Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1849 resultaten - Pagina 16 van 124

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[30] U ziet dat men bij mij met het vanouds geprezen geloof en met zijn troostende begeleidster, de goede hoop, niets kan aanvangen, helemaal niets! Geef mij daarom de waarheid, die ik, net als dit bestaan van mij, levendig kan voelen en dan kan ik ieder geloof missen evenals ook iedere ijdele hoop!
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Geloof Mij, de waarheid vereist geen geloof op de manier die jij geloven noemt, ook geen lege hoop zonder voorbehoud, maar zij schept in je levenscentrum een zonneklaar vertrouwen en laat over het toekomstige leven niet de geringste twijfel bestaan! De volle en tastbare overtuiging leeft in je geest wanneer deze ontwaakt door de liefde tot God en je naaste!
Hoofdstuk 219: Waar men de waarheid moet zoeken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Je zei ook, dat je God niet liefhebt of vreest of dank verschuldigd bent, omdat je Hem nooit gevraagd hebt je een bestaan te geven! Als je geest al wakker zou zijn, zou hij je heel duidelijk aangegeven hebben wat je God, de Vader van alle mensen, schuldig bent. Je vlees en je bloed weet daar natuurlijk net zo min iets van, als je jas weet dat je maag honger heeft.
Hoofdstuk 219: Waar men de waarheid moet zoeken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Toen de Heer ons van Kis uit in Kana bezocht, was er evenals nu ook een hemelse geest, bekleed met een etherisch lichaam, bij ons. Deze engel nam op bevel van de Heer de blinddoek van de ogen van mijn 1 ziel weg en op dat zelfde moment kwam het volle bewustzijn van mijn bestaan op een vroegere, andere wereld in mijn herinnering terug.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ik herkende meteen die heerlijke, grote wereld waarop ik vóór het bestaan op deze aarde lichamelijk heb geleefd en gewerkt, ja, ik zag zelfs mijn daar nog lichamelijk levende en werkende ouders en geliefde broers en zusters, en de engel bezorgde mij zelfs hier op deze aarde enige zaken die mij daar toebehoorden, die ik meteen als ontegenzeggelijk echt herkende.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De ziel zal iedere herinnering aan de vroegere prettige toestand zodanig ontnomen worden dat zij op de nieuwe wereld, uit een vrouw ter wereld gekomen in een onvolmaakt lichaam, zich bijna in de geheel bewusteloze, laagste dierlijke toestand bevindt en zich zelfs van het nieuwe bestaan niet het minste kan voorstellen. Pas geleidelijk aan, zo ongeveer na een jaar, begint zich een geheel nieuw bewustzijn te ontwikkelen uit de door de zintuigen waargenomen beelden, verschijnselen en waarnemingen. Het geheugen en de verse herinnering aan hetgeen beleefd wordt, zijn dan de enige wegwijzers en hulpmiddelen op de nieuwe levensweg op deze aarde. Er komen geen hogere geesten, door God gezonden, om het kind een hogere en diepere kennis bij te brengen, maar de ouders met hun opgedane ervaringen moeten hun best doen het kind op een betere weg te brengen. Het kind moet dan veel Ieren, moet zelf zijn weg bepalen, moet zoeken en vragen, moet angst, honger, dorst, allerlei pijn en ontberingen verdragen, moet zich door en door laten deemoedigen en aan het eind van zo'n leven komt dan meestal een pijnlijke en zware ziekte om de vleselijke mens het leven te benemen.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Ik ben van mening dat het in alle opzichten een ontzettende opwinding als onvermijdelijk gevolg zal hebben! Dan zal er óf vuur van de hemel moeten regenen óf we zullen uit de stad van het verderf moeten vluchten om niet schandelijk gehoond te worden! Maar zowel het een.als het ander zal heel weinig helpen! Want waar de satan eenmaal zijn nest heeft gebouwd, worden geen duiven meer uitgebroed; zoals In de slangenkuilen geen kuikens uitgebroed worden. Dan kun je doen wat je. wilt, maar de satan zal een satan blijven zolang het laatste zandkorreltje van deze aarde zal bestaan. -Wat denken jullie daarvan?"
Hoofdstuk 231: Over de dood des Heren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Met 'hemel en aarde' wordt de nieuwe, aardse mens meteen vanaf zijn geboorte aangeduid. De 'hemel' is het symbool voor zijn innerlijke, verborgen, geestelijke gaven en de lege woeste 'aarde' duidt op de nieuw ontstane natuurmens, die zich nauwelijks bewust is van zijn bestaan; het eerste stadium van de mens.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Daarop zei ik, Mathaël, heel kwaad: 'Waarom vervolgde God mij eerst, terwijl ik toch in Zijn naam naar de Samaritanen werd gezonden om hen allen voor de tempel te winnen!? Mijn bedoeling was eerlijk en rechtschapen voor God en alle mensen, omdat zij eerlijk en rechtschapen was voor mijn geweten. God heeft mij vanaf het begin van mijn bestaan alleen mijn geweten als mijn rechter meegegeven en ik leefde rechtvaardig voor deze innerlijke, strenge rechter. Ik heb mijzelf niet uitgezonden naar de Samaritanen, maar de hogepriester als plaatsvervanger van Mozes en Aäron.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Ik zei: 'Dat kan Zijn macht gerust doen, want voor zo'n bestaan zoals ik nu leid, kan ik deze alleen maar eeuwig vervloeken! Maar als ik er niet meer ben is het ook voor eeuwig uit met mijn rechtvaardige toorn en gramschap tegen die macht!'
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] RAPHAËL zegt: "Van mij en mijn humeur hangt niets af, maar alleen van de wil van de Heer, want Mijn bestaan is niets anders dan de zuivere wil van de Heer! Richt je daarom in je hart tot de Heer en aan je wens zal zeker gehoor worden gegeven!"
Hoofdstuk 236: De omgang met de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] RAPHAËL zegt: " Je moet ook nog wel wat leren! Zijn lichaam slaapt nu wel wat, maar Zijn ziel en Zijn eeuwige, heilige Geest slaapt nooit of te nimmer! Hoe zou het er met de gehele schepping uit zien wanneer de Heer haar ook maar één moment zou vergeten?! In datzelfde moment zou het helemaal met haar afgelopen zijn, geen zon, geen maan, geen ster in de gehele oneindigheid en geen aarde die jou draagt, zou nog bestaan, ook geen engel en geen mens zou zich ook maar enigszins zelf in stand kunnen houden!
Hoofdstuk 236: De omgang met de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Alles wat bestaat wordt voortdurend door de almachtige, eeuwig dezelfde en onveranderlijke wil van de Heer in stand gehouden; zonder die wil is geen bestaan denkbaar .
Hoofdstuk 236: De omgang met de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Als dit nu zó is en onmogelijk anders, hoe kun je er dan bij komen om te denken dat .Hij ooit zou slapen en zo tijdens de slaap niet zou beseffen wat de oneindige schepping ieder moment van haar bestaan nodig heeft.
Hoofdstuk 236: De omgang met de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] In Hem leeft zeker meer verlangen om ons, Zijn kinderen, door Zijn uitverkiezing op het peil te brengen dat ons volgens Zijn orde in staat stelt Hem te zien, persoonlijk lief te hebben en vertrouwen te schenken, zonder dat dit ons bestaan schaadt, -dan om ons als kinderen te zien, die nog geen begrip hebben van het eigenlijke wezen van de eeuwige Vader.
Hoofdstuk 238: De reden voor het mens worden van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...