Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

241 resultaten - Pagina 16 van 17

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17
[4] Robert zegt: 'O ja, nu begrijp ik inderdaad de reden. Zeker, het door Rudolf ingestelde erfrecht van de keizerlijke waardigheid was mij een 'gruwel van verwoesting' van bijna alle rechten van de mens, want bij een erfelijk regeringsambt worden alle andere geesten achtergesteld, ook al waren zij duizendmaal wijzer dan hij die op de troon zit. De wijste man in het rijk moet zwijgen en wordt door de vorst, die zichzelf erfrechtelijk voor een Salomo houdt, niet erkend en niet gebruikt voor het welzijn van het volk. Kijk, zulke en nog andere redenen hebben mij steeds met wrok tegen de Habsburgers vervuld en alles in mij kwam in opstand als ik dacht aan die heerszuchtige Rudolf, die zelfs nog tot in zijn laatste nakomelingen wilde doorregeren, indien mogelijk tot aan het einde der tijden.
Hoofdstuk 139: Roberts persoonlijke verhouding tot de Habsburgse keizers. Geërfde of gekozen troonopvolging. Staatspolitieke wenken van Petrus. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Na een lange tijd van verbazing zege Robert: 'Ja, nu begrijp ik pas wat dieper, wat het zeggen wil: 'geen oog heeft ooit gezien, geen oor heeft ooit gehoord en in geen mensenhart is ooit opgekomen wat de Heer bereid heeft voor hen die Hem liefhebben'. Hadden de mensen op aarde ook maar het minste vermoeden van hetgeen hen hier te wachten staat! Duizendmaal sterven zou hun liever zijn dan een, al is het maar een paar minuten lang, leven op aarde. Maar de grote liefde en wijsheid van de Heer verbergt dit voor de ogen der stervelingen, opdat zij hun proef doorstaan en de juiste stevigheid van hun geest verwerven, zonder welke het hun onmogelijk is zo'n overvloed aan zaligheid te verdragen.
Hoofdstuk 134: Rudolf vergelijkt hemelse en aardse omstandigheden. De hemelse stad en haar betekenis als voedingsbron voor de hele oneindigheid. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Want allen die Mij op zo'n ceremoniële manier vereren, zijn de 'Heer - Heer'-roepers en ze kunnen Mij duizenden litanieën voorbabbelen en zeggen: 'Heer, we eren U en prijzen Uw kracht!', 'Heer we bidden U, verhoor ons gebed!' en 'Heer, erbarm U over ons!' en dan kunnen ze nog duizendmaal erbij zeggen: 'Ere zij God, de Vader!', enz.
Hoofdstuk 27: 'Eer van mensen neem Ik niet aan'. (Joh. 5 : 41) - Jakob Lorber - Bijbelteksten en hun verborgen betekenis
[10] Ik zeg je echter: wat het martelaarschap betreft dat je hebt aangehaald, zou jij je duizendmaal eerder uit eerzuchtige liefde tot de duisternis aan het kruis hebben laten slaan, dan één maal voor het zuivere goddelijke licht! Ook zou je minder moeilijkheden gehad hebben met de vorsten en nog minder met hun opzichters, wanneer je het zuivere licht had laten verkondigen. Want Ik weet maar al te goed hoe jij de vorsten tegenstand bood, wanneer zij zich tegen jouw onzinnige, menselijke en broederlijke waardigheid verachtende en verdoemende eisen verzetten.
Hoofdstuk 15: De boetepreek van de goddelijke schipper aan bisschop Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Ik ben echter de boekhandelaar uit dezelfde stad waar jij bisschop was. Ik weet maar al te goed wat voor iemand jij was. Uiterlijk een zeloot*** (*** Geloofsijveraar ) zonder weerga, maar in jezelf de puurste atheïst! Wie las ijveriger Kant, Hegel en ook nog met het grootste enthousiasme Strauss? Voltaire, Rousseau en Helvetius lagen in plaats van de Vulgata**** (**** Latijnse bijbelvertaling.) steeds op je lessenaar, louter geesten die je op de kansel en in je herderlijke brieven duizendmaal naar de hel verwees, maar die je in je hart ver boven Jezus verhief!
