Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

319 resultaten - Pagina 15 van 22

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22
[9] Hierna stonden allen op en met Eva aan de zijde van Seth en Adam naast Henoch, traden zij welgemoed de woning uit. De kinderen bogen allemaal voor de oude woonstee van hun vader en lieten hem toen aan Henochs zijde vooropgaan; hierna volgden Seth met Eva en daarna tenslotte de overige aanwezige kinderen van de hoofdstam.
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] O vaderen, alles heeft zijn reden! Zie, het leven hebben wij weliswaar zelf onverwoestbaar in het eigen woord, maar dit leven lijkt nog op dat wat in de zaadkorrel besloten ligt! Keren wij ons hart naar de wereld, dan is het winter bij ons en het te kort durende genadelicht is niet in staat de geestelijke warmte in ons vrij te maken; maar indien wij voortdurend ons hart naar boven tot de Heer wenden, dan zal het langdurige, ja voortdurende genadelicht spoedig de geestelijke levenswarmte in ons vrij maken en wij zelf zullen ons dan verheffen als levende vorm of levend woord tot het eeuwige bewustzijn in het licht van de Heer.
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Toen zij zich nu, op Eva na, hadden gewassen - want de vrouwen wasten zich pas na de mannen en aan een andere bron -, namen zij olie en zalfden daarmee hun hoofd. En pas na de zalving hieven zij de morgendankzegging aan tot de nu aanwezige hoge Abedam en die klonk als volgt:
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Hij ging dus weer terug en vroeg aan de nog aanwezige jon­gelingen of zij dat soms hadden gedaan, alhoewel het Sabbath was!
Hoofdstuk 158: Jozefs huisdieren op wonderbaarlijke wijze door de engelen verzorgd. Zijn ijver in het vieren van de Sabbath. Gabriël verwijst hem naar de werkzaamheid van de natuur, óók op Sabbath. De engelen verdwijnen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Met een buiging trok de hoofdman zich nu terug, en wend­de zich tot een van de aanwezige jongelingen met de vraag:
Hoofdstuk 154: De hoofdman stelt Cyrenius een vraag betreffende de militaire dienst. Cyrenius wimpelt die af. Het gesprek van de weetgierige hoofdman met de heerlijke engel. De hoofdman ziek van liefde - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Nu deed de ook aanwezige vroedvrouwen stapje naar voren tot Nicodemus en zei: 'Beste man, hier, pak aan je overnachtings­geld: een drachme, dik betaald, het zeer karige onderkomen in aanmerking genomen! En houd ons nu niet langer op, want we moeten vandaag nog in Bethle­hem zijn!
Hoofdstuk 26: Verwijt van de herbergier Nicodemus aan het adres van Jozef. Jozefs zelfverdediging. Het getuigenis van de vroedvrouw. Een genadige wenk aan Nicodemus, die daarop de Heer erkent (9 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] "Ja, zo is het!", zeiden Adam en al zijn aanwezige kinderen van de hoofdstam. En Adam sprak verder en zei: "Want alles wat op de aarde groeit, gedijt zeer goed en het voegt zich allemaal heel zacht en bescheiden naar de eeuwige ordening van de boven alles machtige God. Wij zien immers dagelijks hoe de zonnestraal met grote kracht het gras uit de donkere schoot van de aarde trekt en eveneens de planten, struiken en alle bomen, we zien hoe de zo tedere straal van de zon uit de vochtige diepten en uit de zee heel vriendelijk de wolkjes met een gedempt licht vervult, aan het firmament tot zich trekt en ze tenslotte verheerlijkt en met glans omstraalt, zodat zij overeenkomstig het licht zelf door onze grove zintuigen helemaal niet meer waargenomen kunnen worden, ofschoon zij voor het oog van de geest voor eeuwig onvergankelijk zijn. En hoewel het slechts een overeenkomstig aards beeld is, heeft het toch de volle gelijkenis met de hoge ordening van de mens, aan wie zintuigen en een ziel gegeven zijn, opdat daarin volgens de eeuwige ordening de edele vrucht gedijt tot het eeuwige leven in God, zoals de verwekking uit de ziel door de macht van de liefde uit God en Zijn ordening gedijt tot een nieuwe, onsterfelijke vrucht.
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Drie dagen later kwamen zij beiden ongedeerd terug, zodat heel het aanwezige volk zich er­ over verbaasde, dat van hen geen zonde aan het daglicht was geko­men.
