Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3231 resultaten - Pagina 16 van 216

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[9] AI Mijn leerlingen zullen op een zeker moment, dat niet zo lang op zich zal laten wachten, nog genoeg aanstoot aan Mij nemen. Maar deze beiden zullen door niets wat er met Mij gebeurt op een dwaalspoor gebracht worden, want zij kennen Mij door en door. -Richt je daarom op hen, dan zul je ook datgene bereiken, wat zij bereikt hebben!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Na deze woorden gaat de brave Chiwar terug en komt weldra in de synagoge en ziet dadelijk dat de overste hem al erg heeft gemist. De overste vraagt hem ook meteen, waar en waarmee hij nu zo lang is bezig geweest.
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] CHIWAR zegt: "Hij is een Jood, kwam uit de bergen en is nu al naar het dal afgereisd, je kunt hem niet meer zien of spreken - tenzij hij weer terugkomt! Maar wanneer dat is? Dat kon nog wel eens heel lang duren!"
Hoofdstuk 86: Korah, de nieuwe overste, Iaat zich raden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] CHIWAR zegt: "Zoals ik heel veel weet wat jij nu nog lang niet weet, zo weet ik dat ook, ook al weet jij het nu nog niet! Maak je nu dus maar niet druk, want hier wordt alles anders behandeld dan in de tempel!"
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar ROBAN zegt: "Ik ben een oudste van Nazareth, ik ben tussen de zeventig en tachtig jaar oud en jij hebt er nog lang geen dertig beleefd! Omdat je je met behulp van je geld tot overste over ons hebt gemaakt, ben je nog lang geen Mozes en geen Aäron en zul je mij niets leren, wat ik al niet wist vóór je nog verwekt was! Wij hebben ons ambt altijd tot tevredenheid van je waardige voorganger en de gehele tempel bekleed, alle verschijnselen met de juiste ogen van ootmoedige Joden beschouwd en hebben dáár dammen opgeworpen, waar ze nodig waren. Maar als jij het beter kunt en nu in één slag alle Grieken en Romeinen in Joden wilt veranderen, ga dan zo maar door, dan sta ik er voor in dat je, ons niet meegerekend, als enige Jood in geheel Galiléa overblijft!
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Je zult beslist wel iets gehoord hebben over de beruchte belastingdiefstal, die door de agenten van de tempel onder het mom van de opperstadhouder nauwelijks vijfweken geleden begaan is, en hoe het snode transport daarvan -tesamen met veel andere zuiver gestolen en met schandelijk geweld afgeperste zaken -in Kis door de opzichter van de zeer rijke Kisjonah is opgevangen! Wel, toen was het juist die Jezus, die door de tempel zonder enige reden gehaat wordt en die zelfs de hoogste Romeinen meer vereren dan hun Jupiter, die door zijn woord en zijn ongehoorde wonderdaden de verwoestende storm voor Jeruzalem heeft afgewend! Die is echter nog lang niet van de baan; ook maar de een of andere halsstarrigheid van jullie kant, - en de storm breekt los!
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Jij hebt nu de vrije keus om te doen wat je het beste lijkt; voor ons is het maar een klein eindje naar de Romeinen! Zij zijn, goddank, onze vrienden, maar voor jou zou de weg wel eens heel lang kunnen worden! De menselijke wijsheid vereist toch om geen lege voor een volle noot aan te nemen! Wat kun je dan van de hebzuchtige tempel, die toch allang een lege dop is, nog verwachten? Is het dan niet veel verstandiger om met een veelbelovende ontwikkeling mee te gaan? Ik zeg je rechtuit, dat nu al de grote en machtige heren uit Rome zich als lammeren door Jezus laten leiden! Als Hij hen nu gewonnen heeft voor Zijn waarlijk goddelijk zuivere leer, wat moeten wij dan tegen Hem beginnen? Als je ook maar aanstalten maakt om Hem op te pakken, ben je zelf al zo goed als opgepakt, en geen mens zalook maar één stap verzetten om je vrij te krijgen. Als je je echter verstandig gedraagt, dan zullen de Romeinen ook jouw vrienden worden, en jij zult dan net als Jaïrus een goed bestaan hebben! Maar doe nu wat je wilt, de gevolgen zullen je wel aangeven of wij jou een vriendschappelijke of een vijandige raad hebben gegeven!"
