Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

737 resultaten - Pagina 15 van 50

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[2] Nu is het echter voldoende dat ik inzie dat men, ofschoon men in tijd en ruimte is, zich toch heel goed, en in wezen geheel naar waarheid, volledig buiten tijd en ruimte kan bevinden. Alleen één ding wilde ik nog heel in 't kort van U weten, en dat is op welke plaats zich dan de hemel en ook die nare hel, waarover ik ook al veel gehoord en gelezen heb, bevinden. Men zegt: Zij zullen opvaren ten hemel, en zij zullen neergeworpen worden in de hel. Waar en hoe is dat 'op', en waar en hoe is dat betreurenswaardige 'neer'?"
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] De stoffelijke ruimte maakt geen verschil, maar alleen de geestelijke ruimte, die met de stoffelijke, zoals je gezien hebt, beslist niets gemeen heeft; want in het rijk van de geesten veroorzaakt de manier waarop men leeft de echte en werkelijke afstand. Het aards ruimtelijke kan daar nooit van belang zijn. Om jullie dat nog meer begrijpelijk en duidelijk te maken, zal Ik je een paar voorbeelden geven.
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Hieruit komt wederom heel duidelijk naar voren dat de hemel voor ieder goed mens precies daar zal zijn waar hij zich bevindt, en alle goede en reine mensen zoals hij zullen zich direct in zijn naaste omgeving bevinden. Want je kunt niet zeggen: 'Kijk, hier of daar, bijvoorbeeld boven alle sterren is de hemel, en bijvoorbeeld ergens diep onder de aarde is de hel!' Dat alles hangt niet af van deze tijd en deze ruimte, en er is geen uiterlijk vertoon zoals bij een betekenisloze tempelceremonie, maar het bevindt zich heel diep in de mens zelf.
Hoofdstuk 33: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Momenteel zijn wij in het bezit van een geheim om korrels te fabriceren die zeer licht ontvlambaar zijn, maar tijdens hun snelle ontvlammen in een gesloten ruimte zo 'n kracht ontwikkelen dat daardoor de sterkste en hardste rots met een grote knal in duizend stukken uit elkaar vliegt als men er van tevoren door een hiervoor gemaakte opening een paar pond van de genoemde korrels inbrengt en door een onzichtbare lont aansteekt. Om het volk te misleiden doen we wel alsof wij de rots bevelen uit elkaar te vliegen; maar uiteraard wordt dat alleen maar veroorzaakt door onze springkorrels, die wij al enige dagen van te voren heel ongemerkt op een geschikte plaats weten aan te brengen.
Hoofdstuk 38: De bekwaamheid en de daden van de drie wijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Het gebeurde zoals Ik gezegd had, en toen we bij de oever kwamen waren de netten zo vol met voortreffelijke vissen, dat ze bijna begonnen te scheuren. Toen de vissers de vissen uit de netten in de viskaren wilden doen, bleek de ruimte te klein om alles op te nemen; ruim een derde deel van de vis moest in de samengebonden netten tussen de boten in het water blijven hangen.
Hoofdstuk 50: De rijke visvangst. De heerlijk smakende edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar de knechten zeiden dat ze van een onbekende visser het geheim in handen hadden gekregen zulke vissen ook buiten het winterseizoen te vangen, en de vissen waren het zekerste bewijs dat het geheim betrouwbaar was. Toen werden hun verder geen vragen gesteld en de knechten brachten de waard weldra zo'n grote hoeveelheid geld als opbrengst van de vissen, dat hij nauwelijks ruimte genoeg vond om al het geld onder te brengen en te bewaren.
Hoofdstuk 50: De rijke visvangst. De heerlijk smakende edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Kijk, voor de hele, eindeloos grote schepping neemt God zowel wat tijd als ruimte betreft steeds een en dezelfde wijze orde in acht! Zou het God dan soms onmogelijk zijn, zonder verwekking en zonder moederlichaam een van alle wijsheid en kracht voorzien mens te scheppen, net zoals het Hem mogelijk is in een oogwenk de bliksem uit de lucht te laten komen?! Beslist niet, en Ik Zelf heb jullie daarvoor de overtuigendste bewijzen gegeven!
Hoofdstuk 63: De reden van de menswording van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Toen hoorde men uit de rookwolk STEMMEN, die riepen: 'Jezus van Nazareth, Zoon van de levende God, we kennen U! Waarom kwam U om ons vóór de tijd te kwellen? Wij zitten hier op elkaar geperst en hebben wat ruimte gemaakt. Waarom gunt U ons deze vrijheid niet? Hier is ons groot onrecht aangedaan, dat ons lichaam doodde. We hebben alles verloren. Waarom mag de koper nu ook niet wat verliezen? Wij hebben dit stukje land nodig in onze ontzettende diepte. Waarom mogen we het dan niet hebben?'
