Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 15 van 1112

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[8] Terwijl wij ons in onze eetkamer versterkten, kwamen de twee trouwe dienaren van de opperstadsrechter, die hij op de berg al had genoemd, bijna buiten adem naar ons toe, en begonnen te vertellen wat ze allemaal hadden gezien en meegemaakt. Het meest verbaasden ze zich over de vijver, die plotseling ontstaan was op de plaats waar vroeger maar een kleine bron was, die slechts af en toe water gaf.
Hoofdstuk 205: De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Daarop voorzagen de twee dienaren zich in de herberg direct van verscheidene gerstebroden en gingen meteen vol blijdschap naar buiten, waar de beide dieren graasden. Toen ze in de buurt van de dieren kwamen spraken ze die op hun manier toe. De dieren werden opmerkzaam, de geur van de broden trok hen dichter naar de dienaren toe; die gaven hun direct stukken brood en liepen toen naar de stad, terwijl ze onderweg, wat niet zo ver was - de dieren van tijd tot tijd een stuk brood gaven. En weldra zagen wij vanuit onze gastenkamer door de open ramen hoe de twee reusachtige olifanten de beide dienaren van de opperstadsrechter als makke lammeren op de voet volgden, en zo naar de grote stal gebracht werden, terwijl de vele mededienaren, knechten .en burgers van de stad verbaasd toekeken. In de stal voorzagen ze de dieren direct van een goede hoeveelheid voer en water.
Hoofdstuk 205: De verbaasde dienaren vangen en temmen de olifanten (13.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Maar ziehier, bij deze Romeinen ben Ik niet genoodzaakt zo'n tegenvraag te stellen, want hun scherpzinnigheid ontdekt ieder verschil dat er bestaat tussen de ene of de andere daad die Ik heb verricht! Ik heb destijds toch ook op zeer grote schaal een vermeerdering van voedsel bewerkstelligd, toen Ik verscheidene duizenden mensen met een paar broden en vissen ruim voldoende heb verzadigd, en Ik heb voor jullie ogen ook een groot aantal daden verricht, die deze Romein van ons tot de meer natuurlijke en begrijpelijke zou rekenen. En toch hebben jullie destijds niet gezegd: Heer en Meester, wij denken te kunnen begrijpen dat U onze netten al verschillende keren met vissen hebt gevuld, hele woeste streken vruchtbaar hebt gemaakt en bij de bruiloft in Kana in Galilea en op veel andere plaatsen water in wijn veranderd hebt; maar hoe hebt U die op zichzelf dode broden en vissen zozeer kunnen veranderen, dat vele duizenden zich daar meer dan voldoende mee konden verzadigen?'
Hoofdstuk 208: De wonderbare spijziging in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Vissen van een goede soort, die zich in schoon water ophouden, en klaargemaakt op de manier zoals wij ze hebben gegeten, zijn het allergezondste voedsel voor het menselijke lichaam.
Hoofdstuk 210: De belangrijkste voedingsmiddelen voor de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Ik had dit nog maar nauwelijks gezegd, of daar daalden ongeveer driehonderd veertig kraanvogels op de aarde neer, stelden zich in zekere zin in twee rijen om ons heen op en keken naar Mij. Spoedig daarna wenkte Ik deze dieren met Mijn hand naar de vijver; ze vlogen op en bevonden zich in een ommezien bij de vijver, en door hun gefluister toonden ze dat ze heel blij waren met het in de vijver aanwezige voedsel en ook met het schone water, waarmee ze hun inwendige waterzakken vulden.
