Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

13994 resultaten - Pagina 15 van 933

...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...
[9] ALLEN zeggen: "Ja, Heer, U onze hoogste liefde, U die alles voor ons bent! Alles, alles geven wij voor Uw liefde, voor Uw zo oneindig grote genade die U ons hier bewijst! Nu zouden wij ook werkelijk niets meer weten te vragen!"
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Ik wilde weliswaar dat alle mensen als broeders zonder dit verderfelijke ruilmiddel samen zouden leven; maar omdat zij het al van ouds her in hun bestaan ingevoerd hebben om daarmee hun doen en laten als wereldse mens te vergemakkelijken, zal Ik dat ook zo laten, -maar pas door Mijn liefde zal het de mensen zegen brengen! .
Hoofdstuk 6: Gedragsregels van de Heer voor de waard Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] RAPHAËL zegt: 'Zei ik je dan niet dat dit allemaal, dat wil zeggen alles wat hier stevig gebouwd is, in duizend jaar niet volledig zal vergaan? Alleen de verschillende vruchtbomen, de edele struiken en planten, evenals de vijf schepen zullen niet zo lang blijven bestaan; maar het metselwerk zal behoorlijk lang, ja zeer lang standhouden! Ook zelfs na tweeduizend jaar zullen daarvan nog sporen te vinden zijn; maar natuurlijk zal dan niemand meer in bovenaardse bouwers van deze muren geloven. Zelfs in deze tijd zullen de dichtstbijzijnde buren, wanneer zij dit alles zullen zien, zeggen, dat dit allemaal door de aanwezige Romeinen is gebouwd, want veel sterke handen brengen ook wonderen teweeg! Spreek de wereldse mensen echter niet tegen, want als er in een land tienmaal tien maal honderdduizend mensen op de huidige wijze leven, dan zul je over het geheel nauwelijks vijfduizend mensen aantreffen die dat na veel uitleggen redelijkerwijs van je zouden aannemen. Aan blind geloof zou jij echter niets hebben en wij hemelgeesten nog minder. Het is ook helemaal niet belangrijk of er veel of weinig mensen geloven; want de Heer kwam alleen maar vanwege Zijn geringe aantal kinderen op de wereld en niet vanwege de wereldse mensen. En zo zal het blijven tot aan het einde van deze wereld en haar tijden!
Hoofdstuk 5: Kinderen van de wereld en kinderen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar IK zeg tegen hem: 'Bespaar je tong de moeite, want Ik heb de dank van je hart al vernomen en heb die van je tong dus niet nodig! Is iedere eerlijke gastheer zijn loon dan niet waard? Jij bent ook een eerlijke gastheer en je hebt ons onvermoeid bijna acht dagen lang bultengewoon goed verzorgd; dat kunnen we toch met voor niets. Van je verlangen. Deze herberg zal in het levensonderhoud van jou en je latere nakomelingen uitstekend voorzien! Maar zorg jij ervoor dat Mijn naam op deze plaats, dat wil zeggen bij je nakomelingen, onwankelbaar blijft bestaan; want met het verdwijnen van Mijn naam uit hun hart zouden zij ook weldra al het andere verliezen! Wie echter alles in de wereld zou verliezen, maar desalniettemin Mijn naam zou behouden, zou tenslotte niets verloren, maar alles gewonnen hebben; maar wie Mijn naam uit zijn hart zou verliezen, zou alles verloren hebben -ook al zou hij alle goederen op aarde bezitten!"
Hoofdstuk 5: Kinderen van de wereld en kinderen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] IK zei: 'Beste vrienden! Dit werk zal blijven bestaan en jullie zullen het dan nog vaak genoeg kunnen bekijken en bewonderen; maar Ik zal niet blijven, behalve door de liefde in jullie harten.
Hoofdstuk 6: Gedragsregels van de Heer voor de waard Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS zegt: 'Heer, U weet hoe belangrijk en hoe zwaar mijn taak als bestuurder is; maar het komt mij nu voor alsof het niets voorstelt en alsof het vanzelf gaat, ook zonder mij, en alsof alles zich zonder mijn toedoen regelt! Ik kom mij nu bepaald al aardig voor als het vijfde rad aan een wagen; ik weet namelijk dat U, o Heer, nu alle zaken voor mij regelt en dat er tijdens mijn regering nog nooit een grotere orde heeft bestaan dan juist nu, omdat U, o Heer, voor mij zorgt!
