Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9032 resultaten - Pagina 15 van 603

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[6] Zolang Ik en jullie en degenen, die ieder voor zich getuigen kunnen van de volle waarheid van de vele tekenen, nog op deze aarde leven, zolang worden alle twijfels gemakkelijk voorkomen; maar in latere tijden, als, terwille van de vrijheid van de menselijke wil, alleen het geschrevene over Mij getuigen zal, dan moet het geschrevene zuiver en goed geordend zijn, anders schaadt het meer dan het baat.'
Hoofdstuk 113: Het wezen van het Joh. en het Mat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Hoewel het al tamelijk laat in de nacht was toen wij thuis kwamen, waren Maria en de broers en zusters nog op. Er wachtte ons een goed toebereid avondmaal, wat velen van ons goed van pas kwam; want omdat wij sinds die ochtend niets gegeten hadden, was het wel begrijpelijk dat ze een behoorlijke honger hadden.
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Petrus zegt: 'Kijk, ik kan veel verdragen; maar een brutale leugen kan ik niet verdragen! In Jeruzalem, waar menje verder niet kent, behalve dan dat je een Galileeër bent, kun je je er wel op laten voorstaan, dat je een bezorgde huisvader bent; maar dat kun je bij mij beslist niet! Want ik en allen, die je buren waren en nog zijn, kennen jou en je huiselijke omstandigheden maar al te goed, zodat we geen woord van je verhaaltjes geloven. Je vrouwen je kinderen lijden nog steeds gebrek en moeten met zwaar werk nog steeds hun karige dagelijkse brood verdienen. Van de vissen die je gevangen hebt, hebben ze nog maar weinig genoten; de kleding hebben ze van mij, en hoelang is het geleden sinds je op de markten rondtrekt, dat wij uit medelijden het totaal vervallen huis van jouw familie bijna geheel hebben laten vernieuwen?! Hoeveel heb jij daar aan bijgedragen?! En dat noem je -zorgen voor je vrouwen kinderen?! Maak dat je weg komt en schaam je tien jaar lang, omdat je het waagt, om tegenover ons op zo'n manier zo vermetel te liegen, terwijl we je maar al te goed kennen!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Judas zegt: ' Ja,ja, je kunt misschien ook wel gelijk hebben, en ik zal er alles aan doen, om tot de kern van jullie leer door te dringen; maar als jullie leer op de basis van humaniteit is gebouwd, en je daarom iedereen zachtmoedig en met geduld benadert, dan meen ik toch, dat jullie mij niet maar steeds met allerlei stekelige opmerkingen behoeven af te wijzen! Want wat is een leer zonder leerlingen? Een geluid zonder betekenis, waar niemand op let! Iedere leer heeft daarom net zo goed leerlingen nodig, als dat de leerlingen een goede leer nodig hebben; en daarmee wil ik maar zeggen, dat iedere leerling voor een leer net zo belangrijk is als de reinste en beste leer op zichzelf! En op die manier ben ik van mening dat het voor jullie helemaal geen kwaad zou kunnen, als je met mij als jullie medeleerling een beetje meer geduld zoudt hebben!
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Aan beide zijden van het huis lag een goed omheinde tuin, waarin men alleen door een kleine achterdeur van het huis kon komen. Die deur gebruikten we dus en ontkwamen op deze manier aan de nieuwsgierige ogen van de duizenden, waarvan meer dan driekwart slechts door sensatiezucht werd gedreven, en zich alleen maar eens wilde vergapen aan wonderbare gebeurtenissen.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] En de Farizeeën en schriftgeleerden bestormden nu de leerlingen, en de leerlingen gaven hen zeer goed passende antwoorden.
Hoofdstuk 115: Nazareth. Het volk wil Jezus als koning. (21.11.1851) Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Werkelijk, de eredienst in de tempel was, speciaal op de grote feestdagen, zo iets afgrijselijk doms en smerigs, dat men iets dergelijks ergens anders op de hele aarde niet vond, ook bij de ongeciviliseerdste volken niet; en zodoende had de jonge man een heel waar weerwoord aan de man uit de tempel gegeven, en dat antwoord was ook erg naar Mijn zin, omdat het Mij heel goed bekend was dat het gebeurde en hoe het gebeurde.
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] En de jonge man. die even tevoren zo goed had gesproken, zei door het zolderluik: 'Zou de hogepriester In Jeruzalem dat soms ook met duizend ossen, tienduizend ezels en honderdduizend schapen tot stand kunnen brengen?'
