Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22474 resultaten - Pagina 16 van 1499

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[9] Degene, die zo de waarheid opneemt in zijn door de deemoed gereinigde ziel, en die waarheid als zodanig herkent, wordt door deze waarheid vrijgemaakt in de geest, en deze vrijheid des geestes, ofwel het ingaan van de geest in die vrijheid, is dan het eigenlijke binnengaan in het Rijk van God.
Hoofdstuk 18: Het onbegrip van Nicodemus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] (Nicodémus antwoordde en zei tot Hem: 'Hoe kunnen deze dingen gebeuren?' Joh.3:9) Bij deze woorden schudt Nicodémus bedenkelijk het hoofd en zegt na een poosje: 'Dan zou ik toch graag van U vernemen, hoe zoiets in z'n werk gaat! Want wat ik weet en begrijp, dat weet en begrijp ik door mijn lichaam; als het lichaam mij afgenomen wordt, dan zal ik toch nauwelijks nog iets begrijpen en verstaan! -Hoe, hoe -wordt ik van lichaam tot geest en hoe zal mijn geest dan een andere geest in zich opnemen en opnieuw baren?! -Hoe, hoe zal dat mogelijk gemaakt worden?!'
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] ('En niemand vaart op naar de hemel, dan Hij die uit n de hemel is neergedaald, namelijk de Zoon des mensen, die in de hemel is. En zoals Mozes in de woestijn een slang had verhoogd, zo moet ook de Mensenzoon verhoogd worden, opdat allen, die in Hem geloven, niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben!' Joh. 3:13-15) 'Zie, niemand stijgt naar de hemel dan alleen Degene, Die uit de hemel is afgedaald, namelijk de Zoon des mensen, die altijd in de hemel is. En zoals Mozes in de woestijn een slang verhoogd heeft, zo moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat allen die in Hem geloven niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben! Zeg eens, kunt u dat begrijpen?'
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Weet U, in zo'n verklaring zit ontzettend weinig hoop en haast geen troost voor de mensheid van deze harde aarde! Maar zoals ik U al eerder gezegd heb, het verandert niets aan het feit dat ik vind dat Uw leer toch goddelijk en buitengewoon wijs is, hoewel deze, zoals ik aan de hand van Uw stelling bewees, met het gewone verstand bezien de reinste dwaasheid is en zijn moet, en dat zult U net zo goed inzien als ik.
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Daaruit ziet U dat ik niet een van diegenen ben, die een leer meteen verwerpen, als ze deze niet kunnen begrijpen; maar daarom zou ik toch iets meer uitleg van U willen hebben, want in deze vorm kan ik U niet volgen en begrijpen. -Kijk, ik heb veel invloed in het Joodse land en wel speciaal in de stad Salem, want daar ben ik de overste van alle Joden! Als ik U en Uw leer introduceer, dan zal deze worden aangenomen en men zal er naar leven; als ik ze echter Iaat vallen, dan zal ze ook vallen en nergens worden aangenomen. Wees daarom zo goed en licht me nog wat voor!'
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Want zo heeft God de wereld liefgehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf, opdat allen, die in Hem geloven, niet verloren zullen gaan, maar het eeuwige leven zullen hebben! Joh. 3:16) 'Ik zeg u: God is de liefde en de Zoon is diens wijsheid. God had de wereld zo lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon, d.w.z. Zijn uit Hemzelf alle eeuwigheden door uitgaande wijsheid, aan deze wereld afstond, opdat allen die in Hem geloven niet verloren gaan, maar het eeuwige leven zullen hebben! -Zeg Mij, begrijpt u ook dit niet?!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nicodémus zegt: 'Op één punt na is me nu alles duidelijk; maar dat éne mankeert nog steeds, en dat éne is nu juist de buitengewone Mensenzoon Zelf, zonder Wie natuurlijk al Uw wijze taal met al de heerlijke beloftes in het bodemloze niets valt! Wat heb ik aan het geloof of aan de beste en vaste wil om aan de Mensenzoon te geloven als de Mensenzoon Zelf er niet is? Uit de lucht of uit een enkel idee kan men geen Mensenzoon te voorschijn toveren. Zeg me daarom waar ik deze eeuwige Godszoon aantref en wees er dan van overtuigd, dat ik Hem met alle geloof tegemoet zal treden!'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Als Ik dat niet in u had gezien, dan zou u van Mij deze uitleg niet hebben gekregen! Maar u kwam 's nachts en niet bij dag naar Mij toe, hoewel u veel van Mijn daden gehoord en gezien hebt! Omdat u zowel in de nacht der natuur, als ook in de daarmee vergelijkbare nacht van uw ziel naar Mij toekwam, is het heel begrijpelijk dat u nog geen weet hebt van de Mensenzoon!
