Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5767 resultaten - Pagina 16 van 385

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[6] (Jezus antwoordde en zei tot haar: 'Ieder, die van het water uit deze bron drinkt, die zal na een poosje weer dorst hebben.' Joh. 4:13) Ik zeg: 'Ik zei al dat je geen besef hebt en daarom is het ook wel begrijpelijk dat je Mij niet verstaan kunt en wilt. Kijk, Ik zei je ook: Wie Mijn woorden gelooft, uit diens lichaam zullen stromen levend water stromen! Nu, Ik ben al dertig jaar in deze wereld en heb nog nooit een vrouw aangeraakt; waarom zou Ik dan nu opeens jou begeren?! 0, jij begripsloze zottin! En gesteld dat Ik het met je aan wilde leggen, dan zou je dorst toch weer terugkomen en zou je weer moeten drinken om je dorst te lessen. omdat Ik je echter levend water aanbood, daarom is het wel duidelijk dat Ik daarmee jouw levensdorst voor eeuwig wilde lessen! Want weet je, Mijn woord en Mijn leer is dat water!'
Hoofdstuk 26: Bij Sichar. Aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ik zeg: 'Noch hier in Samaria of in welk ander oord dan ook, en toch ken Ik je al sinds je geboorte, zelfs nog van vroeger al en Ik heb je altijd al als Mijn leven liefgehad! Hoe bevalt je dat, ben je tevreden met Mijn liefde? Weet je wel, dat toen je op je twaalfde jaar in Samaria in een regenput viel, Ik het was die je er uit trok; maar je kon de hand niet zien, die je uit de put trok! Weet je dat nog?'
Hoofdstuk 28: De Heer maakt Zich bekend als de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De vrouw antwoordt: 'Ik heb in al die tijd heus niet zoveel gezondigd, als jullie tot mijn spijt nog steeds veronderstelt. Voordat ik met een man trouwde, heeft er nog nooit een man mijn lichaam aangeraakt; en nadat Ik getrouwd was, leefde ik geheel zoals dat voor een gehuwde vrouw behoort. Dat ik geen kinderen kreeg en dat ieder van mijn rechtmatige mannen, na gemeenschap met mij, weldra moest sterven, daar kon ik werkelijk niets aan doen. Daarvoor kan men niet mij, maar hoogstens degenen, die mij besmet hebben, aansprakelijk stellen. Nadat mijn vijfde man gestorven was en ik mijn hartzeer nauwelijks verdragen kon, heb ik besloten om nooit meer een man te trouwen. Maar na een jaar kwam, zoals jullie wel weten, een dokter naar Sichar met kruiden, oliën en zalven en genas veel mensen; ik ging ook naar hem toe, gedreven door mijn zeer voelbare nood, in de hoop dat hij mij kon helpen.
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De vrouw zegt: 'Heer ook al waren jullie met tienmaal zoveel mensen, dan zouden toch, zover mijn middelen dat toestaan, allen bij mij zeer goed onder dak zijn! Want mijn huis is hier en daar wel zeer bouwvallig, maar het heeft veel schone vertrekken en is zo veel mogelijk ook aardig ingericht en wordt slechts door mij, mijn dokter en enige hulpen bewoond. Ik zeg U, o Heer, het huis is het Uwe, U alleen bent er de rechtmatige bezitter van, want U heeft het oudste recht daarop. Kom daarom, o Heer, en trek in Uw huis! Want van nu af aan is het geheel het Uwe en het zal van U ook steeds blijven met alles wat er in is!'
Hoofdstuk 32: De Heer ziet het hart aan. In Sichar en omgeving. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Omdat jullie nu door Mijn leer met het ware bezig bent, waarom je Mij ook volgt, daarom kan je zielook in de droom slechts het ware gezien hebben, waaruit ze veel goeds kan halen.
