Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1253 resultaten - Pagina 16 van 84

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[2] Zinka vroeg zich dat af, omdat hij zelf geen flauw idee had van het uiterlijk en de aard van een ziel. Want volgens het normale Joodse denkbeeld was de ziel een soort nevelig niets en zij zeiden: "de ziel is een pure geest, die een verstand en een wil, maar doorgaans geen gestalte en nog minder een soort lichaam heeft.
Hoofdstuk 51: Het etherische lichaam van de ziel en haar zintuig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Zorel zal nu aanstonds als zo'n volmaakt geestmens optreden en hij zal - steeds nog door zijn lichamelijke mond - vertellen over de voltooiing van zijn wezenlijke, volmaakte, menselijke natuur. - Let nu op, hij zal direkt weer gaan spreken!"
Hoofdstuk 54: De verhouding tussen lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Alles komt dus oorspronkelijk uit het ene oerbestaan van God voort en blijft zich ontwikkelen tot het gelijk wordt aan het oerwezen van de Oermens. Eenmaal daaraan gelijk, blijft het dan ook in volledig zelfstandige vrijheid in de menselijke vorm uit God bestaan, als een god op zichzelf, in innige verbondenheid met de Oergod, omdat het datgene is wat de Oergod Zelf is.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] In mij zie je een natuurmens, die een hekel heeft aan al de zogenaamd wijze, menselijke instellingen en wetten, omdat die zijn aangeboren vrijheid vaak op te harde wijze beknotten en dat alleen maar, opdat er enkelen zeer rijk en machtig kunnen worden en een hoog aanzien kunnen krijgen, terwijl daarvoor natuurlijk miljoenen vaak in de diepste ellende mogen versmachten. Als ik er nog meer van begreep dan nu, zou ik nog dieper tot op de bodem van zulke ongerechtigheden kunnen zien, maar dat zou mij zeker niet gelukkiger maken. Maar zoals het nu is, wordt mij in mijn domheid waarschijnlijk veel ellende bespaard, omdat ik geen grondig inzicht heb in de oorzaak van al de menselijke gemeenheden.
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Waar jullie licht, vuur en warmte zien, daar is ook de mens, hetzij al gereed of in een beginstadium. Miljarden licht-, vuur en warmteatomen verpoppen zich en brengen vormen voort. De afzonderlijke vormen gaan opnieuw samen en verpoppen zich in een grotere vorm, die de menselijke vorm al meer benaderden ontwikkelen zich daarin tot een wezen. Dit wezen produceert nu al meer vuur, licht en warmte, waardoor echter een grotere behoefte aan een hogere en meer volmaakte vorm ontstaat. De vele vormen die op zichzelf reeds volmaakter zijn, verscheuren eveneens hun omhullingen, voegen zich samen en verpoppen zich door de substantie van hun wil wederom in een hogere en volmaakter vorm. Dat gaat zo door totdat de mens voltooid is, en daarna ontpopt de mens zichzelf tot de toestand waarin ik mij nu bevind en waarin hij dan volledig gelijk is aan het Oervuur, het Oerlicht en de Oerwarmte. Dat alles nu is God, die ik nu onafgebroken zie in Zijn Oerlicht, met in Zichzelf het volle vuur en de volle warmte, en dat alleen is het wat van eeuwigheid tot eeuwigheid het wezen van God uitmaakt.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Ik zeg je: In iedere dauwdruppel, hoe helder die ook trilt aan de punt van een grasspriet, zie ik als in een zee reeds myriaden wezens die in alle richtingen rondzwermen! Het water van de druppel is slechts een eerste en algemene omhulling van een gedachte van God. Daaruit halen de daarin gevangen geestjes hun afzonderlijke omhulling en dan bestaan zij al meteen in een wat meer bepaalde vorm, die al sterk afwijkt van de algemene uiterlijke vorm. Daardoor verdwijnt de druppel als waterparel, en de vormen die zich daarin nieuw gevormd hebben tot larfjes die reeds leven bezitten, kruipen dan over de planten of andere dingen, waaraan de waterdruppel zich heeft gevormd. Daar gaan deze larfjes, doordat zij zich verenigen, weldra over in een andere vorm, en honderdduizenden vormen er één. Een nieuw omhulsel wordt om de nieuwe vorm gevormd, daarin worden de vele kleine vormen door de invloed van licht en warmte tot een doelmatig organisme van de nieuwe en grotere vorm getransformeerd. Het zo ontstane nieuwe wezen begint zich daarna opnieuw voor te bereiden voor een volgende overgang naar een meer volmaakte vorm, waarin het weer actie gaat ondernemen voor een nog hogere en nog meer volmaakte vorm. En zo is de bezigheid van ieder wezen dat reeds in een bepaalde vorm is opgenomen, kennelijk niets anders dan een goede voorbereiding voor een hogere en meer volmaakte vorm om het zieleleven steeds meer te stabiliseren en uiteindelijk in de menselijke vorm van het zuiver geestelijke leven over te doen gaan.
