Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2232 resultaten - Pagina 16 van 149

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[6] Als dan zo'n leerling uit de onderwereld naar het oordeel van zijn leraren de gewenste graad van ontwikkeling had bereikt werd hem meegedeeld dat hij nu weldra door de genade van God onverwachts naar de lichte bovenwereld zou gaan, in het licht waarvan hij in één moment meer zou ondervinden en leren dan in vele uren in de donkere onderwereld.
Hoofdstuk 95: De opvoedingsmethode in het oude Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als nu dus over een uurtje deze zon zo plotseling zal doven, zal hen een grote angst overvallen. Want de maan zullen zij vandaag ook niet te zien krijgen, omdat zij al is ondergegaan. De grote angst zal hun ogen beïnvloeden zoals bij het gezichtsvermogen van dronken mensen.het geval is, en zij zullen door hun duizeligheid de sterren zien verschuiven. Dat zal hen doen denken dat volgens de voorspelling de sterren van de hemel op de aarde zullen vallen en de vele blinde domkoppen zien de dag des oordeels dan al aangebroken. Je zult helemaal hier kunnen horen hoe na het plotselinge doven van de schijnzon de menigte voor. die stad in een ontzettend gehuil zal losbarsten. Dat zal hun echter met in het minst schaden want daardoor worden ze weker en zachter en ontvankelijker gemaakt voor de zuivere waarheid.
Hoofdstuk 97: Het materialistische denken der priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Hoewel de mensen de vele lichten op de berg waar wij gezellig zaten, goed konden zien, dorst geen van de duizenden ook maar één stap te verzetten. De Joden zagen in hun grote angst de sterren al echt van de hemel vallen en op onze berg liggen. De heidenen dachten dat Pluto door zijn furiën de zon had laten stelen van Apollo, die waarschijnlijk te veel aandacht had gehad voor de een of andere vrouwelijke schoonheid, en dat er nu weer een godenoorlog op aarde zou losbarsten.
Hoofdstuk 99: De uitwerking van het doven van de schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] In het genoemde land maakt de natuur deze handelwijze met de vissen noodzakelijk vóórdat de Nijl te veel zakt en de vele, grote zijarmen uitdrogen, waardoor een massale sterfte onder de vissen zou optreden, hetgeen een ontzettende stank zou veroorzaken.
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] De N werd door een soortgelijke naar beneden gekeerde halve cirkel voorgesteld {n) en was het teken voor de dode, geheel geest en lichtloze materie. De ronde daken van vele huizen en vooral van de tempel kregen daarom de vorm van de omgekeerde halve boog om aan te geven, dat op die plaatsen het goddelijke zich met de materie verbindt, daarin een tijdelijk leven schept en zich op bepaalde ogenblikken aan de mens openbaart. Daar kwam dan ook de oude sleutelvraag uit voort: ' Je u n o ?', omdat de o stond voor de gehele zuivere godheid.
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] HELENA zegt: "Ik verzoek u, beste Mathaël, ga toch verder. Ik zou zo wel ononderbroken, dagenlang naar u kunnen luisteren! Uw verhaal is weliswaar niet zo vol beelden en zo opgesmukt als bij Homerus, maar het is wijs en waarachtig, en dat is meer waard en vele malen aantrekkelijker dan alle betoverende, bloemrijke taal van de grote minstreels! Ga dus alstublieft ongestoord verder met uw verhaal!"
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] MATHAËL zegt: "O Heer, wat is dat een oneindige genade voor mij!. U, mijn Schepper, Iaat U door mij naar haar brengen, die net zo als ik Uw schepsel is! Maar het meisje is rein en vol goede wil, het weet beslist van geen zonde en dan loont het wel de moeite zo'n hart te sterken, waardoor later vele duizenden gesterkt kunnen worden!"
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wie echter in zijn hart zo dicht bij Mij is als jij, Mijn lieve Helena, die is en blijft ook dan altijd even dicht bij Mij, als er schijnbaar een vele duizenden malen grotere afstand tussen hem en Mij ligt dan die van hier tot aan de verste en kleinste ster, die je oog slechts zo nu en dan vaag ontdekt in de eindeloze verte.
