Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

12361 resultaten - Pagina 16 van 825

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[7] Ik zei: 'Ja, vriend, jij begrijpt heel veel aardse dingen niet, die je toch ziet en kent, - hoe wil je dan zuiver geestelijke dingen begrijpen, die je niet ziet of voelt? Ik heb toch gezegd dat God de mens met betrekking tot zijn innerlijke, geestelijke ontwikkeling niet met Zijn almacht leidend en sturend mag beïnvloeden, vanwege Zijn eeuwige ordening. Want als God dat zou doen, dan zou de mens een dode machine worden en nooit tot een volkomen vrij, zelfstandig leven kunnen komen.
Hoofdstuk 52: Noodlot of vrijheid van wil? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (De Heer): 'Denk echter niet dat dit zoiets is als wat bepaalde blinde wereldse geleerden 'voorbeschikking' noemen, alsof God al voor ieder mens voorbeschikt zou hebben wat hem in zijn korte of langere leven te wachten staat! Iets dergelijks te denken of te geloven kan voor de ziel de dood betekenen, omdat die leer een heimelijke uitwas is van de hel en het absolute tegendeel is van de ware levensprincipes van God voor de mensen. De mensen bepalen zelfhun lot door hun vrije wil verkeerd te gebruiken en niet alle zeven levensgeesten in zichzelf te willen opwekken, waardoor zij ook niet tot de ware aanschouwing komen van hun innerlijke, ware en onvergankelijke levensschat. Daardoor komen zij op zijwegen en willen dan ook in het licht van de wereld het ware, innerlijke levenslicht opzoeken en daar dan blijmoedig naar handelen en wandelen.
Hoofdstuk 52: Noodlot of vrijheid van wil? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Uit al die vele gedeeltelijke onthullingen van de innerlijke, geestelijke betekenis van Gods woord zal uiteindelijk een ware en grote licht en levensleer ontstaan, en deze leer zal dan het grote en nieuwe Jeruzalem zijn, dat uit de hemelen naar de mensen zal neerdalen. En wie in de nieuwe leer zullen zijn en leven, zullen in het nieuwe Jeruzalem wandelen en er eeuwig wonen, en aan hun grenzeloze zaligheden zal nooit een einde komen. Want Ikzelf zal bij hen zijn en zij zullen de talloze heerlijkheden van Mijn liefde, wijsheid en almacht aanschouwen.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Alleen degene die Mijn geboden zal houden, zal ook deze stad binnengaan en hem zal licht en leven gegeven worden; wie echter de geboden niet zal houden, zal ook niet in deze nieuwe stad komen. De twaalf soorten edelstenen waaruit de muur om de grote stad gebouwd was, waren eveneens weer een aanduiding van dezelfde twaalf geboden.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Wat Jacob in zijn droom zag, was precies wat Ik jullie allen nu meer dan genoeg duidelijk heb uitgelegd. De ladder is de band tussen het hart en het verlichte hoofd van de mens. Het hart is hier eveneens de aarde die Jacob zag en die destijds ook in hem, toen hij zich in grote nood en verlegenheid bevond, te woest, verlaten en slecht verlicht was. Maar juist in die toestand begon hij veel aan God te denken, en hij dacht na over wat hij mogelijkerwijs gedaan had dat God hem in zulke grote moeilijkheden had laten komen. Toen sliep hij buiten op het veld in en zag in zichzelf de verbinding tussen zijn hart-aarde en de lichthemel in zijn hoofd. Toen zag hij hoe de gedachten, ideeën en begrippen van zijn hoofd als langs een ladder afdaalden naar zijn hart, het verlichtten en troostten, en zo, door de verhoogde liefde van het hart zelf levendiger en gesterkt weer omhoog naar God stegen om daar weer meer en sterker verlicht te worden. En als je nu naar het hele verloop van Jacobs leven kijkt, dan zul je zien dat hij van toen af aan steeds meer aan God dacht en ook steeds strikter volgens de wil van God leefde.
