Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

644 resultaten - Pagina 16 van 43

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[4] Achter de hoogste bergen van Azië in het verre oosten bestaat een groot keizerrijk, dat Sihna of China heet. Bestaat het soms niet, omdat jij het nog nooit gezien hebt? En nog verder naar het oosten, helemaal omspoeld door de grote wereldzee, bestaat nog een groot keizerrijk met de naam Jhipon (Japan). Bestaat dat misschien ook niet, omdat jij daar tot nu toe nog nooit iets van gehoord hebt? Ja vriend, op deze aarde bestaan nog heel grote rijken en werelddelen buiten de jou bekende drie werelddelen, ook al ken jij die niet; maar Ik ken ze en kanje zeggen dat ze bestaan en in de toekomst ook door de mensen ontdekt zullen worden.
Hoofdstuk 129: De onsterfelijkheid van de menselijke ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Daarna kwam de hoofdman pas weer aan het woord en zei: 'Ik heb nu al iets bedacht en vraagje om mij een bekende geest te laten verschijnen, zodat ik zelf met hem kan praten en hij mij vrij uit zichzelf antwoord kan geven en mijn geloof doet opleven. Wij hebben immers al veel bekenden, die vóór ons aan gene zijde zijn, ook onze ouders en enkele kinderen; als één van hen aan mij verschijnt, zal ik hem toch zeker wel herkennen?! Wanneer je ook zoiets kunt, doe dat dan; ik zal je er dankbaar voor zijn!'
Hoofdstuk 132: Over het bezweren van geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Daar waren allen tevreden mee en ze begonnen zich met Mij naar buiten te begeven, de reeds bekende heuvel op.
Hoofdstuk 149: De Heer maakt Zijn aardse toekomst bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Ik zeg jullie: in de geest van de mens liggen alle en -let wel eindeloos veel waarheden verborgen! Tracht alleen maar langs de jullie nu reeds bekende wegen tot volledige eenwording met de geest in jullie te komen, dan zullen jullie niet meer nodig hebben om te vragen wie de ouders van Rafaël zijn of waren; want de geest zal jullie in alle waarheid binnenleiden.
Hoofdstuk 150: De weg tot eenwording met de Geest en tot wedergeboorte (27.4.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Weliswaar was het derde uur na zonsondergang al voorbij, maar voor een welbereid avondmaal was het nog altijd vroeg genoeg, en Ik wilde het ook zo dat wij op een dergelijke tijd in Bethanië aankwamen, zodat wij niet opgemerkt konden worden door de nieuwsgierige menigte; want deze dag waren er na ons vertrek veel mensen, jong en oud, naar Bethanië gekomen, omdat ze gehoord hadden dat Ik Mij daar ophield. Maar omdat ze Mij niet vonden en niemand hun ook zei waar Ik heengegaan was en wanneer Ik terug zou komen, bleven ze voor hun genoegen slechts tot zonsondergang in Bethanië en keerden toen weer terug naar Jeruzalem. Enkelen keerden echter al terug op het moment dat de ons reeds bekende soldaten Bethanië binnenkwamen, volgens de aanwijzing in het huis van Lazarus hun voedsel en reisgeld ontvingen en daarna na een korte rustpauze weer verder trokken; want Ik had Rafaël in de geest aangegeven, dat de soldaten niet op de terugkeer van de Romeinen moesten wachten. Op de tijd dat wij aankwamen was alles dan ook volkomen in orde en wij waren onder ons, door niemand gestoord.
Hoofdstuk 130: De Heer keert met de Zijnen terug naar Bethanië (28.3 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] De hoofdman zei: 'Wat mij betreft is het nu helemaal duidelijk en ik geloof dat dat ook bij de anderen het geval is. Het is natuurlijk wel een heel nieuwe levensleer, die nog nooit door de mond van een mens zo duidelijk uitgesproken is, hoewel enkele mij bekende oude wijzen er ook al toespelingen op gemaakt hebben, die echter helaas niet bij de wijsgeren zelf en nog minder bij hun leerlingen tot een levende oefening zijn geworden en daarom ook zonder resultaat moesten blijven. Maar hier ligt de zaak weloneindig veel anders! Want U treedt op als een onloochenbare Meester van al het materiële en geestelijke bestaan en leven en U onderricht ons helder over dingen die vele wijsgeren overigens slechts zijdelings, niet duidelijk en erg verhaspeld aangeroerd hebben; en daarom moet dan ook alles wat U ons hier geleerd en getoond hebt, waar zijn, en wie zich naar deze leer van U zal richten, zal ook altijd feilloos moeten bereiken wat U ons als een levend waar gevolg daarvan toegezegd, duidelijk uitgelegd en beloofd hebt, en daarom zullen wij dan ook geen van allen verzuimen om Uw leer in daden om te zetten.
Hoofdstuk 151: Hulp van de Heer op de weg naar de voleinding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] En zo was Bethanië nu weer verlaten door de vele gasten; alleen Ik met Mijn oude leerlingen, met de joods Grieken en met de leerlingen van Johannes waren nog voor een korte tijd achtergebleven. En nu pas zei Ik in vertrouwen, dat Ik Mij nu naar de omgeving van Jericho en de tien bekende steden zou begeven, en liet de leerlingen vrij om met Mij mee te gaan. Allen wilden meegaan en Ik gebood hun, zoals ook ieder in het huis van Lazarus, om niemand te zeggen waar Ik heen gegaan was. En allen beloofden Mij nadrukkelijk om in alle.s overeenkomstig Mijn wil te handelen.