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Wie kan er enig nut hebben van het onzinnige geblèr in de tempels, als men mets doet voor de vele arme en hongerige broeders buiten de tempel?!
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Kijk naar de grote sterren, waarvan het je vergund was er een paar van dichtbij te zien en te bestuderen! Zie, al die sterren en nog oneindig veel meer, die geen menselijk oog ooit zal zien, bestaan en leven uit Mijn liefde! Als Mijn liefde nu voor deze ontelbaar vele en grote kostgangers voldoende is voor eeuwigheden der eeuwigheden, hoe kun jij, lief dochtertje, dan ooit enigszins vrezen dat jij of Helena bij Mij liefde te kort zouden kunnen komen?! Zie je nu het ongegronde in van dat korte moment van angst om beknot te kunnen worden in Mijn liefde?
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Zoals de wijzen deze kring en zijn beelden op juiste wijze benoemden, zo benoemden zij ook vele andere sterrenbeelden, hoewel niet alle, en zij waren ook de eerste ontdekkers van de jou bekende planeten, uitgezonderd de maan en de zon. Deze laatste is, zeker voor onze aarde, natuurlijk geen planeet, omdat de zon niet om de aarde, maar de andere planeten en de aarde zich in verschillende tijdsbestekken om de zon bewegen. Dat heeft echter niets te maken met de dagelijkse, schijnbare omlooptijd, die ontstaat door de eigen draaiing van de aarde om haar as maar het heeft te maken met de omlooptijd van de aarde om de zon in een jaar, terwijl Venus en de zelden zichtbare Mercurius kortere en Mars, Jupiter en Saturnus langere omlooptijden hebben dan de aarde.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maar om deze zon, waarvan het licht op deze aarde al zulke grote wonderen te weeg brengt, cirkelen nog vele andere en nog grotere aarden. Hetzelfde licht brengt daar geheel nieuwe en voor deze aarde onvoorstelbare wonderen te weeg en wel op ieder hemellichaam dat door deze zon verlicht wordt geheel nieuwe, die op geen ander hemellichaam voorkomen! En dat alles ontstaat door de uitwerking van één en hetzelfde licht!
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Maar het priesterdom verandert niet. Het tiranniseert als een vampier vele jaren lang een volk, heft vaak op een ongehoorde, schandelijke wijze belastingen en geeft het volk daarvoor niets terug dan het grofste bedrog en dat zo mogelijk op alle denkbare manieren! Ja, dan moet een man van eer God de Heer toch loven en prijzen als Hij eens een oordeel over deze zevenvoudige mensenhaters en mensenbedriegers Iaat komen! En daarom is het nu echte balsem voor mijn ziel dat ik vooral de mooie woonhuizen en synagogen van de Joodse Farizeeën overdekt zie met de prachtigste vlammen en dat nog wel op een voorsabbat. Morgen is het sabbat en die kerels mogen niets inzamelen of iets anders doen. O, zo'n goede les hebben deze oude, onverzadigbare booswichten allang verdiend!"
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] OURAN zegt: "Zo'n heerlijke en bijzonder menslievende instelling heb ik nog nooit meegemaakt! Zelf ben ik mens, en heerser over vele honderdduizenden mensen en men zegt in de wijde omtrek dat mijn onderdanen de gelukkigste aan de Pontus zijn. Toch moest ik de wet toepassen zoals Rome die voorschreef. Rome gaf mij als regerend leenheer wel toestemming om enige matiging te betrachten, maar ik vond alle door mij sterk verzachte wetten toch nog altijd hard!
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Mathaël's metgezellen zullen je daarbij goede diensten verlenen en je wens zal nog vele malen in vervulling gaan, maar alle Scythen zul je moeilijk onder je bestuur kunnen brengen, want hun rijk is erg uitgestrekt. Maar die om de Pontus (Zwarte Zee) wonen, mag je hebben en naar je goeddunken opvoeden."
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...