Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

330 resultaten - Pagina 15 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[96] 'Luister Noach, jij enige band met Mijn liefde, uit jou zal Ik eens het zaad van het leven verwekken, dat zeker oppermachtig de onmetelijke verslonden buit aan de dood zal ontrukken! Want Ik heb medelijden met het vlees daar onder de nu verharde vloeden van de zonde; daarom zal Ik eens een machtige Redder zenden en de bevende aarde nooit meer met zo'n gericht teisteren. De kleurige boog zal te allen tijde de volkeren verkondigen, dat Ik de aarde nooit zoiets aan zal doen tot aan het einde van de tijd der tijden wat daarna zal gebeuren, dat weet Ik, de eeuwige Vader, alleen!' 97. En luister, jullie liefdevolle vaderen en ook jullie, ons liefhebbende kinderen! Zo heb ik dit alles gezien en getrouw gehoord en zoals ik het vernomen heb, heb ik het jullie naar waarheid doorgegeven en verder werd mij niets meer te zien gegeven. En wat ik heb gezien, moeten jullie wijze vaderen en kinderen vol liefde zelf verklaren; want voor mij is de zin van zo'n zeldzame droom uit God verborgen."
Hoofdstuk 42: Kenans gezang over de tien zuilen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Ik zeg jullie: Kenans droom zegt ons niets anders dan dat wij God, onze heilige Vader uit al onze krachten steeds meer lief moeten hebben en vol liefde ieder liefdeloos moment zouden moeten berouwen, dat ons dood gemaakt heeft zolang wij zonder liefde geweest zijn; want leven en 'lieven' is een en hetzelfde. Wie leven heeft, die leeft in de vreugde van zijn welbewuste bestaan en is tevens een vriend van zijn leven; maar als iemand geen vreugde meer zou beleven aan zijn eigen leven, zou hij immers ook uit het leven treden zodra hij de lust tot leven zou verliezen en dan zou hij zichzelf doden, zodat hij dan een zelfmoordenaar zou worden, net zo als Kaïn een broedermoordenaar werd. En hij zou bijgevolg tweevoudig sterven, ten eerste buiten Gods liefde en verder buiten zijn eigen liefde.
Hoofdstuk 43: Henoch verklaart de woorden van Adam en Kenan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Toen zijn grote verbazing over de woorden van Asmahaël wat afnam, stond Seth op en vroeg aan vader Adam: " Luister, geliefde vader, de inleiding van Henoch heeft mij op menige dwaalweg helder bijgelicht! Onderweg sliep ik in de geest in. Jij wekte mij uit mijn onnatuurlijke droom en wat mij zeer goed bekwam, was, dat je me zegende; maar wat kan er en wat moet er van ons terecht komen?
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] Kenan: "Als je wat weet, zeg het dan; en weet je niets, doe dan zo als ik, die ook niets weet! Zo veel is zeker, dat Asmahaël meer weet dan ik en jij! Maar wat heeft het voor zin om voor de doven te prediken en iets aan de blinden te laten zien?! Jij kent mijn droom; die was zeker geen eenvoudige! Ik heb hem zo gewetensvol en getrouw verteld als ik hem gedroomd heb. Seth en alle anderen wisten mij tenslotte net zo veel te zeggen als ik mijzelf, namelijk niets! Toen dacht ik: van tevoren wist ik niets, nu weet ik ook niets en ik zal voortaan ook niets weten. En zie, daar ben ik mee tevreden!"
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Mijn wil is een dood willen en lijkt volkomen op die in een droom, waardoor ook juist alleen dat wordt bewerkstelligd wat men onvoorwaardelijk moet willen en wat een vreemde onnaspeurlijke macht je heimelijk dwingt te willen en te doen. Mijn liefde tot God komt mij voor als beminde ik de lucht en het water. Ik hoor het ruisen van de wind, maar er blaast zelfs nog geen vleugje zachtjes door mijn haar. Ik heb honger en dorst, maar wil eten noch drinken. Ik ben slaperig - en kan niet inslapen. Ik ben moe en mijn ledematen schuwen iedere rust. Ik bid tot God, maar mijn hart ligt als een steen onbeweeglijk op de grond. Ik kijk omhoog naar de lichtende hoogten, - zij zijn bedekt met de zwaarste wolkenmassa's. Ja, alles in me en buiten me komt mij zo heel vreemd voor! Ik ben, als was ik niets; en alles wat ik bekijk, schijnt slechts voor de helft te bestaan, of het is alsof het niet bestond, of alsof het spoedig zal vergaan.