Hoofdstuk 84: Het getuigenis van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar IK zei: "Vriend, bespaar je de moeite, want je weet, dat niets voor Mij verborgen kan blijven. Ik wil je echter wel zeggen dat jij en Roban jullie zaken heel goed gedaan hebben, want de overste zou anders nog heel wat overhoop gehaald hebben. Maar nu is hij er van overtuigd dat het onzin zou zijn om iets tegen de Romeinen te ondernemen en dus zal hij in ieder geval een poosje rustig blijven. Helemaal vertrouwen mogen jullie hem echter nog lang niet, je moet steeds op je hoede blijven en hem zo gezegd nooit uit het oog verliezen. Ik wil echter jou, omdat jij Mijn ijverigste verdediger was en nog bent, het vermogen geven om zieken door een juist gebed en door de oplegging der handen te genezen, en in je hart de plannen van de nieuwe overste te vernemen en daartegen de juiste middelen aan te wenden, -maar dat moet iedere keer meteen gebeuren, want anders zou het geen uitwerking hebben! De juiste middelen zullen je ook getoond worden. Ontvang daarvoor dan nu Mijn zegen!"
Hoofdstuk 85: Zegening van Chiwar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[15] De OVERSTE vraagt: "Hoe lang is het dan al geleden dat zij uit de dood werd opgewekt?"
Hoofdstuk 87: Chiwar over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Zo moet juist Elia, als mijn geheugen mij niet bedriegt, eens bij een gelegenheid een hele hoop doodsbeenderen op een slachtveld levend gemaakt en van vlees, huid en haren voorzien hebben! Zo heeft hij ook bij een andere gelegenheid alle bronnen van de grote Eufraat voor drie jaar laten verdrogen en hij gebood daarbij ook de wolken om drie jaar lang niet aan de hemel te komen. Pas toen de mensen oprecht boete deden, opende hij weer de bronnen van de rivieren en gebood de wolken dat ze aan het firmament moesten komen en de dor geworden aardbodem water moesten geven! En zo verhaalt men nog veel over deze merkwaardigste aller profeten, dat echter in de loop van de tijd sterk misvormd kon worden, en men zegt dat deze Elia degene is die voor het einde der wereld nog eenmaal zal terugkomen om door grote tekenen de mensen tot boetedoening te bekeren, omdat zoals bekend deze raadselachtige profeet nooit is gestorven, maar in een vurige wagen ten hemel is gevaren. Het is daarom heel wel mogelijk dat deze Jezus drager is van de geest van de grote profeet en daarom, omdat hij ten nauwste in verband staat met de macht van Jehova, nu zulke daden doet, die alleen God mogelijk kunnen zijn!"
Hoofdstuk 88: Chiwar over de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Dat de heerszuchtige tempel niet gemakkelijk daartoe zal overgaan, ligt er dik boven op, maar wij moesten ons daarbij helemaal niet meer op de tempel richten, die naar mijn mening volkomen dood is en ons verder bescherming noch wijsheid en nog minder enig blijvend levensonderhoud kan geven, -behalve wanneer wij haar voor een baan zoveel geven, dat tien mensen daarvan honderd jaar lang goed zouden kunnen leven.
Hoofdstuk 88: Chiwar over de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] De OVERSTE zegt: "Luister vriend, ik bewonder jouw onbegrijpelijke moed buitengewoon, en -bij alle aartsvaders! - ik voel mij nu helemaal in hun wondervolle tijd teruggebracht! Maar laat het je toch gezegd zijn, dat je de satan nooit weer tot een nieuw gevecht uitdaagt, want hij is oneindig vindingrijk en moet alle vormen, zelfs die van een engel des lichts, aan kunnen nemen, en ik geloof, dat hij in een zacht hemels kleed veel gevaarlijker is dan zoals wij zojuist de helse eer hadden om hem te zien!"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De BEIDEN zeggen: "Heer, juist diegenen, die ons heel lang reeds ingekapseld hadden in die domme waan, die zij ons leerden en waarin zij ons vasthielden!"
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Na dit voorval in het huis van Borus praat men nog lang na, en het gezelschap gaat pas na middernacht uit elkaar. Moeder Maria blijft nog te gast bij Borus, waar ze goed verzorgd wordt en veel troost ondervindt. Mijn twee oudste broers, die thuis gebleven zijn, zorgen voor het hele huishouden en Borus verschaft ze alles wat ze ook maar nodig hebben. En zo leven Mijn vrienden in Nazareth in goede eendracht tesamen tijdens Mijn persoonlijke afwezigheid, en houden zich overdag bezig met Mij, Mijn leer en Mijn daden, waarvan ze zelf getuige waren geweest.
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] En ook al toonde men hem duizendmaal duidelijk aan dat het eigenlijke recht nergens anders uit bestaan kan, dan alleen maar uit het leven van de mens volgens de geboden van God, dan begreep hij het de ene dag heel goed, maar een dag later had hij al weer zoveel verstandelijke overwegingen daartegen, dat Chiwar het er vaak erg moeilijk mee had om alles te weerleggen. En Chiwar begreep nu, waarom Ik hem gezegd had, dat hij de overste steeds goed in de gaten moest houden omdat hij nog lang niet geheel te vertrouwen zou zijn.
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...