Hoofdstuk 226: Een ochtendgroet van de kraanvogels - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Als je nu zo'n gedroogde urineblaas of een andere zak hier zou hebben, zou ik je des te gemakkelijker kunnen laten zien hoe de vogels zich van water moeten bedienen om te kunnen vliegen; maar ik zal er wel voor zorgen dat mij de nodige hulpmiddelen ter beschikking staan om het uit te leggen! Kijk, daar hebben we al een tamelijk grote, met water gevulde zak, en daar zullen we nu een paar ingrediënten in doen die de eigenschap hebben dat ze de koolstof en zuurstof in het water opzuigen, maar zuivere waterstof vrijmaken. Hier zijn de ingrediënten ook al, die je vast zult kennen; het zijn een beetje ijzer, zwavel, kalk, zout en koolstof.
Hoofdstuk 227: Over de uiterlijke levenssfeer (de aura) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Nu doe ik die in het water -ze bevinden zich al in het water, en je hoort onmiddellijk een eigenaardig geruis en gebruis in de zak. N u pakken we een droge blaas; we zullen die met de gemakkelijk opstijgende waterstof vullen en kijk, de ene blaas is al gevuld! Pak hem nu in je hand onderaan bij de opening, dan zul je direct merken hoe hij naar boven trekt; en laat hem nu los en kijk wat hij gaat doen!'
Hoofdstuk 227: Over de uiterlijke levenssfeer (de aura) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Daarop vroeg de opperstadsrechter Mij: 'O Heer en Meester, die alle dingen geheel en al weet, hoezo hebben deze vogels dat water eigenlijk nodig voor hun verdere vlucht? Want voorzover ik weet heb ik wel altijd opgemerkt dat de vogels in verhouding tot hun grootte tien keer meer water tot zich nemen dan enig ander dier, en toch raken ze geen urine kwijt; ik heb tenminste nog nooit opgemerkt dat een vogel heeft gepiest, en U hebt nu gezegd dat deze vogels het water echt nodig hebben om verder te kunnen vliegen, terwijl ik in de mening verkeerde dat het water samen met het voedsel dat ze tot zich hebben genomen hen alleen maar zwaarder maakt, zodat het moeilijker voor hen is om verder te vliegen!'
Hoofdstuk 227: Over de uiterlijke levenssfeer (de aura) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Dat vuur duurde meer dan veertien dagen lang. Daardoor werd er onder de dunne aardlaag van dat stuk land een holle ruimte gevormd, en het land stortte met alles wat zich daarop bevond in de vurige diepte, die pas geleidelijk aan met het water van de Jordaan en enkele kleinere beken gevuld werd. Als dat niet gebeurd was, zou ook het hele dal van de Jordaan inwendig in brand zijn geraakt en ingezakt zijn; want ook dat hele dal rust op zwavel en aardpek. En hiermee heb Ik je nu in het kort alles op natuurlijke wijze onthuld wat je bij Mozes in breder verband hebt gelezen!'
Hoofdstuk 235: Het ontstaan van de Dode Zee - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[26] Kijk, zo'n chemicus ben Ik! Ik heb de onzuiver geworden kristallen (Lucifer en zijn aanhang) opgelost in het warme water van de liefde en heb die zielen nu weer opnieuw laten uitkristalliseren om ze helder te laten worden. Dat dat gebeurt door het opklimmen door het mineralenrijk en het plantenrijk tot aan de mens, is jullie bekend. Maar omdat de ziel van Lucifer de totale materiële schepping omsluit, moet deze zich ook in de vorm van een mens uitdrukken. Daarom verenigen zich ook steeds alle verenigingen van geesten in één persoon, die door de leider van die vereniging wordt uitgedrukt, en vormen datgene wat men zijn sfeer noemt. Iets dergelijks, wat dit duidelijk uitdrukt, bestaat er op het materiële vlak niet, daarom zeg Ik: open het gevoel van jullie ziel!
