Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8806 resultaten - Pagina 16 van 588

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[18] Kijk, daar op de trap van de tempel zit een blindgeboren meisje van twaalf jaar oud! Ze is de lieveling van haar welgestelde ouders, en zij zouden er alles voor geven als haar het gezichtsvermogen gegeven kon worden! Wend jullie dus allemaal tot jullie God met de bede of hij de ogen van dat blinde meisje wil openen! Want zulke blinden kan geen mens op de hele aarde genezen; dat kan alleen een almachtige God. Als jullie God het blinde meisje geneest, dan willen ook wij ons voor hem buigen; maar als hij haar niet geneest, zoals te verwachten valt, dan zal Ik haar genezen met de kracht van de geest van onze God, die in Mij woont, maar nadat het meisje ziende is geworden, zal Ik vanaf de plaats waar Ik nu sta ook de tempel met het afgodsbeeld in één ogenblik zodanig vernietigen, dat jullie niet eens meer de plaats zullen herkennen waar nu de tempel met het afgodsbeeld staat. Ga en vervul de aan jullie gestelde voorwaarde!'
Hoofdstuk 31: Het heidense dorp met de tempel van Mercurius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kijk, zo oordelen wij Joden, die goed thuis zijn in de Schrift; maar jullie, die gewend zijn om van iedere buitengewone verschijning een god te maken, houden zo'n van Gods geest vervulde mens des te eerder meteen voor de ware God, omdat hij voor jullie ogen tekenen heeft gedaan die zeer beslist alleen God kan doen. Maar toch doet hij dergelijke ongehoorde wonderen niet vanuit zijn eigen menselijke kracht, maar alleen door de macht van Gods wil, die hem voor een poos is verleend. Zo is het hiermee gesteld, en ik ben ervan overtuigd dat hij geen ander getuigenis over zichzelf zal geven.'
Hoofdstuk 34: Het meningsverschil over de persoonlijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Na deze woorden werd het blinde oog van de zoon ziende; vader en zoon schrokken gewoonweg van deze plotseling genezing, en de zoon zei: 'Vader, deze man moet in een veel nauwere verbinding staan met die grote Godmens,dan al die anderen die mij in Zijn naam hebben proberen te genezen! Die zeiden: 'In de naam van de Heer Jezus Jehova zij er licht in je oog!' en zie, toch bleef ik blind. Maar deze man zei: 'Ik wil dat jouw zoon Jorab ziet! Het zij zo!' Onze vriend heeft mij dus door zijn eigen macht genezen, toen hij zei: 'Ik wil het!' Daarom is Hij de grote Godmens Zelf en niemand anders! En jij, vader, bent nog halfblind in je ziel, als je dat niet onmiddellijk opmerkt - en Hij, Hijzelf is de meest getrouwe afbeelding van Zichzelf vol leven, macht en kracht van God; want alleen God kan zeggen: 'Ik wil het!' een mens kan echter alleen maar zeggen: 'Moge God de Heer dit of dat willen.'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Ja, ja, - daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben! En op dezelfde manier is ook het woord dat uit Mijn mond komt krachtiger en werkzamer dan wanneer het door de profeten gesproken wordt; maar hun woorden kunnen in ieder mens tot dezelfde kracht versterkt worden, wanneer ze in de wil en het hart van de mens door de daad goed toebereid worden.
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Waar echter nog enige waarheid en het leven daarvan in het hart van een mens woont, krijgt ook een hogere waarheid gemakkelijk ruimte, die dan het levende geloof en de kracht daarvan voortbrengt. En dat was bij deze metgezel van jullie het geval, en daarom heb Ik het ook laten gebeuren zoals hij geloofde. Dat is de reden van jullie ongeloof en hardheid van jullie hart, die jullie even blind maakt en houdt als jullie soortgenoten overal in het hele land der Joden. Nu heb Ik gesproken en zal Ik weer naar de herberg gaan.'
Hoofdstuk 77: In de beschadigde synagoge - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik ben niet door mijn eigen wil en mijn eigen kracht mens geworden, maar door een ondoorgrondelijke wil en de even ondoorgrondelijke kracht en macht daarvan. Kan ik er soms iets aan doen als deze kracht en macht mij niet zo hebben geleid, dat ik nooit aan hun bestaan had kunnen twijfelen? Laat mij nu dus nadenken, om in mijzelf de weg te vinden waarlangs de aloude waarheid opnieuw herkenbaar wordt; spreek daarna pas met mij!'
