Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5489 resultaten - Pagina 16 van 366

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[3] "Seth, mijn zoon, ziehier je oudste broers en nu mijn oudste kinderen! Help hen op van de aarde en breng ze hierheen aan mijn hart en zeg ook meteen tegen hen: 'De oude vader Adam is geen gebieder meer, maar is nu alleen maar een vader wiens armen zelfs in staat zouden zijn, Kaïn liefkozend tegen zijn borst te drukken, laat staan zijn oudste kinderen en deelgenoten in barre tijden!'
Hoofdstuk 128: Adams vreugde over zijn kinderen Jura, Bhusin en Ohorion - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Zie, de kleinste kinderen vervullen reeds stipt deze onuitsprekelijk gemakkelijke eis, omdat zij hun vader boven alles liefhebben, zonder scherpzinnig een verantwoording van het vaderhart te verlangen waarom zij hem moeten liefhebben, maar zij beminnen hem omdat hij hun vader is! Vertel Me eens, Adam, Mijn zoon, heb jij ooit meer van je kinderen geëist?!
Hoofdstuk 136: Asmahaël wijst Adam terecht - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "O hoge, verheven, boven alles machtige, heilige, liefdevolle Heer, Vader, God Jehova, U die nu in de mens Asmahaël voor ons zichtbaar tegenwoordig bent, zie, ik was het die U de naam Asmahaël' gaf en U, als een wijze, zogenaamde naamloze was er blij mee dat U uit mijn mond een naam ontving, een naam van de kinderen Gods, die gedurende lange tijd dwaselijk droomden dat alleen zij dat waren! Destijds was U min of meer een vreemdeling voor ons omdat ons aan U nagenoeg niets anders opviel dan alleen Uw steeds onbegrijpelijk goed geordende woorden, die U ons, blinden, weliswaar voorgaf van de geest van mijn zoon Abel te hebben geleerd; maar ik zie het nu zo:
Hoofdstuk 137: Adams bekering en belijdenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] En Lamech antwoordde Methusalah: "Vader, je mag dat amen nog duizend keer achter elkaar uitspreken, maar dat helpt ditmaal nagenoeg niets om de liefde voor Asmahaël in mij te stillen! Lamech, je zoon, is je nog nooit ongehoorzaam geweest, maar deze keer zal hij zijn gehoorzaamheid opzeggen en hij zal zijn liefde nooit temperen, maar doen wat zijn hart ingeeft; want waarlijk, voor slechts één blik van liefde van Emmanuël verkoop ik duizend vaders zoals jij!
Hoofdstuk 139: Lamechs grote liefde voor Emmanuël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] En Abedam vol vreugde: "Ja, ja zo staat het mij nu ook bijna zonneklaar zelf voor ogen; als een vader voor zijn zoon en de zoon voor zijn vader!
Hoofdstuk 147: Abedams gesprek met Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] En Lamech stapte onmiddellijk op Seth af en vroeg hem: "Lieve vader Seth, zou je voor mij datgene willen doen waarvoor jouw broeder en zoon - of wat hij ook van jou mag zijn - mij naar je toe stuurde?"
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[47] Daarom sprak Ik, nadat Judas was weggegaan: "Nu is de Mensenzoon verheerlijkt. En God is verheerlijkt in Hem. Is God verheerlijkt in Hem, dan zal God Hem ook ver­heerlijken in Zich Zelf en zal Hem spoedig verheerlijken!" Dat betekent dus: de Mensenzoon zal waarachtig Gods Zoon zijn en de Vader zal zich spoedig voor alle eeuwig­heid met Hem verenigen.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[118] Vader, de ure is gekomen; verheerlijk Uw Zoon, opdat Uw Zoon U zal verheerlijken! Gij hebt Hem immers de macht gegeven over alle vlees om aan allen die Gij Hem gegeven hebt eeuwig leven te schenken. Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enig waarachtige God, en Jezus Chris­tus, die Gij gezonden hebt. Ik heb U hier op aarde verheer­lijkt, doordat Ik het werk heb voltooid dat Gij Mij te doen gegeven hebt. En nu verheerlijk Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid die Ik bij U had, eer de wereld bestond. Ik heb Uw Naam geopenbaard aan de mensen die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij behoorden U toe, en Gij hebt hen Mij gegeven en ze hebben Uw Woord be­waard. Nu hebben zij begrepen dat alles wat Gij Mij gege­ven hebt van U afkomstig is. Want de woorden die Gij Mij hebt gegeven, heb Ik hen gegeven, en zij hebben ze ook aangenomen en de waarheid erkend dat Ik van U ben uit­gegaan, en zij hebben het geloof gewonnen dat Gij Mij ge­zonden hebt.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[119] Ik bid voor hen; niet voor de wereld bid Ik, maar voor hen die Gij Mij gegeven hebt; want zij zijn Uw eigendom ­het Mijne is immers al het Uwe en het Uwe is het Mijne ­ en Ik ben in hen verheerlijkt. Ik ben immers niet langer in de wereld, maar zij zijn nog in de wereld, terwijl Ik tot U kom. Heilige Vader, bewaar hen in Uw Naam, welke Gij Mij gegeven hebt om bekend te maken! Laat hen één zijn, zoals Wij één zijn. Zolang Ik bij hen was, heb Ik hen die Gij Mij gegeven hebt eensgezind in Uw Naam bewaard en behoed; en niemand van hen is verloren gegaan behalve de zoon des verderfs. Maar nu kom Ik tot U en spreek dit nog, opdat ook zij in de wereld de vreugde, zoals Ik die heb, volkomen in zich hebben. Ik heb hen Uw woord gegeven en de wereld heeft hen daarom gehaat; want zij zijn niet van de wereld zoals Ik niet van de wereld ben. Ik vraag U niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor het kwade. Heilig hen in Uw waarheid! Uw Woord is immers de waarheid. Zoals Gij Mij in de wereld hebt gezonden, heb ook Ik hen in de wereld gezonden; en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd wor­den in de waarheid.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[221] Op dat moment keerde de Godheid terug in de Mensen­zoon Jezus en gaf hem kracht, doordrong hem helemaal en sprak: "Mijn Zoon, voor de laatste maal moest je een be­slissing nemen! Nu zijn Vader en Zoon in jou één gewor­den en voor eeuwig onscheidbaar geworden. Draag wat jou is gegeven om te dragen. Amen!"