Hoofdstuk 17: De onthulling van het scheppings en verlossingsplan - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[9] Lazarus zei op vriendelijke toon tegen hen: 'Beste vrienden, jullie staan verbaasd en begrijpen niet dat ik leef, terwijl ik toch zichtbaar en heel zeker gestorven was; maar jullie weten dat bij God geen enkel ding onmogelijk is, en Hij, die alles tot leven brengt, zal toch ook dit aardse stof wel weer tot leven kunnen wekken, ook al was het leven eruit verdwenen. Kijk, ik leef werkelijk, en hier staat Degene die mij opnieuw tot leven riep! Kunnen jullie er nu nog aan twijfelen dat de kracht Gods dat allemaal tot stand brengt -de kracht die in Hem, de Messias, waarlijk leeft en zich manifesteert? Waarlijk, wie nu nog twijfelt, lijkt op een zeer harde steen, die niet anders bewogen kan worden dan alleen door middel van uiterst ruwe krachten om hem uiteen te doen vallen en waarlangs het water naar beneden stroomt, zonder er ook maar het kleinste deeltje van los te maken.
Hoofdstuk 41: De tempeldienaren smeden boze plannen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] Toen Mijn leerlingen (hier worden de apostelen bedoeld) eens een tocht in de bergen hadden gemaakt -Ik had hun dat Zelf opgedragen, om ook zonder dat Ik erbij was hun gevoel voor hun omgeving te openen -werden ze tussen diepe rotskloven door een hevige regenbui overvallen. In Palestina gaat de winter met hevige regenbuien gepaard, die niet zo onschuldig zijn als in Europa. Het water stroomt sneller samen, en in de bergen, die tijdens de zomer in de zon totaal uitdrogen, vormen zich in de kloven al snel sterke waterstromen die gevaarlijk worden voor een wandelaar, doordat het water heel hevig en plotseling naar beneden raast en de rotsbodem de grote hoeveelheden water niet kan opzuigen, maar enkel als vergaarbekken voor het water dient. Het is daarom gevaarlijk om in de tijd van de plotselinge regenbuien die kloven op te zoeken, omdat een onvoorzichtig iemand niet in staat is zichzelf te redden als hij door noodweer verrast wordt.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Dit zou een gelegenheid zijn geweest om de kracht van hun geloof te bewijzen, die dan ook, zolang het water om de rotsblokken heen spoelde waarop de leerlingen zich in veiligheid brachten, heel goed standhield. Toen echter ook deze door het water werden bereikt en overspoeld, begon hun geloof toch sterk af te nemen, en de vrees voor een ellendige lichamelijke dood werd steeds sterker. Hun zielen riepen wel om hulp tot God, maar tot de God jehova, van hun vaderen, niet tot Degene van wie ze wisten dat Die in Mij belichaamd was, zodat hun jammeren en roepen ongehoord wegstierf.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[4] Reeds grepen allen elkaar bij de hand en zetten zich gezamenlijk schrap tegen het aanstormende water, om het zwakke houvast onder hun voeten niet te verliezen, toen ook de rotsblokken onder de druk van het water begonnen te bewegen en het gevaar het grootst werd.
Hoofdstuk 48: De zielstoestand van de leerlingen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[6] Ik liet hem bij Mij komen, en hij zei (de knecht): 'Heer en Meester! Lazarus, die door U is opgewekt, stuurt mij naar U toe en vraagt U of U hem raad en hulp wilt geven! De priesters van de tempel zijn nu, sinds hij uit de dood is opgestaan, meer op hem gebeten dan ooit en dreigen hem te vervloeken als hij niet bekent dat hij niet gestorven was, omdat het nog nooit werkelijk is gebeurd dat een dode terugkeerde. Ze dreigen hem dat hij het vervloekte water moet drinken, om te bewijzen in hoeverre God met hem is. Maar Lazarus kent hun arglist en weet heel goed dat men hem in dat geval een heel speciaal water zal geven, dat hem met zekerheid voor de tweede keer zou doen sterven. Maar nu weet hij niet of hij zich, in vertrouwen op U, aan hen ter beschikking moet stellen of dat hij nu helemaal afstand moet nemen van de tempel, die toch door God is opgericht.'
Hoofdstuk 58: Het afscheid van Efraïm. Vertrek naar Bethanië - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...