Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5699 resultaten - Pagina 16 van 380

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[2] Zijn zee en al zijn wateren vullen zich met leven, en de mens herkent en aanschouwt in zijn nu zuiver goddelijk ongeschapen licht de onbeperkte en eindeloos afwisselende overvloed van creatieve ideeën en vormen en realiseert zich op deze wijze zijn zuiver goddelijke afkomst. En het verhaal van de schepping van de eerste mens is de afbeelding van de algehele menswording of het verkrijgen van het volkomen kindschap van God.
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg tegen jou en jullie allen: Zo ver is het nu gekomen, dat alle mensen totaal verloren zouden zijn, als Ik, de Heer Zelf, niet in de wereld was gekomen om jullie te verlossen van het juk van de satan en diens eeuwige verderf; en Ik Zelf zal het uiterste moeten doen, om aanvankelijk slechts het kleinste deel van de mensen op te heffen in het ware hemelse licht.'
Hoofdstuk 166: Adam en Eva - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Wie niet in zijn hart leert over God, die blijft in de nacht van de wereld, en het licht des levens zal eeuwig verre van hem blijven!
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar wie niet verlicht wordt door het ware licht des levens dat uit God straalt, die is dood, ook al had hij in de wereld alle engelenwijsheid geleerd! Hoe lang heeft hij daar wat aan?
Hoofdstuk 168: Het heilige woord, de wereld en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Maar de oude had gehoord wat de drie engelen tegen de vrouwen zeiden; daarom ging hij naar hen toe en zei: 'Ik heb zojuist gehoord, dat u de naam van mijn stamvader hebt genoemd en u liet toen merken dat mijn naam u niet onbekend is; door Gods genade gaf u het dode oog van de oude Tobias weer licht en leven.
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Kijk, beste en eeuwige vrienden van God, binnenkort wordt ik volledig blind; met het ene oog zie ik al niets meer, en het andere begint ook al veel zwakker te worden. Wat zou u er van denken om mij het volle licht van mijn ogen weer te geven? Dat zou voor u toch met weinig moeite mogelijk zijn! Help mij alstublieft!'
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De engelen antwoorden: 'Zie je Hem dan niet, die daar voor je met Kisjonah naar het hoogopvlammende vuur kijkt en luistert naar de zangen en psalmen van de herders? Niet wij, maar Hij heeft de oude Tobias het licht van zijn ogen weergegeven! Ga naar Hem; Hij is de Heer en kan doen wat Hij wil; Hij alleen kan je het licht van je ogen weergeven! Uit ons zelf zijn wij tot net zo weinig in staat als wat jij uit jezelf kunt. Wij zijn slechts Zijn dienaren en wachten op Zijn bevelen.'
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Na deze woorden van de drie engelen gaat de oude naar Mij toe en vraagt Mij om het licht van zijn ogen. - Dan zeg Ik: 'Je was toch altijd zo'n onverzettelijke Farizeeër en een verheerlijker van de tempel in Jeruzalem en je hield Mij toch voor een Esseen, een magiër en nog meer van dat fraais; hoe kom je dan nu aan dat geloof!'
Hoofdstuk 170: De genezing van de blinde Tobias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] De Farizeeën zeggen: 'Kunnen we dan nog een poosje gaan rusten?' Ik antwoord: 'Beslist wel! Want de aarde heeft het licht van jullie ogen niet nodig bij zonsopgang, maar wel het licht van Mijn ogen, opdat het licht worde in de diepte!'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] De oude Tobias zegt: 'Ik begrijp het wel en blijf daarom ook hier buiten; misschien wordt het in mijn diepte dan ook licht.'
Hoofdstuk 173: Vastgeroest in hun wereldse voorschriften. (4.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Laat ze maar; heel vlug zullen er zich verscheidene gelegenheden voordoen, en wel nog voordat we helemaal beneden zijn, waarbij we hen hun sabbat onder de neus kunnen wrijven. Maar dit betekent nog niets als je weet hoe slim ze hun sabbat ontduiken als ze dat willen en de sabbat in hun synagoge hen geen rijke oogst voorspelt: -dan doen ze ramen en deuren dicht, zodat de zon haar licht niet kwijt kan in de vertrekken van zulke ogendienaars, en op die plaats en op dat ogenblik is er dan geen sabbat in het huis! Ook een dag zonder zon geldt niet als een hele sabbat tenzij ze in hun synagoge hun zevenarmige kandelaar aansteken, maar zoiets kost natuurlijk altijd een rijkelijk offer! Daarom hebben ze dan ook altijd liever een sombere sabbat dan een vrolijke zoals vandaag.
Hoofdstuk 175: Sabbatsheiliging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Ik zei: 'Jullie zijn nog behoorlijk zwak en blind, dat je zoiets niet direkt ziet! Kijk, dat gebeurde opdat jullie zouden bemerken, dat wat de profeet Jesaja over Mij geprofeteerd heeft nu in vervulling ging, toen hij (Matth.12:17) het volgende zei: 'Zie, dit is Mijn knecht, Die Ik heb uitgekozen, en Mijn geliefde, Waaraan Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel aan de heidenen verkondigen (Matth.12:18). (Onder oordeel wordt hier waarheid.licht en leven verstaan; want de waarheid zorgt voor een rechtvaardig oordeel.) Hij zal geen ruzie maken en schreeuwen, en men zal Zijn roepen niet in de straten horen. (Matth.12:19) Het gekneusde riet zal Hij niet breken en de smeulende lampenpit zal Hij niet doven, totdat Hij het oordeel uitvoert. (Matth. 12:20) En de heidenen zullen op Zijn naam hopen.' (Matth. 12:21)
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ook vraagt Kisjonah Mij of hij een vuur in het schip zal aanleggen, omdat de nachten aan het water, ondanks de zeer grote hitte overdag, gewoonlijk toch nog behoorlijk koel zijn. Ik stem daar mee in, en in de grote vuurpan waarin zich een hoeveelheid zuivere hars, olie en ander licht brandbaar materiaal bevindt, wordt meteen vuur gemaakt; deze grote scheepstoorts stond al gauw in lichterlaaie en gaf over de hele omgeving een intens licht. Dat lokte al heel snel een aantal kijklustigen uit het plaatsje naar de oever, en daaronder waren er die Mij vanaf de dichtbij zijnde oever in het schip herkenden, en die begonnen te juichen, omdat Ik, de bekende wondergenezer, in hun gebied was gekomen; want er waren daar veel zieken.
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] 'Ah', zegt Kisjonah, 'nu gaat me een licht op! Deze knaap is er zeker net zo een, als die drie die ons op de bergtop gediend hebben?' Ik antwoord: 'Jawel, maar vraag en raad nu niet langer, anders wordt het te laat!'
Hoofdstuk 195: Kis. Weerzien met Jaïruth en Jonaël. (1.6.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Kisjonah overziet de veertig grote tafels, die in de grote eetzaal aangericht en zeer goed voorzien zijn, en er ontbreekt niets; stoelen en banken staan sierlijk opgesteld en er staan ruim voldoende lampen voor de verlichting tijdens de avondschemering op alle tafels en ze branden reeds met zuivere vlammen en geven een helder licht!
Hoofdstuk 196: Engelenwerk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...