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[451] "Wie derhalve Mijn woord geheel en al in zich opneemt en er zonder ervan af te wijken naar handelt en leeft, neemt daardoor Mij Zelf met al Mijn liefde, wijsheid, macht en kracht op en is daardoor een waarachtig kind van God ge­worden, aan wie de Vader in de hemel niets zal onthou­den van wat Hij heeft! De heilige Vader kan niet meer doen dan dat Hij Zich in Mij, Zijn Zoon, Zelf lichamelijk open­baart en van u, onder het oordeel vallende schepselen, volmaakt vrije goden maakt en u bijgevolg Zijn vrienden en broeders noemt!
Hoofdstuk 3: Veroordeling: De tempel ten tijde van Jezus; De hel als de laatste beproeving; 'Mijn Rijk is niet van deze wereld'; - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[288] "In de discipel Judas Iskariot hebt gij een sprekend voor­beeld van een verkeerde opvoeding. - Judas was de enige zoon van een zeer vermogende vader en moeder die haar zoon verafgoodde. Het gevolg was dat de beide ouders hun zoon aapachtig verwenden, in alles toestemden en hem alles gaven, wat de jongen ook maar begeerde. En het ge­volg daarvan was dat de jongen, toen hij eenmaal groot en sterk was geworden, zijn ouders het huis uit joeg en zich met veile deernen vermaakte. Het duurde niet lang of de jongen had het vermogen van zijn ouders reeds zover op­gemaakt, dat beiden aan de bedelstaf waren overgeleverd en spoedig daarna van kommer en verdriet stierven.
Hoofdstuk 2: Gethsémane: Het geheim van de persoon Jezus; De strijd van de zich ontwikkelende Jezus-ziel; De voorbereiding op de overwinning; De gebedsstrijd van de Heer in Gethsémane; Uw wil alleen geschiede; De Heer en Judas; Simon Jona, Petrus genaamd; Het zwaard van Petrus; 'Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen'; Over de liefde en wijsheid van de hemel - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[654] Al veel eerder was de ziel van de Mensenzoon steeds meer doordrongen van de goddelijke Vadergeest, en bij het sterven, toen Jezus uitriep: "Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn Geest!", had de ziel zich helemaal en voor altijd verenigd met de oer-geest, waaruit ze eens als 'Zoon' was voortgekomen. Nu moest ook nog het stoffelijk lichaam vergeestelijkt worden. En dit werk van verlossing en van het terugvoeren van grofstoffelijke elementen van de Men­senzoon gebeurde juist in die tijd dat het in het graf ver­toefde.
Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[572] Thans - in het stervensuur van Jezus - scheurde het voorhangsel van boven tot beneden in twee stukken door­midden. Met het volbrengen van het grote offer der liefde op Golgotha werd de barrière tot het werkelijke heiligdom opgeheven, die tot dan toe het gevallen, zondige schepsel van zijn heilige Schepper, God en Vader gescheiden had. Voortaan kon en kan elke ziel vrij in het Vaderhuis terug­keren; de Vader in Jezus had aan het kruis de armen wijd geopend voor de verloren zoon. Het is aan ons, dat wij ons opmaken en ons over de voor ons bereide weg van dee­moed en liefde spoeden naar het hart van de Vader, het ware Allerheiligste van de ganse oneindigheid.
Hoofdstuk 4: Kruisiging: Over het dragen van het kruis; Over de juiste geest bij het dragen van het kruis. Het berouw van Judas: Het lot van de zelfmoordenaar; De zeven kruiswoorden; De stervensuren; De zon wordt verduisterd - de aarde beeft; Het voorhangsel scheurt - de graven gaan open - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[801] Wanneer Mijn Geest echter over u is gekomen, trek dan uit naar alle landen van de aarde en leer alle volken wat Ik u geleerd heb en wat u gezien hebt en doop hen in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest in u! En Ik zal Mijn heilige Geest ook zenden naar hen, die uw leer aannemen en door u gedoopt worden, zoals Ik in de Jordaan door Johannes werd gedoopt; voor uw ogen zullen zij in hun hart over Mij getuigen."
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...