Hoofdstuk 11: De hogepriester denkt over Maria 's toestand na. Aanhouding en verhoor van Jozef en Maria. Jozefs klacht en zijn strijd met God. Doodsoordeel over Jozef en Maria. Rechtsherstel door een Godsoordeel. Maria wordt Jozefs vrouw - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[27] Nu zweeg Jacob weer; heel het aanwezige gezelschap was echter stom van verbazing en be­wondering over Jacobs grote wijsheid. Alleen het Kindje zei nog tot besluit: 'Nu ben Ik ook klaar met Mijn vis; ook daarom dus: Amen!'
Hoofdstuk 239: De laatste, goede vis verzinnebeeldt de liefde des Heren en Zijn grote genade. ..in deze laatste tijd. Ook wie en wat de zón bewoont heeft de uiteindelijke bestemming van Kinderen Gods. Een kudde onder een goede herder - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Jozef gaf die onderwijzer ten antwoord: 'Dat vind ik best, vriend en broeder! Maar vóórdat jij die jongen van mij op jouw school neemt, moet je hem, in het bijzijn van enkele hier aanwezige getuigen eerst eens een kleine proef afnemen.
Hoofdstuk 287: Piras Zacheüs, de onderwijzer, wil het Kindje op zijn school hebben om daardoor zelf roem te kunnen oogsten. Jozef raadt de onderwijzer aan om het Kindje eerst te testen, waarna Jezus deze huichelaar te schande maakt - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Bij de twaalf aanwezige jongens was ook een zekere Zenon; die knaap was een ver­woede gokker, die zijn medespe­lers de spaarcenten die zij bij zich hadden wilde aftroggelen door allerlei halsbrekende toeren voor te stellen.
Hoofdstuk 290: In Jozefs huis gaat het gemoedelijk toe, hetgeen de kinderen van de buren best bevalt. De kinderen op het dakterras. Zenon breekt zijn nek. De dode wordt tot leven gewekt. Getuigenis van Zenon over Jezus. Jezus' vermaan aan Zenon - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] Toen Ik vervolgens aan het kruis werd opgericht, zag Mijn lichaam, dat met bloed en stof was bedekt, er zo deerniswekkend uit, dat zelfs de aanwezige vijanden in hun hart werden ontroerd. Ik zag echter dat het slechts een voorbijgaande opwelling was en hun erbarmen niet Mij gold, maar alleen hun gevoel voor schoonheid. Daarom sprak Ik: "Mij dorst!" - De beulsknechten begrepen alleen niet wat Ik met deze woorden bedoelde, namelijk dat Ik dorstte naar het heil van zovele zielen, die Ik in hun waan te gronde zag gaan. En dus gaven ze Mij, om Mij nog meer te kwellen, gal vermengd met azijn te drinken, wat Ik echter versmaadde.
Hoofdstuk 3: De zeven kruiswoorden - Antonie Grossheim - Antonie Grossheim: De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis
[20] Als nu in een overleden ziel op die manier het zojuist beschreven gloeiende schijnsel zich ontwikkelt, begint ze daar­door de in haar hersenen aanwezige geestelijke indrukken heel zwak te zien en herkent ze weldra veel kwaads en weinig goeds in haar wezen. In dat schemerlicht ziet ze ook niet zelden een mug voor een olifant aan, en omgekeerd een olifant voor een mug. Uit zulke waarnemingen ontwikkelen zich in de ziel ver­volgens allerlei luchtige en doorzichtige -je zou kunnen zeg­gen 'vormloze' vormen, die lijken op de luchtkastelen van een verliefde jongeman in de wereld, die bij een heel levendige fantasie niet zelden gedurende enkele ogenblikken tot een werkelijk zichtbare realiteit worden, maar bij de minste verstoring van het gemoed in het niets verdwijnen.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[15] Dat deze activering van de natuurgeesten uit vibraties bestaat, kan ieder mens die ook maar enige opmerkingsgave bezit gemakkelijk zien en herkennen aan duizenderlei ver­schijnselen in de natuurlijke wereld. Als een mens of zelfs ook een dier door wat dan ook in zijn gemoed sterk geprikkeld wordt, begint hij merkbaar te trillen, wat veroorzaakt wordt door de activering van de in zijn vlees en bloed aanwezige natuurgeesten. Een snaar op een muziekinstrument vibreert, als er tegen gestoten of geslagen wordt, omdat de geesten die in de materie van de snaar gevangen zitten, door de slag of de stoot geactiveerd worden.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[16] Op dat moment maanden de aanwezige vrienden en artsen onze astronoom tot rust die hij, als hij weer wilde genezen, dringend nodig had. Want het stond immers nog helemaal niet vast dat hij nu als gevolg van deze weliswaar forse afkoe­ling moest sterven, maar wel zouden zulke heftige gemoeds­aandoeningen hem werkelijk zijn dierbare leven kunnen kos­ten.
Hoofdstuk 3: Een geleerde neemt afscheid van deze wereld - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22