Hoofdstuk 7: Over de Romeinse opperpriester. Kritiek op het heidense priesterdom in Rome - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Door zulke wijze beperkingen moeten binnen een staat waarheid en liefde tot een tweede, waarachtige en betere natuur voor de mensen worden! Want naar mijn huidige inzicht begunstigt niets zo sterk leugen, bedrog en zelfzucht als onbeperkte bezitvorming. Een wijze beperking van deze ware vader van leugen, bedrog en zelfzucht, hoogmoed, heerszucht en gierige meedogenloosheid is werkelijk met geen goud te betalen en ik zal deze opvatting binnenkort ter toetsing aan de keizer toesturen. Maar intussen zal ik in ieder geval in het regeringsgebied waar ik absolute macht bezit deze noordse regeringswijze zo snel mogelijk invoeren; want werkelijk, zij is zo wijs alsof een God die gegeven heeft!'
Hoofdstuk 18: De rechtsstrijd tussen Cyrenius en Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Als wij aannemen dat alle organische wezens ook bezield zijn en de ziel overal het werkende principe is -hetzij meer of minder volmaakt, dat maakt hier niets uit -, dan kan men deze veronderstelling als evidente waarheid aannemen, doordat men logisch op juiste wijze vanuit de werking terug redeneert naar de oorzaak, of van de handelingen naar de kracht,/die wij dan de 'ziel' willen noemen. Afhankelijk van de graad van volmaaktheid en ordelijkheid van de werken van een ziel leidt men dan ook op logische wijze ten eerste haar bestaan en ten tweede haar bekwaamheid af. Vinden wij echter de een of andere chaotische wirwar, wild en ordeloos door elkaar, zonder enige actie of beweging, dus zonder enig spoor van leven, dan denken en zeggen wij: Daar heerst de dood, die van zichzelf totaal onbewust is en wiens bezigheid bestaat uit een volledig tenietgaan, -een verschijnsel dat men in de herfst bij zeer veel bomen en struiken kan waarnemen, wanneer het vroeger zo mooie, goed geordende loof van de boomziel in wilde onordelijkheid naar beneden valt, verdort en in de loop van de winter vrijwel geheel vergaat.
Hoofdstuk 22: Roclus bewijst zijn atheïsme - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Vriend, als ik u zo mag noemen, ga naar Indië en kijk daar eens naar de bevolking en uw haren zullen te berge rijzen! Daar kan men boetelingen aantreffen waarvan onze fantasie nog nooit heeft kunnen dromen! Hier bestaan tegen misdadigers straffen die door de rechters opgelegd worden en door de gerichtsvoltrekkers in het ergste geval op z'n hoogst gedurende één dag aan de overtreders van de wet voltrokken worden. Maar daar duurt de geringste boetestraf minstens een tot twee jaar, die de zondaar zonder enige genade onherroepelijk aan zichzelf moet voltrekken, en de lichtste straf is daar al dermate gruwelijk, dat een Romeinse kruisiging daarbij vergeleken letterlijk in het niets valt. Ik zal slechts een paar kleine voorbeelden geven en dan zult u daar beslist genoeg aan hebben!
Hoofdstuk 27: Het kunstmatige Allerheiligste in de tempel te Jeruzalem. Indische gruwel van boetedoening - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Nu richtte Roclus zich tot de reeds naast hem staande Raphaël: 'Wel, laat dan zien wat je kunt! Als je mijn ervaringen ongedaan kunt maken of mijn verstand met blindheid kunt slaan, dan heb je aan mij een zwakke rietstengel die gemakkelijk door allerlei winden naar alle willekeurige kanten wordt gebogen; laat je me echter zoals ik ben, dan zal het je moeilijk lukken om mij door jouw ervaringen van mening te doen veranderen! Want je kunt nauwelijks meer dan Rome hebben gezien en watje op de reis hierheen allemaal bent tegengekomen! Je was vast nog nooit in Egypte het land van de oude wijsheid, en je hebt nog lang niet uit ervaring geleerd hoeveel soorten van geloof aan één of meer goden en godinnen bij de verschillende volkeren bestaan, en jij wilt het met ons, twaalf reuzen wat ervaring betreft, opnemen? Nu goed dan, ik heb er niet bepaald iets tegen; we zullen wel zien hoeveel haar je op je tanden hebt! Doe dus je best en weerleg mijn puur atheïstische argumenten, en laat mij de God zien die te verenigen valt met het zuivere verstand van een mens en met diens innerlijke levensprincipe, dat duidelijk de liefde is! Maar kom vooral niet met een andere God; want die wordt al bij voorbaat verworpen, omdat er geen andere kan zijn en ook nooit zal zijn! Is hij het daarmee eens, laat hem dan tegen ons beginnen!"