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij deze zou oordelen, maar opdat ze door Hem behouden zou worden. Joh. 3: 17) Nu moet u echter niet een soort wereldgericht verwachten, zoals oorlogen of overstromingen en zeker geen verterend vuur uit de hemel dat alle heidenen verteert; want zie, God heeft Zijn eniggeboren Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij deze wereld zou oordelen, maar opdat ze door Hem geheel en al zalig zou worden; wat betekent dat ook al het vlees niet te gronde gericht zou worden, maar met de geest zou opstaan tot het eeuwige leven. Maar om dat te bereiken moet de stoffelijke hoogmoed in het vlees vernietigd worden door het geloof, en wel het geloof dat de Mensenzoon, Deze altijd al uit God geborene, in deze wereld gekomen is, opdat allen het eeuwige leven zullen hebben, die in Zijn naam zullen geloven en zich daaraan zullen vasthouden!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nicodémus zegt: ' Ach, ach, beste Meester, dat zal moeilijk gaan! Want ik heb iedere dag zaken die direct afgehandeld moeten worden, en daar kan ik niet gemakkelijk onderuit! Denk U eens in dat er in de stad en naaste omgeving met de vreemden erbij geteld, meer dan achthonderdduizend mensen leven, waarvoor ik als overste heel veel te doen heb; daarnaast wachten er nog dagelijkse tempelzaken, die ik beslist af moet handelen. Als de genade mij daarom niet hier in Jeruzalem ten deel kan vallen, dan zal ik daar tot mijn spijt van af moeten zien! Kijk, op z'n allerminst zou ik voor deze onderneming drie volle dagen nodig hebben en dat zou dan voor mijn werk net zoveel achterstand opleveren als drie jaar bij iemand anders.
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Want weet U, er heeft een grote verandering in mij plaats gevonden! Goede Meester, ik houd meer van U dan van alles waar ik ooit van hield en deze liefde zegt me op een bepaalde manier: Dat U Zelf Diegene bent waarvoor U mij daarnet naar Johannes in Enon verwezen hebt!? Dat gevoel kan misschien ook wel niet juist zijn; maar wat het dan ook zijn mag, ik houd met geheel mijn hart van U, omdat ik in U een groot Meester van de echte goddelijke wijsheid herken. Als Uw daden, die beslist niemand voor U nog ooit gedaan heeft, mij al met diepe verwondering vervuld hebben, dan heeft Uw grote wijsheid mij in mijn hart nog meer voor U ingenomen, goede Meester! Ik houd van U! Zeg mij toch, heeft mijn hart gelijk?!'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Daarna kwam Jezus met Zijn leerlingen in het Joodse land en hield zich daar met hen op en doopte. Joh.3:22) Toen het helemaal dag was braken we op en gingen het Joodse land in, dat in zekere zin tot Jeruzalem behorend, net zo om Jeruzalem lag als in deze tijd een district om de hoofdplaats van het district ligt. In een paar dagen kon men zonder moeite het hele land door trekken.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik wees hen op al hun gebreken, spoorde de zondaars ernstig aan om boete te doen, waarschuwde allen, die Mijn leer aannamen, voor de terugval in het oude zuurdeeg van de Farizeeën en deed wonderen om daarmee Mijn lichte leer de nodige kracht bij te zetten in deze barre materialistische tijd; Ik genas veel zieken, verloste bezetenen van de onreine geesten en nam steeds meer leerlingen aan
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] (Ook Johannes doopte nog in Enon bij Salim; want daar was veel water, en zij kwamen daarheen en lieten zich dopen. Want Johannes was nog niet in de gevangenis geworpen. Joh. 3:23-24) Op Mijn tocht door het Joodse land kwam Ik ook in de omgeving waar Johannes in de kleine woestijn bij Enon in de buurt van Salim doopte. Hier had hij water, terwijl de Jordaan in de omgeving van Bethabara zeer weinig water bevatte en dat water was ook nog troebel, onrein en vol stinkende wormen. Daarom was Johannes van standplaats veranderd, hield te Enon zijn indringende boetepredikingen en doopte daar ook zelfde mensen die zijn leer aannamen en oprecht berouw getoond hadden.
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Onder hen waren er ook veel die Mijn leer al aangenomen hadden, maar voordien nog niet door Johannes gedoopt waren. Deze vroegen Mij of het nodig was om zich eerst door Johannes te laten dopen. En Ik zei tegen hen: 'Eén ding is noodzakelijk, en dat is het daadwerkelijk uitvoeren van Mijn leer! Wie zich echter eerst door Johannes wil laten reinigen, zolang hij nog vrij zijn werk doet, die zal zo'n reiniging goed van pas komen.' Naar aanleiding van dit gezegde van Mij gingen toen velen daarheen en lieten zich door Johannes dopen
Hoofdstuk 23: Judéa. Dopen met water, en met de heilige geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...