Hoofdstuk 78: De geestelijke duisternis van de schriftgeleerde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen hij zijn beker helemaal leeggedronken had, zei hij (de schriftgeleerde): 'Werkelijk, dit is een van die tekenen die zich op geen enkele natuurlijke manier laten verklaren! Allerlei soorten zieken enkel door een meer dan vast geloof en een onbuigzame wil te genezen, dat heeft volgens oude sagen en overleveringen onder de mensen al eens bestaan; want er zijn, al is het ook sporadisch, hier en daar nog geheel en al onbedorven mensen, die een meer dan grote en even sterke levenskracht bezitten. Als zulke mensen met hun geloof en wil op een zieke willen inwerken, wordt de zieke als het ware doordrongen en vervuld van een stroom levensvuur en kan in één ogenblik gezond worden; over dergelijke genezingen weet men veel uit de oude geschriften van bijna alle ons bekende volkeren. Zo weet men ook dat er mensen bestaan hebben die al naargelang hun goede of kwade goeddunken bij klaarlichte dag allerlei dingen konden toveren en ook andere dingen konden doen, die een natuurlijk mens wonderbaarlijk moesten voorkomen. Maar oude, lege wijnzakken en andere vaten enkel door de wil ten eerste in een bruikbare staat te brengen en ze vervolgens ook met de zuiverste, beste wijn te vullen, dat is iets waar geen enkele van alle kronieken en oude sagen iets over kan vertellen. Dit beschouw ik dan ook als een bovenmenselijk teken, dat zonder een grote overvloed aan echt goddelijke kracht niet tot stand gebracht zou kunnen worden -en nu begin ook ik te geloven dat U werkelijk de Gezalfde Gods bent!'
Hoofdstuk 82: Het wijnwonder en de gevolgen ervan (11.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[13] Ik zei: 'Daar doe je goed aan, als je dat gelooft; degenen die in hun geloof 'Heer, Heer en Meester' tegen Mij zullen zeggen, zullen Mijn rijk des levens echter niet geheel en al binnengaan, maar alleen diegenen die volgens Mijn leer zullen handelen en leven. Want Mijn woorden zijn leven en goddelijke kracht, als ze metterdaad door een mens worden uitgevoerd; maar bij mensen die de woorden wel horen en ze ook in hun herinnering bewaren, maar er niet naar handelen en leven, hebben ze geen nut voor het eeuwige leven van hun ziel, - maar zullen daarentegen voor hun tot een gericht zijn, wat de andere dood in het andere leven is. Ik heb het jullie nu gezegd, opdat niemand zich kan verontschuldigen dat hij het niet zou hebben geweten!'
Hoofdstuk 82: Het wijnwonder en de gevolgen ervan (11.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Maar als louter leraren en niet als mensen die zelf Mijn leer toepassen zullen ze niet in staat zijn tekenen te doen; want de kracht om tekenen te doen gaat niet uit van het verstand, maar van het levende geloof en de vaste wil tot handelen. Want het verstand van de hersenen is een dood werelds licht van de mens, dat nooit in de meest innerlijke regionen van de geest en zijn kracht kan doordringen; maar het levende geloof in het hart is het ware levenslicht van de ziel, dat in haar de geest wekt en ervoor zorgt dat die de hele mens doordringt. En als de mens van de geest doordrongen is, dan is hij ook doordrongen van de alvermogende kracht daarvan; en wat de levende geest wil, die dan met de ziel één wezen vormt, dat gebeurt, en de wil is dan al een volbracht werk.
Hoofdstuk 83: Over de boom des levens en de boom der kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Je hebt het beeld heel juist en naar waarheid opgevat, en het was op zijn plaats om het hier met een paar woorden weer naar voren te halen. Maar opdat iedereen het door jou aangehaalde beeld volgens het oordeel van zijn eigen verstand nog duidelijker begrijpt en het nu een gunstig moment voor ons is, zal Ik jullie een ander beeld geven, waarmee jullie nog duidelijker zullen zien hoe een waar mens niet moet aflaten te bidden en te vragen, als hij de ware kracht van Mijn rijk in zichzelf wil bereiken. Luister dus!