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De jonge man zegt: 'Als ik nog Jood zou zijn, dan zou Ik mijn mond wel houden, maar sinds ik niet meer een Jood, maar een Griek ben, en aanhanger van de heerlijke leer van Socrates, zie ik niet in waarom ik voor de Jodenpriesters mijn mond zou houden; ik ken hun hedendaagse, ontzettend domme leer jammer genoeg maar al te goed.
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Je kunt rustig aannemen, dat zodra ik net als jullie in de nieuwe leer van je meester ingewijd ben, en haar beginselen ook onweerlegbaar goed en waar vind, dat ik dan voor deze nieuwe leer van jullie ook zeker tienmaal harder zal vechten dan jullie allen bij elkaar; want ik ben moedig en trotseer iedereen, omdat ik voor niemand bang ben. Gesteld dat ik ergens bang voor was, dan was ik toch allang bij jullie weggebleven nu je tesamen met je meester me al meerdere malen zo duidelijk hebt laten merken, dat ik bij jullie niet welkom ben! Maar angst ken ik niet, en dus kom ik terug. Het is weliswaar duidelijk te merken dat jullie je eraan ergert; maar dat doet me niets, en ik blijf net als jullie toch een leerling van deze nieuwe leer. Wat kunnen jullie daartegen doen?!'
Hoofdstuk 114: Een les voor Judas. (18/ 20.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Door deze rake en moedige toespraak waren de Farizeeën en schriftgeleerden allemaal zo kwaad geworden, dat ze de jonge man van woede en razernij verscheurd zouden hebben, als ze hem op een gemakkelijke manier te pakken hadden kunnen krijgen. Maar dat was in het bijzijn van het vele volk niet mogelijk en ook niet aan te raden; want iedereen juichte voor deze Jonge man, die de moed had om nu eindelijk eens de hoogdravende Farizeeën en schriftgeleerden goed grof in hun gezicht de volle waarheid te zeggen!
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Een van de Farizeeën wendde zich echter tot Mij en zei: 'Hoe kunt u als echte Jood zwijgen wanneer zo'n ellendige heiden, voor wie u goed bent geweest, de brutaliteit heeft om hier de heilige leer van onze vaderen zo schandelijk te bespotten?!'
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De Farizeeën en schriftgeleerden zeggen: 'Ja, ja, u heeft hij heus niet beschimpt, maar ons wel. Wij zien u nu toch als onze vriend en omdat wij maar al te goed weten hoeveel kracht uw woord en wil bezit, had u als vriend van ons, al was het maar vanwege het volk, wel een paar woorden kunnen zeggen zodat hij zijn mond zou hebben gehouden! Maar u liet hem praten en ons voor schut staan tegenover het volk; en dat was helemaal niet aardig van u! We zullen u er weliswaar niet om haten, maar we kunnen er u ook niet dankbaar voor zijn!'
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Wees wat u wilt, en Ik zal ook zijn wat Mij goed dunkt! Overigens is het heel vreemd van u, dat u Mij nu uw vriendschap ontzegt, terwijl u Mij in de aard van de zaak nog nooit vriendschap bewezen hebt! Maar Ik ontzeg u Mijn vriendschap niet, hoewel Ik daar eigenlijk het volste recht toe zou hebben, gezien de weinig lofwaardige gedachten die u daarnet over Mij in uw hart koesterde!
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Komt men in de eigenlijke hoofdtempel, dan kan men zich niet verroeren vanwege de duivenverkopers en de andere schreeuwers die allerlei vogels te koop aanbieden! En in het allerheiligste, waarin volgens het voorschrift van God éénmaal per jaar slechts de overste van de priesters mocht komen, wordt nu tegen betaling, wat men ook nog een offer noemt, zelfs iedere heiden rondgeleid; natuurlijk wel in het geheim onder het zegel der zwijgzaamheid tegenover de Joden! Maar in Rome kent men het allerheiligste even goed als de hogepriester in Jeruzalem! En zo onthult men voor geld alle geheimen van de tempel aan de vreemden; als echter een arme Jood het zou wagen achter de voorhang te komen, dan wordt hij meteen als een godslasteraar en tempelschenner achter de tempelmuur op de vervloekte plaats gestenigd. En er gaat geen week voorbij, waarin er niet minstens één gestenigd wordt en een aantal anderen het vervloekte water moet drinken!
Hoofdstuk 118: Onthullingen over de tempel. (25/26.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...