Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

384 resultaten - Pagina 16 van 26

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26
[34] Op de vraag hoe de door het Kindje Jezus gedane wonderen, alsmede Diens overige goddelijk-geestelijke werkzaamheden zijn te rijmen met Zijn als het ware daarvan geïsoleerde mens-zijn tijdens Zijn jaren als jongeling en als man, ...en, hoe daarmee dan weer samenhangen de in die jaren verrichte wonderen -gesteld, dat men Hem ook in die jaren nog uitsluitend als mens zou willen denken: op die vragen moge als antwoord dienen een vergelijking met de aanblik die een boom biedt in de periode van de lente tot in de herfst: In het voorjaar bloeit een boom wonderbaarlijk; hij wordt dan door een geweldige activiteit beheerst. Na het afvallen van de bloesem echter wordt hij weer schijnbaar inactief. Tegen de herfst toont de boom weer een enorme activiteit: de op zichzelf reeds wonderbaarlijke vruchten verkrijgen hun kleur en aroma, en zijn dan nog mooier dan de bloesem was. En zijn de vruchten aldus tot rijpheid gekomen, dan wordt de in hen geschonken zegen van de binding aan de boom vrij gemaakt, en die valt dan in de schoot van de ernaar hongerende kindertjes­ Dit vergelijkingsbeeld zal men slechts kunnen begrijpen met de ogen van het hart, maar nooit met de ogen van wereldse wijsheid! Immers de bovengenoemde vragen zijn heel gemakkelijk op te lossen, mits je maar van binnen uit zuiver denken wilt, zonder daarbij de Godheid van Jezus te willen abstraheren, maar die juist vasthoudend in innerlijk geloven, omdat dat juist het licht is, dat voert tot de liefde voor God. Immers, de volledige eenwording van de Goddelijke Volmaaktheid met Jezus' mensheid is niet ineens, niet plotsklaps tot stand gekomen, maar geleidelijk aan, zoals zulks onder Gods leiding steeds het geval is; juist zoals bij het geleidelijk ontwaken van de Goddelijke Geest in het mensenhart (alhoewel het Goddelijk Wezen ook reeds in al Zijn Vol­heid in het Jezuskind aanwezig was, maar Zich van daaruit slechts in noodgevallen door het doen van wonderen manifesteerde).
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] Zij durfden ze namelijk niet met hun blote handen aan te raken.
Hoofdstuk 254: Krijsende kledingdieven voor de deur van Jozef. Energieke toespraak tot hen door het Kindje - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] De engel zegt: 'Broeder, dat gaat niet zo vlug als jij denkt. Trek eerst je staatsiekleren uit en trek andere kleding van dee­moed en volledige zelfverloochening aan, dan zul je heel snel volkomen overtuigd raken van wat jou nu nog onbevattelijk toeschijnt'.
Hoofdstuk 9: Het sterven van een minister - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[25] Wanneer je echter in je hart van de belofte af zult wijken, dan zullen jullie naargelang dat afwijken ook je kracht geleidelijk aan verliezen, en jullie zullen dan steeds meer van Mij vervreemd raken en Mijn oren zullen zich voor jullie mond sluiten!
Hoofdstuk 2: De grootste zorg van de stamvaderen: het dingen naar de liefde en de genade van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Ook mag jij nu nog niet weggaan, maar moet je aan Mijn zijde blijven als tevoren; moet jij dan, nu je van Mij een echte en nuttige bestemming voor je leven hebt gekregen buiten zinnen raken?!
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Maar omdat niet slechts één, maar alle volgens Mijn orde levende mensen naar hetzelfde volmaakte leven overgaan, is het zinloos te vragen of er ooit een weerzien zal zijn. Want als de mensen reeds in dit onvolmaakte marionettenleven het ver­mogen hebben elkaar te herkennen en in natuurlijk opzicht weer te zien -wat zij toch niet kunnen betwisten of betwij­felen -dan zullen ze dit vermogen des te meer hebben in het geheel volmaakte, zuiver geestelijke leven, waarin hun hele wezen de onvergankelijke uitdrukking en het fundamentele beginsel is van al het leven en van alle omstandigheden en gebeurtenissen daarvan! Op deze wereld herkent de ziel door de in haar wonende geest immers via het lichaam de haar bekende en verwante mensen; ze kan bevriend en volkomen verwant raken met anderen, die zij vervolgens als zodanig altijd herkent aan hun gestalte en karakter. Als nu de ziel en de geest dat kunnen door de kerkermuren van het op zichzelf dode lichaam heen, hoeveel te meer zullen zij dat dan kunnen in hun volledig vrije toestand! Dat is immers al heel dikwijls waargenomen bij veel mediamieke personen die met gesloten ogen niet alleen hun omgeving vaak tot in alle bijzonderheden zagen, maar desgevraagd ook mensen die zich ergens in verre landen bevonden en al hun toestanden en omstandigheden snel en precies herkenden! En toch is een ziel van zo'n medi­um, hoe helder ook, nog lang niet in die vrije toestand, waar­in zelfs een minder volmaakte ziel zich na het afvallen van haar lichaam bevindt!