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Matthéus zegt: 'Heer, U weet hoe graag ik nu klaar sta om U te volgen! Als ik echter nu naar huis ga, en wel daarheen, waar ik mijn door de Romeinen betaalde werk doe als tollenaar en schrijver bij de hoofdtolboom voor de stad, dan is daar net als altijd, zeker veel werk voor mij, en de Romeinse wachten zullen mij niet laten gaan voordat ik het werk gedaan heb. Daarom zou ik liever zien, dat ik voor vandaag hier genoeg schrijfmateriaal zou krijgen, en dat ik dan vanavond het mijne haal, waarmee ik daarna, zoals ik reeds eerder zei, twee volle dagen genoeg voorraad heb; want ik krijg van de Romeinen slechts voor drie dagen materiaal vooruit, en dat verbruik ik haast altijd.'
Hoofdstuk 39: Het oudste en echtste huis van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Bekijk Uw geweldige leer nu Zelf eens een beetje preciezer, dan moet U toch inzien, dat Uw leer voor het verkrijgen van het eeuwige leven totaalonbruikbaar is en door niemand ooit uitgevoerd kan worden! Want als iemand op deze wijze de hemel verdienen moet, dan zal hij die hemel wel niet willen hebben! Want het zou dan beter zijn, dat hij nooit geboren was, dan dat hij op deze manier een hemel zou verdienen, waarin hij slechts als een verminkte binnen zou kunnen gaan! Zeg mij nu eens heel openhartig of U dat inziet, of dat Uw leer U werkelijk ernst is!'
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De dokter zegt: 'Jullie Mozaïsche letterknechten! Hard lopen op een sabbat, die, daar de zon al ondergegaan is, nog slechts een na sabbat is, vinden jullie zondig; maar als je op de sabbat je vrouwen maagden verkracht en met hen de grofste ontucht, hoererij en echtbreuk pleegt, hoe vinden jullie dat dan? Heeft Mozes geboden om dat op een feestdag te doen?' De Samaritanen zeggen: 'Als het nu geen sabbat was, dan zouden we je voor zo'n uitspraak stenigen, maar voor deze keer laten we je gaan!' De dokter zegt: 'Nou, nou, jullie durven nogal, juist op een moment waarop de lang beloofde Messias vlak voor de poort van Sichar wacht en ik Hem snel tegemoet ga om Hem te zeggen, dat in Zijn huis alles al voor Zijn ontvangst klaar staat! Hebben jullie dan nog niet gehoord, wat vandaag voor de poort van onze stad gebeurd is?'
Hoofdstuk 33: De dokter en de Samaritaanse wetgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik antwoord: 'Ook dat moet je niet doen, want wat je opschrijft is een teken voor de wereld; die heeft echter niet het begrip om het in zich op te nemen! Waarvoor dan al jouw moeite? Denk je dat de wereld zoiets zou geloven? Kijk, degenen die hier zijn geloven het omdat ze het zien; de wereld echter, die in duisternis ronddoolt, zou nooit geloven dat hier zoiets gebeurd was; want de nacht kan zich de werken van het licht onmogelijk voorstellen. Zou je haar vertellen van de werken van het licht, dan zou ze je uitlachen en tenslotte bespotten. Daarom moet het zo zijn, dat je in de toekomst alleen dat opschrijft, wat Ik in alle openheid voor de wereld doe; wat Ik echter in het geheim doe, ook al is het nog zo groot, dat teken je slechts in je hart op, en niet op het gladde dierenvel!
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Wie kan zijn vijanden liefhebben, wie kan diegene goed doen, die hem kwaad doet en wie kan diegenen zegenen, die hem haten en slechts kwaad over hem spreken?! En als iemand iets van mij lenen wil, moet ik mij dan niet van hem afwenden en mijn oor en hart afsluiten voor zijn vraag, als ik heel goed zie dat de lener het geleende nooit terug zal kunnen geven?! Ah, dat is toch te dom! Als de luien en werkschuwen dat ontdekken, zullen ze dan niet direct naar de vermogenden gaan en net zo lang bij hen lenen tot deze niets meer hebben?! Als deze dan op die manier alles aan de niets teruggevende armen geleend hebben, en er gaat niets gemakkelijker dan dat, dan hebben ze tenslotte zelf niets meer. Dan vraagt men zich af, wie dan in de toekomst nog zal werken en van wie de armen dan nog iets kunnen lenen!
