Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6808 resultaten - Pagina 16 van 454

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[4] Wat bedoelt Mozes dan met de 'hemel' en de 'aarde', waar hij over zegt, dat deze in het begin geschapen zijn? De 'hemel' is het geestelijke, en de 'aarde' is het natuurlijke in de mens; deze was en is nog steeds woest en ledig -net als bij u. De 'wateren' zijn uw slechte inzicht in alle dingen, de geest van God zweeft er wel boven, maar bevindt zich er nog niet in.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De eerste natuurlijke staat van de mens is die van 's avonds Iaat, dus duisternis. Maar omdat God hem een licht geeft, daarom is dat licht voor de mens een waar morgenrood, en zo ontstaat uit de avond en het morgenrood van de mens werkelijk zijn eerste levensdag.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Als Mozes gezegd had: 'En zo ontstond uit morgen en avond de eerste dag!', dan zou u wel aan kunnen nemen, dat het de natuurlijke dag was; maar hij had goede redenen om het juist omgekeerd te zeggen, en dat heeft te maken met de avond en tevens de nacht van de mens, wat heel begrijpelijk is, want niemand heeft nog ooit een volkomen wijs kind gezien.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Dan zeg Ik: Zeker, als hij geestelijk gesproken tegen de mensen iets onzinnigs had willen zeggen! Maar Mozes wist, dat alleen de avond te vergelijken is met de aardse toestand van de mens; hij wist dat de zuiver aardse verstandelijke ontwikkeling bij de mens op dezelfde manier plaats vindt, als het schemeren van de natuurlijke avond.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Hoe meer de mensen met hun verstand de aardse dingen proberen te vinden, des te zwakker wordt in hun hart het goddelijke licht van de liefde en van het geestelijke leven. Daarom noemde Mozes zulk aards licht van de mens ook de avond.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Alleen wanneer God door Zijn barmhartigheid een levenslichtje in het hart van de mens aansteekt, dan begint de mens pas de waardeloosheid in te zien van alles wat hij eerder met zijn verstand, de geestelijke avond, zich toegeëigend heeft, en hij ziet dan ook langzaam .maar zeker steeds meer in, dat al de schatten van het avondlicht net zo vergankelijk zijn als het avondlicht zelf.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Maar Gods ware licht, aangestoken in het hart van de mens, dat is de morgen die met en uit de voorafgegane avond de eerste echte dag in de mens teweegbrengt.
Hoofdstuk 157: De eerste scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Het zou echter makkelijk kunnen gebeuren, dat het licht van God in het hart van de mens uit zou stromen in het avondlicht en dan zou oplossen of minstens zich zo zou vermengen, dat men uiteindelijk niet meer zou weten wat het natuurlijke en wat het goddelijke licht in de mens is.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Deze scheiding is de werkelijke hemel in het hart van de mens en wordt zichtbaar door een waar levend geloof, maar in der eeuwigheid nooit door onnutte verstandelijke spitsvondigheden.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als zo'n scheiding in de mens gemaakt wordt en het geloof sterker en sterker wordt, dan maakt dit geloof steeds duidelijker zichtbaar hoe onbeduidend het natuurlijk verstandelijke is. Het natuurlijke verstand aanvaardt dan het geloof als meerdere en zo groeit in de mens uit zijn avond en zijn steeds lichtere morgen de volgende dag, die reeds veel lichter is.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] In deze situatie, die kenmerkend is voor de tweede dag, ziet de mens datgene al, wat alleen het ware is dat voor eeuwig moet blijven bestaan; maar echt ordelijk is het bij hem nog niet. De mens vermengt nog steeds het natuurlijke met het geestelijke, vergeestelijkt de natuur vaak te veel en ziet daardoor ook in de geest nog materiële dingen en komt met zichzelf nog niet in het reine over wat hij moet doen.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Hij lijkt op een pure waterwereld, die aan alle kanten omringd is door lucht waar licht doorheen schijnt, en die uiteindelijk niet in staat is om te bepalen, of zijn waterwereld uit de met licht doorschoten lucht of uit de waterwereld ontstaan is. Hij realiseert zich nog niet duidelijk genoeg, of hij zijn geestelijke kennis uit zijn natuurlijke verstand heeft verkregen, of dat zijn natuurlijke verstand zich uit de in de mens verscholen, misschien al aanwezige, maar ook in het begin zeer geheim werkende geestelijke kennis, heeft ontwikkeld. Om het nog duidelijker te zeggen, hij weet niet of het geloof uit de kennis voortkomt of de kennis uit het geloof, en wat nu wel het verschil is tussen die twee.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Dan komt God weer en helpt de mens verder, als deze uit de hem gegeven en dus eigen kracht genoeg gedaan heeft op deze tweede dag van zijn geestelijke leerschool. En die verdere hulp bestaat daarin, dat het licht in de mens versterkt wordt, waardoor het als een voorjaarszon, niet alleen door de grotere lichtsterkte maar door de juist daardoor veroorzaakte warmte, alle zaden die in het hart van de mens gelegd zijn begint te bevruchten.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Dit gezegde van Mozes heeft dus beslist geen materiële, maar slechts een geestelijke betekenis, en het grijpt alleen met geestelijke symbolen terug op de vroegere schepping der werelden, dus van het geestelijke naar het materiële, -wat waarschijnlijk alleen de wijsheid van een engel doorgronden kan. Maar zoals het er staat heeft het slechts een zuiver geestelijke betekenis en Iaat weten, hoe eerst de enkele mens, en dan ook de hele mensheid, van tijd tot tijd en van periode tot periode wordt gevormd, van het oorspronkelijk noodzakelijke natuurlijke naar het steeds meer geestelijke.
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Zo worden zelfs afzonderlijke delen van de mens aangegeven. De kennis heeft een eigen plaats: de zee van de mens. En de als een vruchtbare bodem uit de kennis ontsproten liefde, wordt steeds door de zee, zijnde de totale kennis van het echte licht, omspoeld en gesterkt om steeds rijkelijker allerlei edele vruchten voort te brengen.'
Hoofdstuk 158: De tweede scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...