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[22] En op dat moment zat er een grote steekvlieg op het gezicht van de bekende Abedam en deze begon hem geweldig te steken. Abedam schrok daar zo erg van, dat hij bijna in vertwijfeling zou zijn geraakt omdat hij de onophoudelijk stekende vlieg niet kwijt kon raken, als de hoge Abedam hem er niet voortijdig van bevrijd had.
Hoofdstuk 14: Over de lasten van het leidersambt en de zwakheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Blijf voor Mij van nu af aan getrouwe beheerders van dit aan jullie toevertrouwde heiligdom in de morgen, dan zullen jullie er heel spoedig van overtuigd raken welk een overvloedige zegen er vanuit deze hut over het hele morgenland en over alle buren van het morgenland uit zal gaan!
Hoofdstuk 22: De nieuwe hut van de Heer bij de familie van Gabiël. Purista, de eerste kokkin van de Heer. De drie pannen op het vuur in de nieuwe hut - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] En Lamel hoefde de ceder slechts aan te raken of de machtige boom stortte versplinterd neer, als had hij daar nooit gestaan.
Hoofdstuk 27: De redding van Hored en Naëhme door de bode Lamel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Begrijp je een dergelijke toorn van Mijn vaderliefde jegens die kindertjes, die buiten zichzelf raken van louter liefde tot Mij, hun Vader, waardoor hun vreugde niet te beteugelen is en hun oor doof wordt, omdat die te grote liefde hen gevangen houdt in alle heilige onmatigheid?!
Hoofdstuk 40: De Heer en de onstuitbare lofprijzingen. De talloze liefdes- en levensstadia in de schepping. Adams tafelgebed en Abedams zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Omdat het zijn grenzen aan één stuk door steeds verder en verder verwijdde, begon deze nu onmetelijke kluwen flitsende sterren zich van lieverlede in één enkele bliksemflits en uiteindelijk in enkele rustige, stilstaande sterren op te lossen, waarbij iedere ster veel helderder straalde dan de morgenster, wanneer zij op haar mooist schijnt op een heldere voorjaarsmorgen.
Hoofdstuk 64: Het visioen van Horidaël. De innerlijke, onderrichtende stem in de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] 'Lieve vaderen, broeders en kinderen, ik ga jullie nu vertellen hoe eindeloos groots het is, een kind van de grote, almachtige, eeuwige God te zijn, en wel vanuit het visioen van Rudomin en dat v in mijzelf en daarnaast dienen wij ook duidelijk de eigen uit onszelf voortkomende nietigheid te zien; dat is in het kort het op te lossen vraagstuk.
Hoofdstuk 82: De waardigheid en grootsheid, een kind van God te zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Maar drie van de eerste groepsleiders liepen snel naar de bevelhebber en vertelden hem sidderend wat er gebeurd was en raadden hem aan geen geweld jegens hen te gebruiken en hen met niets aan te raken, want zij zaten vol verwoestend vuur, dat niet te blussen was; alles waar het mee in aanraking kwam werd meteen totaal vernietigd.
Hoofdstuk 99: Kisehel, Sethlahem en het leger van de kinderen van de laagte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Hun lichamen werden onmiddellijk geheel met etter en zweren bedekt en hun vlees begon, terwijl zij nog leefden, te veretteren en vreselijk stinkend van hun beenderen los te raken.
Hoofdstuk 172: De eerste kerk op aarde. De zeven boden van de hoogte in Lamechs paleis te Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Dat wij, boden van Jehova, jullie dat opgedragen hebben; en wee degene die het waagt zijn hand aan jullie te slaan of het door jullie verzamelde hout aan te raken!
Hoofdstuk 175: Sethlahems woorden en opdracht aan de geredde meisjes. De drie boden drin-gen door tot Lamech. Over de onmachtige woede van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26