Hoofdstuk 57: De ontwikkelingsgang van de natuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Ook CYRENIUS zegt: "Ja, die man moet geholpen worden, want zoveel buitengewoon wonderbaarlijke zaken uit Uw goddelijke orde zijn hier nog niet eerder onthuld! De onthullingen van Mathaël waren groot en brachten mij tot diep nadenken, maar wat deze Zorel nu allemaal heeft onthuld, is ongehoord! Het is nauwelijks te geloven en haast niet denkbaar dat zulke diepe innerlijke wijsheden zich nog in menselijke woorden laten vatten en zich vervolgens in klare taal begrijpelijk laten beschrijven! Kortom, ik ben helemaal buiten mijzelf door deze Zorel! Als hij dat hierna, wanneer hij lichamelijk weer ontwaakt is, ook zou kunnen vertellen, 0, dan zou ik hem op een troon zetten om van daaraf de mensen de grote waarheid te prediken, opdat zij allen met meer zekerheid de ware en volmaakte bestemming van hun bestaan en leven zouden bereiken!"
Hoofdstuk 58: Oordeel niet! - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Maar wat de straffen aangaat, die stelden die mensen niet uit tot na de dood. Daarmee liepen zij vooruit op de daden van hun bedachte, loze goden en zij straften de misdadigers tegen de goddelijke wetten liever meteen maar hier, opdat in het hiernamaals niemand voor wat betreft de straf waarmee gedreigd was, te kort zou komen. Alleen op de beloning lieten zij de vromen wachten tot na de dood. In dit lieve leven krijg je vooraf nooit iets voor niets, behalve wanneer je je voor een belangrijk persoon letterlijk dood zou hebben laten slaan! Alles wat in de menselijke maatschappij een rol speelt, is zo sporadisch op het werkelijke belang van de mens gericht, dat iedere nuchtere denker direkt al ziet waarop het gebaseerd is: het element van de goddelijke wet en de menselijke maatschappij!
Hoofdstuk 59: Zorels materialistische geloof. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Dat er een of andere intelligente, eeuwige oerkracht moet zijn, waarvan op z'n minst de oerkiemen of in ieder geval hun eerste principes afkomstig zijn, kan door geen verstand, hoe puur ook, geloochend worden, want als er eenmaal een twee is, moet er eerder een één geweest zijn. Maar hoe belachelijk en buitengewoon dom is het van de dwaze, blinde mensen, wanneer zij zich een oerkracht -die toch in de gehele, eeuwige oneindigheid gelijkelijk verdeeld en verspreid moet zijn, omdat haar basiswerking door de gehele oneindigheid op gelijke wijze merkbaar moet zijn -in een vorm en zelfs een menselijke, voorstellen, ja soms zelfs in een dierlijke!
Hoofdstuk 60: Zorels kritiek op moraal en opvoeding. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] JOHANNES zegt: "Daarover kan ik je niets anders zeggen dan dat zo'n vraag je wel te vergeven is; maar eigenlijk zou dat net zoiets zijn, alsof je zou vragen hoe en op welke wijze Gods wijsheid en macht zo oneindig volmaakt zijn geworden. God Zelf heeft Hem uitgekozen als Zijn lichamelijke woonplaats! Dat is de grote genade die door deze Gekozene tot alle volkeren is gekomen. Het menselijke dat je aan Hem ziet, is in zekere zin de Zoon van God, maar in Hem woont de Geest van God in Zijn volheid!