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Wanneer meer dan drievierde deel daarvan niet pas geschapen werd, dan weet ik in alle ernst tenslotte niet waar ik aan toe ben; want ik droom, of ik moet er honderd voor één aanzien! Want hier bevinden zich net zoveel mensen als er zand in de zee en gras op het oppervlak van de aarde is!
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Wel was Ik gisteravond bij je en heb je een grote belofte gedaan. Je herkende Mij echter slechts als in een droom; want je hart was ingesloten door zand en droog gesteente. En de volgende morgen reeds bleef er in jou van Mij nauwelijks iets anders over dan de naakte, koude herinnering. Ik bereidde Henoch voor om jullie tot tolk te dienen. Doch je bewonderde slechts zijn woorden; maar je dode hart begreep deze niet. Weliswaar zocht je allemaal, maar toch wilde iedereen voor de ander een wijze leidsman zijn om hem aan te kunnen tonen wat voor een grote wijsheid er in ieders hart woont.
Hoofdstuk 138: Emmanuëls woorden over Zijn komen bij de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Zie, ik ben van mening dat wij allemaal sliepen en droomden vóór het verschijnen van de heilige, meest liefdevolle Vader in Emmanuël Abba; maar toen Hij kwam, heeft hij ons allen gewekt. En zie, wij ontwaakten, - maar niet in de dag, maar in de nacht van ons hart; en zou Emmanuël dat niet gedaan hebben, dan sliepen wij nog in de dode dag van een droom!
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En Lamech antwoordde: "Voorzover ik het nu waarneem en me ook van vroeger heel vaag herinner, is dit de woning van Adam waarin hij ons allen, zoals wij hier nu zijn, opnam, nadat wij de hoogte van ons vaderland bereikt hadden; maar dat weet ik slechts als in een droom! Maar hoe laat het nu is, kan ik je niet precies zeggen; maar naar het nog tamelijk heldere licht in de woning te oordelen, kan het nog niet zo laat in de avond zijn."
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Nu eerst komen als helder stralende sterren al die woorden in mij op die jij, Henoch, in naam van de Vader zo dikwijls tot mij hebt gesproken; ja, nu pas wordt mij alles duidelijk. Vanaf mijn eerste kinderjaren voelde ik dat in ieder windje dat met mijn haren speelde, in ieder dauwdruppeltje dat mijn voeten nat maakte, ja in alles wat mij ooit beroerde, ja zelfs iedere droom een werk van Uw oneindige liefde was, o heilige Vader!
Hoofdstuk 161: Seths woord van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Vervolgens kwam het mij in mijn droom voor, als zou Emmanuël Abba opzettelijk deze storm over ons hebben laten komen om onze liefde tot en ons vertrouwen in Hem van onze kant zelf te beproeven. En wederom droomde ik: wie weet, misschien is juist in deze storm Emmanuël in ons midden en wel in de storm zelf?!
Hoofdstuk 166: Hoe de ware liefde tot God zal moeten zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En zo vormde ik droom na droom. Weliswaar wilde er nergens licht tot mij komen, - maar het werd mij wel lichter en behaaglijker om het hart.
Hoofdstuk 166: Hoe de ware liefde tot God zal moeten zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Gods toorn bereidt voor alle dingen de eeuwige vernietiging; maar het erbarmen van de Vader laat ook zelfs geen enkele droom ooit verloren gaan.
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] En Zuriël, zichzelf nauwelijks meester zijnde, antwoordde: "0 Jehova, of het zo goed is?! - Wat U doet is immers altijd en eeuwig welgedaan; maar alleen - neen - ik weet het niet - het zal toch geen droom zijn zijn wij dan werkelijk hier?
Hoofdstuk 181: De bezorgdheid van de deemoedige Zuriël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Zie en begrijp dat bij al deze bewegingen in je droom aan jouw persoon niet de allergeringste beweging of verandering van plaats zou kunnen worden bespeurd!
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23