Hoofdstuk 36: Roclus wordt naar Raphaël verwezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Ik zou het zeker zonder tegenspraak moeten dulden; want waarheid blijft waarheid, of deze mij nu schade of voordeel oplevert! Ik weet nu echter wat je mij hiermee eigenlijk wilt zeggen en dat zal zeker wel zijn, dat ook onze orde iets slechts is en dat deze tenslotte zijn ondergang tegemoet zal gaan op het moment, dat Gods zuivere licht uit de hemelen het hart van de mensen verlicht zal hebben. Vriend, dat is weliswaar een waarheid waar niets tegen in te brengen valt -want wanneer alle mensen of in ieder geval het grootste deel daarvan in al onze geheimen worden ingewijd, dan is er inderdaad voor altijd een eind gekomen aan ons werk -; maar men zal in ieder geval nooit van ons kunnen zeggen, dat wij al deze dingen met ook maar een greintje zelfzuchtige, kwade wil hebben gedaan, omdat het ons in deze hoogst droeve tijd alleen maar in alle opzichten te doen was om het aardse welzijn van de mensen, en ons klooster in feite niets anders is dan een instelling op basis van liefde en vriendschap. Wij hebben daarvoor dan ook niet één slecht middel gekozen!
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar hoe komt een mens dan te weten, dat zijn ziel één is geworden met de ware geest van God in haar? -Dat komt hij heel eenvoudig uit zichzelf te weten! Als je in jezelf geen hoogmoed, geen onnodige eerzucht, geen zucht naar roem, geen afgunst, geen verlangen naar bezit, pracht en praal, geen eigenliefde, maar daarentegen des te meer intense en ware liefde voelt voor je naaste en God, en het een ware, diepe vreugde voor je hart is als je alles wat je bezit in geval van nood aan arme en gebrek lijdende broeders en zusters hebt gegeven, ja, als het je echt pijn doet in je hart wanneer je een arme niet kunt helpen, en als God alles voor je betekent en de hele aarde met al haar rijkdommen en schatten niets, dan is je ziel reeds .geheel een met de geest van God in haar, dan heeft zij het volmaakte eeuwige leven bereikt, is ze wijs, en waar nodig in staat om wonderen te verrichten enkel en alleen door te willen!
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En omdat jouw geest als het ware doodgedrukt was door de massa van de starre, materiële waarheid, kon het niet anders dan dat je ieder spoor van het bestaan van een God verloor, omdat God ook alleen maar puur liefde is in Zijn oerwezen en alleen door de liefde weer begrepen kan worden!
Hoofdstuk 60: Het wezen van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Niets moeten jullie méér uit de weg gaan dan de rijkdom van de wereld en degenen die deze rijkdom vereren; want er bestaat op de wereld geen slechter mens dan degene die aardse schatten najaagt en begeert; want zo iemand vervloekt inderdaad de liefde en alle waarheid van het hart, die uit God komt.
Hoofdstuk 66: Raad en toespraak van de Heer, gericht aan de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Het meest sprekende voorbeeld daarvan vind je hier immers bij Mij. Nu ken je Mij, Mijn leer en ook de ware strekking ervan voor het leven. Je kent ook Mijn macht, door middel waarvan Ik deze hele aarde even snel en gemakkelijk tot niets zou kunnen omvormen als tevoren de jou welbekende oude rots in de zee! Maar dan zou Ik Me tenslotte Zelf toe moeten roepen: ' Als je deze wereld vol met je hartskinderen, die je hun aanleg en geaardheid hebt gegeven, liever niet had willen hebben, dan had je beter al in het begin helemaal geen aarde kunnen scheppen!' Maar de aarde en de mensen zijn er nu eenmaal, en het is dus zaak alles met alle liefde en geduld te behouden en te leiden volgens de wijsheid uit God, opdat van alles wat deze aarde draagt en in zich bevat, niets, zelfs niet ter grootte van een zonnestofje, verloren zal gaan!
Hoofdstuk 79: De Heer maakt gewag van Zijn laatste avondmaal en Zijn kruisdood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28  ...