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Dat zulke capaciteiten in jullie mensen aanwezig zijn, kunnen jullie heel gemakkelijk en juist opmaken uit jullie droombeelden, wanneer die helder zijn, want daarin worden jullie innerlijke gedachten, ideeën en begrippen tot realiteiten en worden ze levend en krijgen ze vorm; jullie kunnen je daarmee als met echte objecten bezighouden. Wel,jullie weten natuurlijk niet hoe dat in zijn werk gaat, dat jullie je in je dromen in een heel gewone wereld temidden van mensen bevinden, die vaak heel wijs met jullie spreken en van alles doen; maar dat is voorlopig niet belangrijk. Als jullie op de manier die Ik jullie heb uitgelegd in de geest uit Mij zijn wedergeboren, zullen je alle geheimen van je leven en de reden daarvan duidelijk worden; maar voorlopig kunnen jullie als een heldere waarheid aannemen, dat ieder verschijnsel in het leven van de mens een zeer wijze en ware reden heeft, daar het anders nooit of te nimmer in de mens te voorschijn zou komen.
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] En zie, precies zo'n leven zouden de mensen hebben als Ik hen door Mijn almacht of door zulke tekenen zou dwingen, die hun geen ruimte voor vrije gedachten meer zouden laten. En derhalve is een vrij ongeloof voor de mens oneindig veel beter dan een door wondermiddelen afgedwongen geloof; want de volkomen en zelfstandige vrijheid van wil in de mens is Gods grote plan in de mens. De mens kan wel zonder enige schade door God onderwezen worden in wat hij moet doen om in zichzelf tot levensvoleinding te komen; maar door God alsook door een andere geest mag hij daar nooit met kracht toe gedwongen worden. Want wordt hij dat, dan is de mens gericht en dus volkomen dood, en dan bestaat hij helemaal niet meer als een vrij en zelfstandig wezen.
Hoofdstuk 62: Verwijzing naar het zesde en zevende boek van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Ik zei: 'Vriend, wat er gebeurde was helemaal in orde! Want zolang je niet enigszins van jezelf vervreemd raakt, ben je bepaald nog niet erg dicht bij het Godsrijk; maar als je jezelf eenmaal wat vreemd begint voor te komen, is dat een teken dat je geest binnen in je een beetje wakker is geschud en in je ziel een beetje een stap voorwaarts heeft gedaan. En omdat je dat in je leven in zekere zin voor het eerst bespeurt, is dat juist een teken dat je innerlijke geest wat meer in beweging is gekomen. En dat kun je altijd als een heel goed teken beschouwen. Dat zal je nog meerdere malen en op een steeds duidelijker manier overkomen.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Toen Lazarus uitgesproken was, had Rafaël het teken ook al bij de hand, en toen de twintig het tempelteken van hun kleren hadden afgehaald, gaf Lazarus hun het bewijs dat zij in zijn dienst waren genomen. Bovendien gaf hij elk van hen zeven muntstukken als reis en verblijfsgeld tot aan hun nieuwe plaats van bestemming en zei: ' Als jullie goed voor mij werken en volgens de ware geboden van Mozes leven, krijgt elk van jullie behalve kost en inwoning, jaarlijks nog honderd zilverlingen loon. En ga nu op weg zodat je niet te laat in de nacht aankomt! Binnenkort zal ik zelf daarheen komen en zien wat jullie in mijn dienst presteren.'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Wat hebben jullie aan dit uiterlijke leven als je daarmee je innerlijke geest niet wakker, vrij en machtig weet te maken! Een mens wordt pas een mens als hij zichzelf in zijn geest heeft gevonden; maar bij jullie levenswijze gaat dat eeuwig niet, omdat jullie je daarmee alleen maar steeds verder van het doel, een waar mens te worden, verwijderen, in plaats van er ook maar iets dichterbij te komen.