Hoofdstuk 158: Het afscheid van het huis van Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen wij al zo ongeveer honderd passen buiten het dorp waren, en de ons bekende joodse Grieken en de paar leerlingen van Johannes, die tamelijk moe geworden waren van de dagreis, een beetje achtergebleven waren, omdat ze ons snelle tempo niet goed konden bijhouden, riep Ik de twaalf naar Mij toe, en ze vroegen Mij wat er aan de hand was.
Hoofdstuk 168: Aankondiging van het lijden. De leerlingen en de blinde langs de weg naar Jericho (Luc. 18: 31-43) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu merkte de waard de hem maar al te goed bekende blinde bedelaar aan Mijn zijde op en zag, dat hij nu kon zien.
Hoofdstuk 170: De waard vraagt naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Kijk maar eens met aandacht naar een aanbrekende dag! De eerste voorbode is een lichte schemering in het oosten en bepaalde bekende sterren, die vóór de zon boven de horizon uitstijgen. Op die eerste lichte schemering van de dag volgt weldra een helderder ochtendschemering, daarna een morgenrood en zo nog veel meer. Al deze gebeurtenissen, die aan de ochtend voorafgaan, zijn in zeker zin eigenlijk toch ook ceremoniën, die op zichzelf echt geen waarde hebben, en al helemaal niet meer wanneer de zon helemaal is opgegaan.
Hoofdstuk 175: Doel en betekenis van de ceremoniën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Hierop bedankten de waard en zijn zoon Mij nogmaals voor deze les, maar de waard zei tenslotte: 'Dat de mens alleen door de waarheld vrijgemaakt kan worden van iedere waan en begoocheling, is beslist een grote heilige waarheid op zichzelf; maar bij alle ons bekende volkeren hebben heel veel wijzen voortdurend naar de waarheid gevraagd, die ook ijverig gezocht en haar niet kunnen vinden, en nog niemand heeft als een geheel en al uitgemaakte zaak en voor de mensen begrijpelijk kunnen uitleggen, wat de waarheid is. En daarom zou ik nu zo graag van u, beste heer en meester, willen horen wat de waarheid nu uiteindelijk is; want u zult ons daar wel het best uitsluitsel over kunnen geven. Pas wanneer de mens weet wat de waarheid is, en hoe en waar hij die kan vinden, kan hij haar ook als richtsnoer voor zijn leven in zich opnemen en zich daardoor bevrijden van iedere waan en begoocheling. Wat is dus de volle waarheid, en hoe en waar vinden wij die?'
Hoofdstuk 176: Het wezen van de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Ik bevond mij op een onafzienbaar wijde vlakte; deze was opgesierd met een heleboel tempels voor allerlei goden, op verschillende afstanden van elkaar. Daaronder zag ik al onze bekende godentempels, maar ook een heleboel andere, die bij volkeren en naties behoorden die mij geheel onbekend waren. Ik keek er met genoegen naar, hoewel de hele omgeving slechts verlicht was zoals bij ons ongeveer op een heel grauwe winterdag, wanneer er een dichte regen uit de donkergrijze wolken op aarde valt. Behalve mijzelf zag ik geen mensen, wat na een poosje een wat sombere indruk gaf, en ik begon Zeus en Apollo te vragen of zij mij niet een mens wilden laten ontmoeten.
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Nu zei Roclus: 'Luister nu naar mij, vrienden! Ik weet dat jullie je kinderen, bijna tweehonderd in totaal, hierheen gebracht hebben, ondanks het feit dat ik reeds een jaar geleden naar alle mij op aarde bekende plaatsen boden heb gestuurd, om overal aan de mensen luid en duidelijk te verkondigen dat wij hier geen dode kinderen meer tot leven mogen wekken en dat ook niet zullen doen. Onze boden zullen dat ook in Cairo verkondigd hebben, zoals ze dat ook in vele andere plaatsen hebben gedaan, zoals wij heel zeker weten. Maar als jullie daarvan wisten, waarom hebben jullie die vergeefse moeite dan gedaan en die grote onkosten gemaakt?'
Hoofdstuk 203: De poging van de rijken (21.7.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] De waard van de armenherberg, die merkte dat de hem bekende dienaren van andere herbergen de armen wegbrachten, raakte daar echter ontstemd over en wilde dat verhinderen.
Hoofdstuk 216: De armenherberg van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Deze priester was een al vergrijsde man en had nooit een vrouwen kinderen gehad, omdat hij levenslange kuisheid gezworen had aan zijn goden, opdat ze hem in ruil daarvoor diepe wijsheid zouden schenken in alle dingen die hij voortdurend met grote ijver leidde. Hij was de eerste die direct allerlei vragen aan mij stelde, natuurlijk met betrekking tot de tweede keer dat het lichtwolkje verschenen was; de eerste keer was hem namelijk niet bijzonder opgevallen, omdat hij in de mening verkeerde dat ik dat witte licht wellicht met behulp van het bekende Indische lichtmateriaal tot stand gebracht had. Maar omdat hij gedurende de dag meermaals op onmiskenbare wijze had gehoord hoe het wolkje boven ons torenhuis op de berg gekomen was, liet het verschijnsel van vandaag hem niet met rust en voelde hij zich gedreven naar mij toe de berg op te gaan, samen met nog enkelen van de voornaamste vissers en havenopzichters.
Hoofdstuk 179: De droom van de dorpspriester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...