Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

338 resultaten - Pagina 16 van 23

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23
[21] Maar toen ik na korte tijd de heilige Vader jullie allen zo liefdevol aan Zijn borst zag drukken, toen viel een zware steen, als de aarde zo zwaar, mij opeens van het hart dat nog zo van leed vervuld was, omdat ik jullie, kinderen, voor mij, je liefhebbende vader, verdrietig moest zien vluchten!
Hoofdstuk 54: De vaderen ontvangen de twaalf. Seths spraakgebrek door Abedam genezen. De spijziging van de twaalf - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Waarlijk, ik zeg je, groot en zwaar was je eerste belangrijke fout, dat je Mijn gebod vergeten was en je je hebt laten bedwelmen en flink hebt laten bedriegen door je eigen slang, waardoor hemel en aarde uit hun voegen gelicht werden. Maar toch had dat allemaal eerder en gemakkelijker goedgemaakt kunnen worden dan die vele vervloekingen die je wegens Kaïns misdaad over de armzalige laagte hebt uitgesproken!
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Zijn eindeloze liefde en erbarming zag dat deze weg voor de gevallenen te eindeloos zwaar was; Hij vergat daarom nog meer Zijn eindeloze heiligheid, daalde op de wijde vleugelen van Zijn almacht Zelf langs al die eindeloze treden naar ons af en wel zo als Hij hier voor ons staat, een mens naar kleur en gestalte aan ons gelijk; zo wilde Hij ons ten eerste de weg besparen die we eeuwig nooit geheel zouden kunnen beklimmen en dan vervolgens het Allerhoogste, het Ondenkbaarste te worden voor ons, de allergeringsten van al Zijn schepselen, die zich vrijwillig op de meest boosaardige manier van Hem afgekeerd hebben en als enigen zo allerdiepst gevallenen zijn.
Hoofdstuk 115: Adams luide lofprijzing over Gods erbarming en Zijn menswording in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Mijn wijsheid is veel gelatener en neemt de zaak niet zo zwaar en letterlijk als de jouwe.
Hoofdstuk 128: De verwondering van Abedam, de andere, over de levenafwijzende visie van Enos. De geruststellende woorden van de Heer tot Abedam, de andere - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Poch niet te veel met je zware hamer, anders kon die wel eens te zwaar voor je worden!'
Hoofdstuk 190: Sethlahems opdracht aan de vrouwen en meisjes. Thubalkaïns aankomst. Het gesprek tussen Kisehel en de ruwe Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] En Lamech zei daarop tegen Thubalkaïn: 'Heb ik je niet van tevoren gezegd: `Neem je in acht, opdat je hamer je niet te zwaar wordt!' Zie, de voorspelling van je vader is uitgekomen; zie daarom maar zelf hoe je het met deze afgezanten van de grote God klaarspeelt!
Hoofdstuk 191: De brutale Thubalkaïn, verlamd door de macht van Kisehels wil, wordt tot vriendelijkheid en waarachtigheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Ja, - van dat standpunt uit bezien zou mijn hamer wel eens iets te zwaar kunnen worden, en het zal daarom wel raadzamer en beter zijn om hier mijn toevlucht te nemen tot vriendelijkheid en me te schikken totdat er een andere wind gaat waaien!
Hoofdstuk 191: De brutale Thubalkaïn, verlamd door de macht van Kisehels wil, wordt tot vriendelijkheid en waarachtigheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Maar toen hij hem wilde optillen en wegdragen, zie, toen werd de plaat plotseling zo zwaar, dat het hem volslagen onmogelijk werd die te verplaatsen.
Hoofdstuk 234: Lamechs vergeefse poging om de voor hem te zware heilige tafel te dragen. 'Zonder Mij zijn jullie tot niets in staat, maar met Mij werkelijk tot alles!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] 'O Heer en heilige Vader, zie genadig neer op mij, ik ben een grote dwaas! Ik, een allergrootste domkop, wilde zonder U Uw heiligdom optillen en het volgens Uw genadige opdracht hierheen brengen; maar toen ik, armzalige sukkel, dat probeerde en omdat hij zo oneindig zwaar was, niet in staat was de heilige plaat van zijn plaats te krijgen, werd het mij pas duidelijk dat men zonder U niets kan - en wel het allerminst wat U rechtstreeks betreft -, maar met U, in U en door U, wel alles, o heilige, liefdevolle Vader!
Hoofdstuk 234: Lamechs vergeefse poging om de voor hem te zware heilige tafel te dragen. 'Zonder Mij zijn jullie tot niets in staat, maar met Mij werkelijk tot alles!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Ga dan nu met Mij, en Ik zal met jou zijn; dan zullen wij zien of die plaat nog wel zo onoverkomelijk zwaar zal zijn!'
Hoofdstuk 234: Lamechs vergeefse poging om de voor hem te zware heilige tafel te dragen. 'Zonder Mij zijn jullie tot niets in staat, maar met Mij werkelijk tot alles!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Hoe zwaar een wet van Mij is, heb jij, Lamech, aan de plaat ondervonden, toen je die op wilde tillen zonder Mij!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Neen, zeg je; want hij was oneindig maal te zwaar voor je!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Om echter jou en je volk zoveel mogelijk voor het gericht te sparen, omdat het vervullen van Mijn wet te zwaar, ja voor jullie geheel en al onmogelijk is, geef Ik jullie ook geen gebod dan alleen dat van de liefde - wat eigenlijk geen gebod is, omdat de liefde eigenlijk ieders geheel eigen leven is -, en dat jullie Mijn naam niet ijdel gebruiken - want het is de naam van God, die eeuwig heilig, heilig, heilig is! -, en dat jullie altijd geloven dat Ik alleen de enige God en Schepper van hemel en aarde ben en van nog talloze zonnen en werelden in Mijn oneindigheid!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Moet een steen niet zwaar zijn om vastheid te kunnen geven op en in de aarde? Zie, dat is een gericht van de materie van de steen!
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Jullie wil Ik verlossen van hetgeen je zo zwaar drukt; maar alleen jullie en aan niemand anders zal het verteld worden! Luister dus naar Mij:
Hoofdstuk 27: De door God gewilde beperking van de menselijke kennis. De uiteenzetting van de Heer over het mannelijke en het vrouwelijke in God en mens. De schepping van Lucifer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23