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Dat wil niet zeggen, dat ik U direkt voor een nar houd; maar als U zegt dat wij de geest van Uw leer door onze geestelijke blind en doofheid niet zien en begrijpen kunnen, dan is Uw leer toch net als het water in de afgesloten kruik, die in alle ernst door de dorstige tegelijk met het water opgeslokt zou moeten worden, een eis, die slechts een ontsnapte profeet uit een gekkenhuis zou kunnen stellen! - U mag erover denken, zoals U wilt! Zolang U aan Uw leer, die op menig punt veel goeds en waars bevat, geen voldoende uitleg meegeeft, blijven ik en veel verstandige denkers bij deze gedane uitspraak! Want echt, U zult nooit beleven, dat wij volgens Uw leer nu meteen zullen beginnen om handen en voeten af te hakken, en ogen uit te rukken! - Ook zullen we net als altijd werken en ons brood in het zweet ons aanschijns verdienen, en degene, die zich boosaardig aan ons zal vergrijpen, die zal zijn rechtvaardige straf niet ontlopen!
Hoofdstuk 41: Onbegrip voor de beeldspraak der bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Nathánaël zegt: 'Staart u zich zo blind op het verstandelijke, dat u een zo begrijpelijk gebrachte leer niet op de goede manier kunt begrijpen? Hebben de profeten dan niet bijna allen zonder uitzondering van Christus voorspeld, dat Hij slechts in gelijkenissen Zijn boodschap zou brengen en niet zonder gelijkenissen met de mensen zou spreken?'
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Zie, de werken der natuur hebben hun orde en kunnen slechts in deze voor hen karakteristieke orde bestaan; en op gelijke wijze hebben de geestelijke dingen hun zeer karakteristieke orde en kunnen buiten die orde niet bestaan, niet gedacht en niet uitgesproken worden. Maar tussen de natuurlijke dingen en de geestelijke dingen is en bestaat, omdat het één uit het ander is voortgekomen, een nauwkeurige overeenstemming, die alleen de Heer het beste kent.
Hoofdstuk 42: De bergrede door Nathánaël duidelijk uitgelegd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Nu zegt de opperpriester: 'Was ik nu maar geen opperpriester, dan zou ik werkelijk doen, wat jullie allen hebben gedaan! Maar ik ben opperpriester, en omdat jullie nog slechts één dag bij ons zult blijven, zoals ik heb gehoord, ben ik voor deze zwakgelovigen zo onmisbaar als het oog bij het zien. Daarom zullen jullie wel begrijpen, dat ik niet direct voor mijn vrouw of mijn kinderen of voor mijn bezit hier moet blijven, maar vooral voor deze zwakgelovigen, die zich nog lang niet geheel los kunnen maken van de vanouds geleerde opvatting over de hoedanigheid van de Messias en over het doel van Zijn optreden. Het zal mij veel moeite kosten, maar wat kan ik anders?
Hoofdstuk 45: Niet iedereen kan de Heer lichamelijk volgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Vriend, laat dat nu maar! Ik heb jullie toch laten zien, hoe je moet bidden; bid daarom in stilte, dat zal voldoende zijn! Doe vandaag niet te veel en vervolgens morgen des te gemakkelijker te weinig! Men moet alles met mate doen! Als je bij de rok ook de mantel voegt, dan is dat voldoende om voor altijd de arme tot een goede vriend te maken; als je hem echter, terwijl hij slechts een rok vroeg, je hele voorraad kleren zou geven, dan zal hij verlegen worden en bij zichzelf denken dat je hem vernederen wilde of dat je zelf niet goed bij je hoofd was. En je begrijpt wel, dat er dan niets goeds uit voortkwam!
Hoofdstuk 46: Terug naar Sichar. De genezing van de melaatse. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...