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] De man zei: 'Dat zal wel moeilijk zijn voor jullie, die al te vol zitten met de hele wereld en de bekoring van haar lusten en niet eens het flauwste besef hebben van één, enige ware God. Want het belangrijkste is het kennen van één ware God en daardoor jezelf leren kennen en door de geest uit God de wetten die je precies moet houden om vervolgens tot het innerlijke, ware leven te kunnen komen. Maar dan moet je serieus met de hele wereld en haar ijdele lustprikkels breken, -en dat zal jullie bij de manier van leven die je vanouds gewend bent, heel moeilijk lukken.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[25] Deze belofte gaven ook de andere Romeinen, en Ik zei: 'Dat is goed, en waar jullie werkelijk in Mijn naam bijeen zullen komen, zal Ik in de geest bij jullie zijn en jullie al het goede en ware helpen uitvoeren! Maar wat Ik jullie zeg, is en blijft eeuwig waar; want waarlijk, waarlijk, Ik zeg jullie: Hemel en aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden en hun vervulling nooit in der eeuwigheid! Handel daarom allen altijd in Mijn naam, dan zal Ik jullie altijd helpen en jullie het eeuwige leven geven!'
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Het volk is derhalve volkomen gelukkig als het zich maar aan de voorgeschreven wetten houdt. Maar als volgens ons beste weten en geweten het volk in natuurlijk en geestelijk opzicht gelukkig is en onze bedriegerijen daar juist toe bijdragen, kan een mogelijke waarachtige, grote, wijze en almachtige God dus niet boos op ons worden en zijn toorn over ons laten komen; want hij kan immers nooit willen dat de mensen op deze aarde zo ongelukkig mogelijk leven. Zou hij echter de manier niet goedkeuren waarop wij door onze slimheid en bekwaamheid het hele volk gelukkig maken - en dat voor alle tijden -, dan zal het hem toch niet onmogelijk zijn ons te kennen te geven hoe hij het Indische volk geleid en bestuurd wil hebben.
Hoofdstuk 98: De bekentenis van de hoofdmagiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Jullie meenden weliswaar in de wereldse blindheid van je goede leventje dat een God Zich, als het allerhoogste wezen, alleen maar zou kunnen openbaren aan de ingebeelde allerhoogste heersers van deze wereld; want de waarde van iemand uit het volk achten jullie veellager dan die van een dier. Maar daarmee vergisten jullie je deerlijk; want God is juist de deemoedigheid, de zachtmoedigheid, het geduld, de eeuwige liefde en de erbarming Zelf, en is altijd alleen maar diegenen toegedaan die net zo zijn als Hij Zelf van eeuwigheid was, en Zijn eeuwige, heilige spreuk luidt: 'Laat de kleinen en geringen tot Mij komen; want van hen is het hemelrijk, het rijk van de liefde, de wijsheid, de waarheid en het eeuwige leven!'
Hoofdstuk 104: De schuld van de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] De magiër zei: 'Dat u een buitengewoon wijs man bent, is nu wel helemaal tot ons doorgedrongen; want zo'n alwetende en alziende eigenschap hebben we slechts éénmaal in Opper-Indië bij een Birmaan aangetroffen, die ons echter niet wilde vertellen hoe een mens aan die gave komt. We vroegen hem daar wel zeer nadrukkelijk naar; maar hij gaf ons ten antwoord: 'Jullie zijn daar niet rijp voor en weten niets van een innerlijk leven in de mens. Maar reis in de richting waar de Orion ondergaat en de andere sterren die hem in steeds dezelfde eeuwige orde begeleiden, daar zullen jullie jezelf beter leren kennen!' Maar dat was dan ook alles wat wij van de wijze man te weten konden komen.
Hoofdstuk 117: Wezen en zetel van de waarheid. Het zoeken van de drie magiërs naar de waarheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...