereldminnende en heerszuchtige Farizeeën te veel de waarheid gezegd en zij hebben hem daarom door de zwakke Romeinse landvoogd tot de dood aan het kruis laten veroordelen. Zij brengen hem nu naar de plaats van de terechtstelling. Kom met ons mee en zie wat voor loon de grootste mensenvriend krijgt van de slechte buitengewoon zelfzuchtige mensen!'
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Toen de hoofdman zag, dat zijn toespraak een ontzettende indruk op hen had gemaakt, zei hij verder: "Vóór ik jullie laat vertrekken, zullen wij nog veel met elkaar te bespreken hebben en eerst zullen jullie nog in het bijzijn van het volk een paar contracten en een getuigenis met jullie handschrift moeten ondertekenen. Maar zowel de contracten als het getuigenis zijn zaken van leven en dood! Goed begrepen! Want als ik door mijn scherp oplettende spionnen te weten zou komen dat jullie ook maar één punt van de contracten niet zouden houden, dan zijn jullie dezelfde dag nog dood, ook al zouden jullie je achter duizend tempels verbergen!"
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] DE HOOFDMAN zegt: "Ja, het is de zuivere waarheid! Willen jullie dat echter niet, dan staan daar reeds de gerechtsdienaars voorzien van roeden, gesels en scherpe bijlen!" - Toen keken de Farizeeën om en ontdekten de schrikaanjagende mannen. Daarop vroegen ze ook meteen zonder tegenspraak om schrijfgerei. De hoofdman wees ze er nog op, met hun ware naam te ondertekenen, omdat een valse naam ieder de dood zou brengen. Vervolgens ondertekenden zij met hun ware namen en degenen uit het volk die schrijven konden moesten als getuigen ondertekenen.
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] De ziel van de mens leeft door een onjuiste koers bij het vlees, of door een juiste koers bij haar geest, die altijd één is met God, zoals het zonlicht één is met de zon. Leeft een geest bij het vlees, dat in zichzelf dood is en slechts voor een bepaalde tijd, als het lichaam niet beschadigd wordt, door de ziel leven krijgt, dan wordt de ziel helemaal één met het lichaam.
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Geheel anders gaat het echter met een mens, wiens ziel door een juiste koers vanaf zijn prilste jeugd naar de geest geleefd heeft! Dan ziet de ziel in der eeuwigheid geen mogelijke vernietiging voor zich! Haar gevoel lijkt op de geaardheid van haar eeuwige onverwoestbare geest. Zij kan geen dood meer zien en voelen omdat zij één is met haar eeuwig levende geest, die heer is over de gehele zichtbare natuurwereld. En het begrijpelijke gevolg voor de nog in het vlees levende mens is dat hij geen angst heeft. Want waar geen dood is, is geen vrees!
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar toen kwam er meteen een wonderschone jongeman naar mij toe en troostte en sterkte mij met de woorden, die ik heel goed heb onthouden: 'Vrees niet, gevoelige reine ziel! Dat, wat je drie dagen geleden hebt gezien, moest zo gebeuren volgens het raadsbesluit van God, omdat anders geen mens zou hebben kunnen zalig worden en tot het aanschouwen van God komen. Hij, Die gekruisigd werd, was Gods Zoon, en God was in Hem. Nu na drie dagen zal deze Zoon van God geheel uit eigen kracht weer uit de dood van Zijn goddelijke vlees opstaan en voortaan heersen over de gehele oneindigheid, en aan Zijn rijk en Zijn heerschappij zal in eeuwigheid geen einde komen. Voor Zijn naam zullen alle machten en krachten zich buigen, en die zich niet willen buigen, die zal Hij te gronde laten gaan. Maar het laatste gelukzaligste ogenblik nadert, Iet daarom goed op de zware verzegelde grafsteen!'
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Ebahl komt terug en brengt ons meteen op de hoogte van de goede ontvangst die zijn uitgevoerde opdracht ten deel viel. Allen zijn daar blij om, en de HOOFDMAN zegt: "Ik verheug me heel bijzonder op de dag van morgen, maar ik zeg erbij, en daar geeft de merkwaardige droom van de lieve Jarah mij heel speciaal aanleiding toe, dat ik die kerels niet met me zal laten spotten. Zodra ze mij smoesjes vertellen, laat ik hen geselen tot het kwade bloed hen in stralen van de rug zal lopen! Want slaan met woorden haalt helemaal niets uit bij deze onmensen en het spoort hen tot nog meer wraak aan, maar een geseling op leven en dood zal hun kwade ijver zeer afkoelen. Het is nog niet zeker dat ik het doe, maar erg onzeker is het ook niet!