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] In dat geval kan men toch niet vragen hoe hij aan zo'n oneindige volmaaktheid kwam! Dat wat Hij nu is en eeuwig zal zijn, was Hij reeds in het moederlichaam. Hij maakte wel al het puur menselijke mee, behalve de zonde die de mensen altijd in meer of mindere mate begaan, maar tot Zijn geestelijke volmaaktheid droeg dat niets bij omdat Hij reeds van eeuwigheid volmaakt was. Hij deed en doet alles echter enkel en alleen opdat alle mensen een volmaakt voorbeeld aan Hem zullen hebben om Hem, die de oergrond en oermeester van al het zijn en leven is, daarin na te volgen.
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Zie Heer, het moet toch ook voor U de grootste vreugde zijn als een schepsel, dat tevoren alleen maar de menselijke vorm had, Uw vaderwoord begint te horen en te begrijpen, ja zich tenslotte zelfs uit vrije wil vast voorneemt zijn handel en wandel zo in te richten, dat hij die geheiligde voltooiing bereikt, die U als God, Schepper, Vader en Leraar als heiligste doel hebt gesteld!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Maar kijk dan niet bijvoorbeeld naar kleding of naar uiterlijke waardigheidmaar alleen naar hoe een mens zijn hart en gemoed laat spreken! Gedraagt hij zich edel, zachtmoedig en geduldig, verkondig hem dan het evangelie en zeg: 'Vrede zij met u in de naam des Heren en met alle mensen op aarde die van goede wil zijn!' Zijn wil en hart van de op deze wijze vooraf gezegende mens werkelijk goed, dan zal de zegenrijke vrede in hem blijven en het aan hem verkondigde evangelie zal heel snel de mooiste hemelse vruchten gaan dragen. En op jullie menselijke manier geloof en vertrouw Ik nu Zelf dat jullie allen nu helemaal weten wat ware deemoed is!
Hoofdstuk 86: Overdreven en ware deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Verder vraag Ik jouw mathematische verstand: Als er in de menselijke maatschappij geen wet tot eigendomsbescherming zou zijn, wat voor een gezicht zou jij dan trekken wanneer er anderen zouden komen die nooit erg veel zin hadden gehad om te werken, en jouw kleine voorraad weg zouden nemen om hun buiken mee te vullen! Zou je hun dan niet toeschreeuwen: 'Waarom hebben jullie dan niet gewerkt en voorraden aangelegd?'? En als zij zouden antwoorden: 'Omdat wij daar geen zin in hadden en wisten dat onze buren werken' !, zou jij dan een beschermende wet niet heel zinvol vinden en wensen dat zulke lichtzinnige boosdoeners door een rechtbank gestraft zouden worden en uiteindelijk aangespoord zouden worden om te dienen en te werken, en zou je verder niet wensen dat de bij jou weggehaalde voorraden weer teruggegeven zouden worden? Kijk, ook dat zijn allemaal puur verstandelijke, menselijke verlangens!
Hoofdstuk 62: Over de terechte bescherming van eigendom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Want wat zou het een menselijke maatschappij baten als Ieder mens op zichzelf helemaal volmaakt zou zijn, maar zich steeds voor zijn buurman verborgen zou houden? Dan zou de een de ander gaan wantrouwen, en als er ook maar een mug om het hoofd van een totaalonschuldige buurman zou zoemen, zou men louter draken en olifanten zien! Maar als allen je nu leren kennen, wie je was en hoe je was, wat je gedaan en hoe je geleefd hebt, en als je je leven nu verbetert en iedereen ziet en hoort dat je een ander mens bent geworden, die volkomen inzicht heeft in zijn eerdere dwalingen en deze waarachtig en oprecht verafschuwt, dan zal ieder mens je ook met oprecht vertrouwen goedgunstig omarmen en je liefhebben, zoals de ene reine broeder de andere reine broeder liefheeft. Daarom moet hier tevoren alles over je bekend gemaakt worden aleer je effectief in een betere leer opgenomen kunt worden.
Hoofdstuk 63: Zorels afkomst en verwantschap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...