Hoofdstuk 32: Voortzetting van het gesprek over de goddelijkheid van Jezus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] De drie afgezanten zeggen: 'Dan moet de waarheid eerst in jullie zelf zijn! Als de waarheid echter nog lang niet in jullie is en jullie je haar nog niet hebben eigen gemaakt, hoe willen jullie dan je slechte vrouwen en vrienden tot de waarheid van God brengen? Kijk, iedere waarheid lijkt op een telescoop die duizendmaal vergroot. Kijkt men daarmee aan de goede kant naar de sterren, dan zullen de sterren groot en helder zichtbaar worden, en op een plaats waar men met het blote oog slechts een enkel sterretje meent te zien, zullen in een nevelvlek miljoenen sterren zichtbaar worden. Kijkt men echter aan de verkeerde kant door de telescoop, dan wijken alle sterren in onmetelijke diepten terug en het oog van de waarnemer ziet dan zelfs niets meer van de sterren van de eerste grootte. Ja, zelfs de zon, door de verkeerde kant van de telescoop bekeken, wordt een zwak lichtpuntje, zodat haar schijnsel nauwelijks meer te zien is.
Hoofdstuk 122: Moeilijke missie van de drie theologen. Gelijkenis van de telescoop. Regels voor de missie. De beste weg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Op hetzelfde moment komt Robert met zijn echtgenote voor Mij staan en begint als volgt te spreken: 'O Heer, goede, heilige Vader van alle mensen en engelen! Daar ziet het er erg, ja heel erg uit! Zou het binnenste van deze piramide een Augiasstal zijn, zelfs nog tien keer erger, dan was het een kleinigheid hem schoon te maken. Op deze manier echter overtreft het door zonden vervuilde inwendige en speciaal het onderste deel van deze piramide de Augiasstal wel duizendmaal! Er valt daar werkelijk aan geen reiniging meer te denken, al kon men er ook alle rivieren der aarde doorheen leiden. In de bovenste regionen van deze piramide zijn talloze lichtzinnige beelden van velerlei aard uit mijn gehele aardse leven te zien. De vertrekken beneden zijn echter gevuld met allerlei onbeschrijfelijke viezigheid, die een vreselijke stank verspreidt. O wee, o wee! Wie zal mij arme helpen om deze stal te reinigen?'
Hoofdstuk 7: Verslag over zijn onderwereld. De heilige inscripties op de treden van de piramide. Grote heilsleer en haar uitwerking op Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Nog benauwder is echter de toestand, wanneer het alleenzijn met levensgevaar bedreigd wordt, al is dit vaak alleen maar voor de schijn; maar desondanks is zo'n alleenzijn nog duizendmaal beter dan het liefste en mooiste gezelschap! Want in zo'n alleenzijn wordt iemand slechts met een schijnbare ondergang bedreigd, waarvoor nog redding zou zijn als die dreiging echt zou hebben plaats gevonden. In het genoemde lieftallige en mooie gezelschap bedreigen een mens echter niet zelden duizend werkelijke gevaren, die elk op zich in staat zijn ziel en geest te verderven en in de hel te brengen, waaruit nagenoeg geen uitweg meer is. Daarom was de toestand waarin je verkeerde voor je gevoel wel heel akelig, maar voor je innerlijke wezen in geen geval slecht.
Hoofdstuk 13: De woorden van de goddelijke schipper over de zegen van de eenzaamheid - Een biechtspiegel ter bevordering van de zelfkennis - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[18] Op aarde vindt men, wanneer zogezegd alles het laat afweten, ten slotte vertroosting in de lieve dood die aan ieder liedje - of het nu vrolijk of treurig is - een einde maakt, tenminste wat de aarde betreft. Maar hier, waar evenwel eeuwige dank daarvoor aan de Heer! - op het leven geen dood meer volgt, neemt alles meteen een eeuwig karakter aan. En men komt dan gemakkelijk in de verleiding om te geloven, dat zo'n toestand eeuwig zal voortduren. Deze omstandigheid maakt dan alle op elkaar lijkende verschijnselen minstens duizendmaal saaier dan op aarde, waar aan iedere zaak een eind komt.