Hoofdstuk 70: Het verzonken land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Hier ging het echter om een samenloop van omstandigheden, die sinds lange tijd precies berekend was voor het bereiken van een goed doel. Hier , onder dit stuk land, bevond zich reeds sinds voor jullie onvoorstelbare aardse oertijden een grote holte, die een onderaardse voortzetting van de zee was. Maar in de loop van de tijd blokkeerde en verstopte aangegroeide zeeklei de reeds vanaf het begin wat nauwe verbinding tussen de open zee en de daarmee verbonden onderaardse zee, die zijn water daaruit betrok. Toen de aanvoer van het water in de loop van de tijd helemaal opgehouden was, zakte het onderaardse water steeds verder en er ontstond daardoor een grote holle ruimte. Door herhaalde aardbevingen brokkelde onder dit stuk land het ene loshangende deel na het andere af en viel in de diepte van de holle ruimte. Daardoor is dit ingestorte stuk land natuurlijk steeds dunner geworden en kreeg het steeds minder houvast.
Hoofdstuk 72: Invloed van geesten bij natuurlijke gebeurtenissen als toelatingen van de voorzienigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik kan jullie alleen maar zeggen dat de vier merkwaardige dieren niet mogelijkerwijs vier naast elkaar bestaande rijken voorstellen, waarbij uit het laatste dan nog tien koninkrijken ontstaan overeenkomstig het getal van de tien horens in wier midden nog een elfde rijk op de kop van het dier tevoorschijn kwam, waarvoor er drie van de eerdere tien horens bij het dier uitgerukt werden. Maar de vier merkwaardige dieren duiden op vier grote na elkaar volgende bestaansperiodes van volkeren sinds het begin dat er mensen op deze aarde leefden. Voor het onderzoek van hun verleden is veel chronologische kennis van de geschiedenis vereist en om hun toekomst te doorzien is een volledig geopend geestesoog noodzakelijk dat in het licht des lichts en het leven des levens verder kan zien dan tijd en ruimte.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ogenblikkelijk zagen allen in de vrije, hoge ruimte van de zaal boven de tafel de zon, de maan en de aarde, en ook alle andere planeten met hun manen, en alles bewegend als in werkelijkheid. Aan de verbazing kwam geen einde, en Ik legde het hun twee uur lang heel nauwkeurig uit, en toen begrepen zij alles, wat hun veel plezier deed. Behalve het wiskundige deel liet Ik hun echter ook de bewoonbaarheid van de zon en alle planeten en hun manen zien, en heel uitvoerig de bewoonbaarheid van onze aardse maan, en zei toen in het bijzonder:
Hoofdstuk 120: De Heer geeft uitleg over de maanwereld en over maanzucht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Want luister: Alle stoffelijke zaken die de hele oneindige ruimte in deze tijd bevat, zijn geestelijke dingen die gevangen en gericht zijn! Het zijn geesten die zich in het gericht van de kracht en macht van de goddelijke wil bevinden tot een vastgestelde tijd, waarop de goddelijke alwetendheid constateert dat zij die graad van zelfstandige sterkte bereikt hebben die nodig is voor de verdere geestelijke, zelfstandige ontwikkeling van het leven. Dat begrijpen jullie nu weliswaar niet, en jullie kunnen het ook niet begrijpen; maar eens zullen jullie het toch begrijpen.
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Kijk eens wat voor tekenen hier gedaan moesten worden om deze heidenen te laten geloven! De tekenen waren krachtige mest, zodat de leer als levenstarwe op hun gemoedsveld kon ontkiemen en tot een toekomstige vrucht kon opgroeien. Toen Ik echter anderhalf jaar geleden bij jullie Joden kwam, was slechts een woord voldoende en jullie volgden Mij, zonder dat jullie precies wisten wie je volgde. Jullie gemoedsbodem was wel begroeid met veelonkruid, en menige doornstruik omringde jullie hart, -maar daarnaast was er toch ook nog veel ruimte op het veld voor de tarwe.
Hoofdstuk 126: De betekenis van het joodse volk ten opzichte van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[26] DE WAARD zei: 'O zeker; want bij mij is nog ruimte genoeg! Uit grote liefde en achting voor jullie en ook voor mijn Meester en Heer geef ik jullie alles gratis zolang je maar bij mij wilt blijven!'
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Zou de oneindigheid van de ruimte nog wel een oneindigheid zijn als deze een of andere beperking had, of zou God wel volkomen almachtig zijn als het Hem onmogelijk zou zijn ook maar het kleinste ding te scheppen? Of is God minder God omdat Hij naast heilzame kruiden ook schadelijke, giftige planten geschapen heeft, en omdat Hij het vele onkruid net als de tarwe van zaad voorzag, zodat het evenals de edele planten voort kan woekeren?
Hoofdstuk 165: Invloeden van geesten en de vrije wil van de mens van de zielen van dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...