Hoofdstuk 88: Waar onophoudelijk bidden toe leidt De gelijkenis van de verdrukte weduwe en de hardvochtige rechter (Luc.18:1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] U wilt Zelf dat wij met ons onophoudelijke bidden en vragen werkelijk tot uitentreuren bij U moeten komen, voordat U ons verhoort, want daardoor wilt U dat ons vertrouwen in U aldoor en in toenemende mate geoefend wordt, waardoor wij uiteindelijk zo sterk kunnen worden dat wij onze eigen dag des levens, die Uw rijk in onszelf is, kunnen bereiken; daarin dragen wij dan als Uw kinderen in Uw geest en wil in het hart van onze ziel zelf iedere hulp en kracht en zullen we U verder niet aldoor lastig hoeven te vallen met bedelen in de nacht van ons leven. Want nu moet de mens m zijn zwakheid van zijn levensnacht hulp zoeken; maar als hij eenmaal door Uw genade zelf sterk en machtig is geworden, dan kan hij zichzelf?elpen! - Heer, heb ik het beeld dat U destijds gegeven hebt overeenkomstig de waarheld begrepen?'
Hoofdstuk 87: Het oefenen in geloof en vertrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] U voegde er nog iets aan toe, U zei dat God Zijn uitverkorenen, die zich reeds in de kracht van het geloof en het vertrouwen bevinden, als een liefdevolle Vader zeker nog eerder zal verhoren, wanneer ze op hun reeds bereikte innerlijke levensdag maar ook in hun nacht, die af en toe nog gemakkelijk kan terugkeren, tot Hem om hulp roepen. Daarin komt U niet meer naar voren als nagenoeg onverbiddelijke wereldse rechter, die, omdat hijzelf God is, God niet hoeft te vrezen en ook geen enkel mens, maar als een Vader van degenen die hun innerlijke levensdag reeds hebben bereikt. Zo heb ik het opgevat en ik geloof dat ik mij niet vergist heb.
Hoofdstuk 88: Waar onophoudelijk bidden toe leidt De gelijkenis van de verdrukte weduwe en de hardvochtige rechter (Luc.18:1-8) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] In die tijd zal Ik pas de oude boom der kennis zegenen, en daardoor zal de boom des levens in de mens weer zijn oude kracht herkrijgen, en dan zal er voortaan slechts één herder en één kudde zijn!
Hoofdstuk 89: Hoe het in de toekomst met het geloof gesteld zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Deze zei (Judas Iskariot): 'Heer en Meester, U hebt nu in duidelijke beelden gesproken, wij hebben die ook begrepen, en iedereen weet nu nog overtuigender dan eerst wat hij moet doen om tot het rijk Gods in zichzelf te komen; maar desondanks is het toch geen gemakkelijk werk om datgene in zichzelf tot levende kracht te bewegen, wat in de mens nog even onbeweeglijk rust en sluimert als de kiem in een zaadkorrel. Die moet eerst in goede aarde gelegd worden en volledig afsterven, opdat de alles tot stand brengende geest in de kiem kan ontwaken en zijn eigen activiteiten kan gaan ontplooien volgens de in hem wonende intelligentie; want uit een zaadkorrel, die droog in een schuur ligt, groeien ondanks het mooiste voorjaar en de mooiste zomer nooit een halm, een aar en rijpe korrels!'
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Tot aan de mens zorgt Gods liefde, wijsheid en macht er geheel en al voor dat de ontwikkeling van het oergeestelijke leven, dat in wereldse materie verdikt en verhard vastgehouden wordt, stap voor stap in een steeds grotere voleinding overgaat en zich verder ontwikkelt; maar bij de mens, als sluitsteen van de ontwikkeling van het geestelijke oerleven, verloopt dit noodzakelijkerwijs anders. Wat zijn materiële lichaam betreft is de inrichting ervan ook nog voor het grootste deel afhankelijk van Gods liefde, wijsheid en macht, -maar zo is het niet met de ontwikkeling van de ziel en haar geest. Aan die ziel is inzicht gegeven, verstand, een vrij denkvermogen, een volkomen vrije wil en de kracht om te handelen zoals zij denkt dat het goed en nuttig is.
Hoofdstuk 102: De taak van de menselijke ziel op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...