Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4378 resultaten - Pagina 16 van 292

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[6] Ja, ja, dat zeker', zeg Ik, 'maar er wonen op aarde nog veel mensen en volkeren, die het evangelie net zo nodig hebben als jullie, en zij zijn geschapen door de Vader, Die ook jullie geschapen heeft! Ondanks alle vervolgingen die ons nog wachten, moeten wij naar hen toe gaan en het goede bericht uit de hemel brengen! Zij zullen ons weliswaar ook vervolgen; maar in de loop der tijd zich toch bekeren en als lammeren in onze schapenstal hun intrek nemen!
Hoofdstuk 209: Het doel van de storm. (18.6.1852) In Kana in het dal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Dan zegt Philopold: 'Toen ik je de beide rollen teruggaf, verdween wat ik zag, en wat ik me ervan herinner is nauwelijks meer dan dat van een droom waarvan men in wakende toestand wel weet, dat men iets gedroomd heeft, maar dat men zich ondanks alle gepieker niet meer herinneren kan! Ik merk ook dat ik een erg vreemdsoortig schrijfwerktuig in mijn linkerhand houd; maar hoe dat daar gekomen is weet ik nauwelijks; en daarom zou ik willen weten waarom men dan van zo vele droomgezichten uit het bereik van het innerlijke leven maar een zeer zwakke, of meestal helemaal geen herinnering heeft. Waarom is dat zo?'
Hoofdstuk 214: Over de samenhang van lichaam, ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Als Philopold dat hoort, loopt hij wat vlugger en komt dus spoedig bij Mij en heeft zo snel bereikt, wat velen door hun aarzelen vaak niet bereiken omdat ze ondanks alle aanmoedigingen niet van hun plek zijn te brengen.
Hoofdstuk 215: Aarzel niet als de Heer roept. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Alle zieken, die op het erf wachtten op genezing, werden plotseling kerngezond, begonnen te jubelen en te roepen van vreugde en riepen luid: 'Wij zagen een licht ons lichaam binnengaan - en toen waren we gezond; en we voelen ons nu zo goed alsof we nooit wat gemankeerd hebben. Heil Hem, die ons zo onverwacht heeft genezen!'
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Als de genezenen de vijf Farizeeën tegen komen, vragen deze aan de jubelenden, wanneer en hoe ze genezen werden. Allen, ongeveer dertig mensen, vertellen hen in koor, hoe dat om zo en zo laat gebeurde, en dat ze een licht in hun lichaam hebben zien gaan.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Zo merken de vijf, dat het precies op het moment was toen Ik zei: 'Laat het gebeuren, zoals jullie geloven!', en dat degenen in de herberg door een licht genezen werden.
Hoofdstuk 218: Genezingen in Kis en bij Kisjonah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Waarlijk, Ik zou Zelf ondanks al Mijn onbegrensde wijsheid niet het moment kunnen voorspellen waarop zo'n leerling van de kunst een virtuoos zou worden! Daarom, beste vrienden en broeders, zeg Ik nogmaals tegen jullie:
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[24] Toen bleef het een poos stil. Niemand zei iets; want ze dachten allen nu diep erover na, en het licht van de waarheid van het vertelde werd steeds helderder voor hen.
Hoofdstuk 221: De nachtprediking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Dat kun je nu nog helemaal niet begrijpen. Als Ik eenmaal opgevaren zal zijn naar de plaats waar Ik vandaan ben gekomen en Mijn geest jouw geest vrij zal maken, dan zul je de wedergeboorte van de geest wel begrijpen en in alle diepte en volheid beseffen. Maar nu zou dit jou en niemand van jullie al mogelijk zijn. Maar door het opvolgen van Mijn leer en door deze levensoefeningen zul je tenslotte uit en in jezelf dat licht bereiken.
Hoofdstuk 226: De weg tot wedergeboorte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wie meer geeft om het goede leven en een schitterende reputatie in de wereld dan om de goddelijke waarheid, die raakt, al heeft hij nog zo'n goede inborst, in zulke vragen en overwegingen verzeild, trekt zich dan uit het goddelijke licht in de duisternis van de wereld terug en verloochent op die manier God en al Zijn licht, -en als men vraagt: Waarom? - Wat noodzaakt zijn hart daartoe? Wel, niets anders dan zijn hang naar alle soorten van luxe! Gulzig grijpt hij daarom naar alles waarmee hij zich een goed leventje kan verzekeren; en als hij dan vaak met veel moeite en inspanning datgene bereikt, waar hij zijn wereldse zinnen op heeft gezet, gooit hij alle waarheid over boord; en bij het geringste teken dat hij door haar iets af zou moeten staan van zijn prachtige vaste welvaart, tiranniseert hij alles, wat ook maar een vonkje echte waarheid in zich heeft.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] U weet net zo goed als ik, dat de tempelmest waardeloos is; u weet, dat dat allemaal afschuwelijk bijgeloof is, heel geschikt om iedere vonk van het betere licht bij het volk te verstikken, en toch zou u diegene van uw geloofsgenoten, die het zou wagen om daar openlijk over te spreken, als een schender van het heiligdom te vuur en te zwaard vervolgen.
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Stelt u zich nu eens een eeuwige rechtvaardige God voor, Die het licht en de onveranderlijke eeuwige waarheid Zelf is en Die Zich niet laat beïnvloeden; wat zal Hij eenmaal zeggen tot zulke dienaars zoals u?!
Hoofdstuk 229: Het verweer van Jaïrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De rechter was nog maar net uitgesproken of men hoort ook al een luid geschreeuw in de verte uit het dal. komen, en de tolgaarder begint zich van vreugde de handen te wrijven en zegt heel laconiek: 'Aha, aha, zij hebben elkaar reeds ontmoet; binnen een kwartier zullen ze al hier zijn. Nu even vlug alle pekpannen aansteken, zodat het in het dal zo licht wordt als de dag en geen van de spitsboeven ons kan ontsnappen!'
Hoofdstuk 231: Booswichten in de val. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Kisjonah zorgde meteen voor een grote hoeveelheid fijn linnen, en iedereen moest direkt schortjes maken, zodat 's morgens alle kinderen een schort kregen; vele handen maakten licht werk. Maar de kinderen werden snel in de grote herberg gebracht, die Kisjonah zelf wat hoger dan de tol had laten bouwen.
Hoofdstuk 232: Voorbereiding voor de rechtszaak. (12.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Als Augustus u gekend had zoals ik u ken, dan zou u echt wel een ander getuigenis hebben gekregen! Maar jammer genoeg heeft hij zich door valse schijn laten bedriegen en heeft hij uw flakkerende lamp aangezien voor het licht van een zon en u daarom een voorrecht gegeven.
Hoofdstuk 233: Romeinse rechtspraak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...