Hoofdstuk 39: Bisschop Martinus alleen in de zaal van zijn huis - De beschouwing van de aardbol en de overige hemellichamen - Martinus' verveling - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] Men leerde mij op aarde wel, dat er voor hen die goed zijn, een hemel is, die nog duizendmaal mooier zou zijn dan Peking, de grote keizerstad, en verhevener dan de majesteit van de blauwe bergen. Ik echter vind deze hemelse pracht nu heel leeg en ik vind, dat nooit de hoogste pracht van de hemelen, maar alleen een hart voor de ander eeuwig een hemel der hemelen blijft!
Hoofdstuk 95: Chanchah’s verlangen, het wezen van de Heer te doorgronden - Het recept van de Heer - Chanchah' s vurige liefde tot de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Wijze ouders beteugelen hun kinderen daarin op de juiste manier en leiden hen zo natuurlijk en moreel langs een goede weg naar het mooie doel van de mannelijke ontwikkeling. Domme ouders daarentegen, die hun kinderen alles geven wat hun ogen maar zien, maken apen van hen in plaats van mensen. Hun tot overstromens toe gevoede vlees raakt vol zinnelijkheid en hun geest wordt traag en tenslotte helemaal afgestompt voor al het hogere, goede en ware, zoals het je op aarde vooral in jouw land met duizendmaal duizend voorbeelden zeker maar al te duidelijk is gebleken.
Hoofdstuk 108: De gelijkenis van de wijze opvoeding van kinderen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Heiligste Vader! Ik wil met mijn mond niet ja en niet nee zeggen. Zie nu genadig in onze harten, die Uw heilige aanblik wel eeuwig onwaardig zijn. Deze harten zullen U een nog duizendmaal vuriger 'Ja' tegemoet zenden, dan de vurigheid van het wereldgezwel dat nu spoedig rijp zal zijn om open te breken.
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] MARTINUS zegt: 'Ah, dat zou ik niet geloofd hebben, dat dit ondier zich zo gauw zou schikken. Is dat dan de hemelse macht? Ik heb daaronder iets heel anders verstaan! Ik dank je, broeder, voor deze waarachtig hemels wijze les. Daardoor ben ik nu al weer duizendmaal wijzer geworden!
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] JOHANNES zegt: 'O duizendmaal nee! Want vrees voor een gedrag, waardoor men met jouw botte slechtheid aan jou gelijk zou kunnen worden, is iets heel anders dan onnozele angst voor jouw individuele wezen. De eerste zou voor een zuivere geest heel schadelijk kunnen worden, terwijl de tweede bij een sterke geest vanuit de Heer toch onmogelijk is en de zwakke geesten daarom niet kan schaden, omdat ze altijd de machtigste beschermgeesten om zich heen hebben!
Hoofdstuk 197: De woede van Satan - Martinus' vrees en de rust en duidelijkheid van Johannes - De onafhankelijkheid van de kinderen Gods van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[65] Terwijl die twee daar zo met elkaar stonden te discussiëren, stelde zich plotseling Mozes' geest tussen hen in, die zei: 'Vrede zij met u! Gods bestel is onveranderlijk, en alles wat Hij doet is goed! Want als het lichaam dan al sterft, sterft de geest nog niet! Houdt u aan de geboden en ruziet niet om mijn lijk, want ik, Mozes, leef nu voor eeuwig, zelfs al zou het lichaam waarin ik geleefd heb duizendmaal gestorven zijn!'
Hoofdstuk 11: Nachtelijk overleg van de tempelheren. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17