Hoofdstuk 121: Er kan een einde aan het geduld komen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Nu pas stond IK op, ging plotseling voor hem staan en vroeg hem ernstig: "Waarom overtreedt u dan de geboden van God terwille van uw eigen regels? (Matth. 15:3) God heeft geboden: 'U zult vader en moeder eren! Wie vader en moeder vervloekt, moet de dood sterven!' (Matth. 15:4) Maar u leert zoon en dochter dat zij tegen hun ouders moeten zeggen: 'Als ik voor u, vader of moeder, in de tempeloffer , dan is dat beter voor u, dan wanneer ik u steeds maar eer volgens het oude gebruik.' En tegen zo'n zoon en zo'n dochter zegt u: 'Zo heb je goed gehandeld! (Matth. 15:5) -Maar wat is daarvan het gevolg? Kijk! Het gevolg is dat nu bijna niemand meer zijn vader en zijn moeder eert! U hebt dus Gods gebod opgeheven terwille van uw eigen regels! (Matth. 15:6) Wie gaf u daartoe het recht? Zoiets kunt u alleen maar doen omdat u nog nooit in God geloofd hebt, want wie dood is, heeft geen geweten meer!"
Hoofdstuk 123: De geestelijk doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Toen schreef de hoofdman het getuigenis, dat luidde: 'Wij bekennen hieronder allen, met onze handtekening als bewijs van waarheid pro memoria aeterna (ter eeuwige herinnering), dat wij de bekende roof van de keizerlijke belastingen en schatten uit de Pontus en uit Klein-Azië begingen en deze door een zeer schandelijke list aan de brengers daarvan hebben ontfutseld, maar bij het vervoer naar Jeruzalem in Kis door Jezus van Nazareth zijn ontmaskerd, zoal niet mondeling, dan toch door zijn invloed. Wij zouden weliswaar door rechter Faustus gezamenlijk ter dood veroordeeld zijn -maar Jezus van Nazareth zette zich voor ons in en wij kwamen er ongedeerd vanaf! -Voor deze waarheid staan wij met ons leven in!'
Hoofdstuk 125: De drie documenten.(28.1.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Hij gebiedt de zee, en maakt haar oppervlak vast, zonder dat het ijs is, en de mensen lopen op de anders aan ieder mens de dood brengende bodem als op een marmeren vloer! En dat alles is die duisterlingen getoond en naar waarheid verteld, en bovendien hebben zij vanmorgen met eigen ogen de wonderbare genezing van ettelijke honderden mensen mee aangestaard, en toch zijn ze daarbij afwerender gebleven dan een rots, waarop sinds duizenden jaren minstens ieder jaar honderdduizend bliksems hun vernietigende kracht hebben uitgeprobeerd! Broeders, dan houdt toch al het menselijke in de mens op! Dan is zo iemand toch een kwaadaardig dier of zonder meer een duivel! -Zeg eens broeders hebben wij gelijk of niet?"
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Maar de mensen, die helemaal één zijn geworden met de wereld, zijn onuitsprekelijk moeilijk te helpen, want zij zien en vestigen hun leven op de ijdele dingen der wereld, leven in een doorlopende vrees en zijn tenslotte geestelijk helemaal ontoegankelijk! Benadert men hen echter op de natuurlijke of wereldse weg, dan helpt men hen daarmee niet alleen helemaal niet, maar men werkt slechts hun gericht en daardoor de dood van hun ziel in de hand!
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Een werelds mens die dan zijn ziel wil redden, moet zichzelf geweld aandoen en beginnen met zoveel mogelijk alle wereldse zaken te verloochenen. Als hij dat met veel vlijt en ijver doet, zal hij zichzelf redden en tot het leven ingaan. Doet hij dat echter niet, dan kan hij op geen andere manier worden geholpen dan door veel werelds lijden, opdat hij de wereld met haar heerlijkheid leert verachten, zich tot God bekeert en zo begint Zijn geest in zich te zoeken en zich meer en meer met Hem te verenigen. Ik zeg je: Het geluk van de wereld is de dood van de ziel! -Zeg Mij nu, allerliefste Jarah, of je dit alles goed hebt begrepen!"
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Hier riep Ik alle berggasten bij elkaar en zei: "Luister allen nu naar Mij! Wat Ik jullie al op de berg heb gezegd, zeg Ik jullie nu allemaal nog een keer: Houd al het op de berg beleefde en geziene voorlopig voor je! Als jullie echter door een duidelijk teken uit de hemelen daartoe opgewekt worden, predik het dan van de daken aan de mensen, die van goede wille zijn. Maar voor de slechte wereld moet het voortdurend zo verborgen blijven, zoals het centrum van de aarde verborgen is! Want een uiterlijk wereldse mentaliteit zal dat nooit begrijpen en zou jullie als krankzinnigen verdoemen! Maar dat zou dan ook de eeuwige dood betekenen van die zielen.
Hoofdstuk 153: De afdaling van de berg. In Genezareth - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Overigens wil Ik hiermee de echte herdenkingsfeesten niet opgeheven hebben, maar ze moeten naast het jaarlijkse ook het dagelijkse in het hart meebrengen, omdat ze anders als dood en dus zonder uitwerking betracht moeten worden. Maar hier met de tafel blijft het zoals Ik het je gezegd en aangetoond heb!"
Hoofdstuk 157: Aalmoezen en herdenkingsfeesten. Aan de zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...