Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2102 resultaten - Pagina 16 van 141

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[8] Maar die mensen, die door de vlijt van hun handen zeer rijk zijn geworden onder invloed van de hemelse genade, zijn een goede en edele vrucht van deze aarde. Zij zijn voortdurende verzamelaars voor de zwakken en armen, bouwen steeds nieuwe woonplaatsen voor de daklozen en weven kleding voor de naakte broeders en zusters. Daarom zal hun loon eens ook groot zijn, want zij dragen de mooiste en hoogste hemel reeds op deze aarde in zich!
Hoofdstuk 192: Zegen en vloek van de rijkdom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] De AFGEVAARDIGDE zegt: "Zeker, verheven en wijze vriend! Maar men mag er toch wel van uit gaan dat er niet veel van dat soort mensen zijn en deze zeer sporadisch voorkomende zwaluwen maken nog lang geen zomer. Deze verstandelijke geleerden zij.n echter uiteindelijk toch veel toegankelijker voor de waarheid dan al die zwarte helden van het duistere bijgeloof, vooral als dat een geloof om den brode is geworden! Met zo iemand is helemaal niet te praten en die probeert alles, wat hem ook maar enigszins zou kunnen benadelen, te vuur en te zwaard te vervolgen. Dat ondervinden wij van de zijde van onze priesters, voor wie nu geen middel meer te slecht is om daarmee hun snode bedriegerijen voor vervolging te beschermen!
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De rampzalige, zevende dag brak aan als een onontkoombaar noodlot en men ging feestelijk gekleed naar het paradijs van de koning. Daar was alles vlammen en licht. Van alle kanten straalde goud en edelgesteente meer dan de helderste sterren aan de nachtelijke hemel, en muziek en gezang gonsde door de met dicht loof omzoomde lanen van de grote tuin. De beiden behoefden echter niet lang te wachten aleer zij door onze hoveling ontdekt werden en meteen in de grote tuintempel aan de koning werden voorgesteld en door hem vriendelijk werden ontvangen. In het midden van de grote zuilentempel waren een groot aantal onbeschrijflijk mooie tafels en zijden kussens geïnstalleerd en op de tafels stonden grote gouden schalen vol met de heerlijkste gerechten, en in grote kristallen bekers schitterde kostelijke wijn en nog een aantal andere kruidendranken.
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zei: "Vriend! Adam en zijn eerste nakomelingen hadden tenten noch hutten, of zelfs gerieflijk ingerichte huizen. De aardse bodem en een schaduwrijke boom was alles voor hen en zij rustten heel veel nachten onder de vrije hemel en waren gezond en sterk. Zelfs geen deken voor hun lichaam konden zij maken. Een.krans van vijgenbladen ter bedekking van hun schaamte, was hun hele lichaamsbekleding en allen bereikten een leeftijd van enige honderden jaren! Thans hebben de mensen echter alle levensgemakken uitgevonden en in de plaats van één verloren aards paradijs er zelf vele honderdduizenden geschapen en kijk nu is een leeftijd van honderd jaar een wonder geworden!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar herinner je eens, hoe vaak Ik deze valse afstammelingen van Mozes en Aäron door de mond van geheiligde profeten heel ernstig heb laten vermanen en hoe vaak Ik hen met de strengste roede heb getuchtigd! Wat heeft dat echter voor nut gehad? Het ging een poosje weer beter, maar daarna al gauw weer nog slechter dan vroeger, tot het nu zo slecht is geworden dat het wel nooit meer slechter kan worden. Zij hebben de maat van alle slechtheid vol gemaakt, nog slechts een paar druppels en dan zal het overlopen en allen, als een zondvloed van Noach, de ondergang brengen. Daar kun je volledig van verzekerd zijn!
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] O, jullie broeders allemaal, wat aarzelen jullie nog om je te verheffen en Hem boven alles te prijzen, terwijl je nu toch net zo goed als ik moet weten wie je voor je hebt?! En mochten jullie het soms toch niet helemaal weten dan zeg ik jullie allen: Hier is Hij, de Heer, de eeuwige Vader. Hemei en aarde zijn vol van Zijn grote en eeuwige heerlijkheid! Loof, loof Hem met mij, help mee, jullie die reeds groot geworden zijn in Zijn grote genade en erbarming!" .
Hoofdstuk 224: Het dankwoord van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Bij mensen van ook maar enige ontwikkeling zou in het gunstigste geval een wijs woord ook zonder wonderdaden wel voldoen, maar ten opzichte van ruw geweld doe je niets zonder wonderen! Al de half en geheel verwilderde volkeren zijn meestal door de namaakwonderen van hun heersers en priesters halve dieren geworden. Het woord begrijpen zij niet, maar een echt wonder, dat beter moet zijn dan een namaakwonder , brengt ze zover dat zij geloof gaan hechten aan het betere wonder, en als men ze eenmaal heeft gewonnen dan kan men daarna beginnen hen doelgericht onderwijs te geven.
Hoofdstuk 229: Zorgen over de verspreiding van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Je kunt je volkomen op die stem verlaten, zij zal je nooit of te nimmer bedriegen! Dat is alleen maar mogelijk als iemand dit orgaan zo zou laten afstompen dat het tenslotte, omdat het te stoffelijk was geworden, onze aanraking helemaal niet meer zou waarnemen, maar dan zou het geestelijke deel van de mens zonder meer zo goed als geheel verloren zijn! Maar dat zal bij jóu zeker nooit het geval zijn, omdat jij in de genade en liefde van de Heer al een té grote voorsprong behaald hebt en de Heer je tesamen met je gezellen geheel nieuw heeft gevormd en voorbereid. Je ziel is nog wel de oude, waarin de liefde van de Heer als Zijn geest heel krachtig is gaan heersen, maar je oude slechte vlees is door de Heer veranderd, opdat het je ziel niet zal belasten.
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De aanwezigheid van de geesten in de materie is echter gemakkelijk vast te stellen. Als zij tot buitengewone activiteit gedwongen worden, zullen jullie altijd, al naar gelang de kracht en sterkte der geestelijke activiteit, lichtstraling zien. Hoe sterker het licht, des te krachtiger is de activiteit van de in die materie actief geworden geesten.
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Toen vroeg MATHAËL het Mij in zijn hart en ik gaf hem meteen heel duidelijk het volgende antwoord in zijn hart, dat hij direkt hardop voor de drie voordroeg: "De Heer beschermde de Samaritanen, omdat zij zich afgewend hadden van de bedorven leer van Jeruzalem en teruggekeerd waren naar de zuivere leer van Mozes en Aäron. - Jij, Mathaël was een ervaren, duchtig spreker en je week niet af van hetgeen je je had voorgenomen. De Heer wist dat en zag, dat je Hem bij de zuivere, gelovige Samaritanen grote schade zou berokkenen als zij met jouw onderwijs in aanraking zouden komen. Daarom liet de Heer Je met jouw metgezellen terechtkomen bij de beruchtste straatrovers, omdat HIJ wel wist dat je niet eerder van hen af zou komen dan nadat je onbuigzame wil helemaal week en meegaand zou zijn geworden. Zolang je, in het bezit van je volle bewustzijn, zelf een rover onder de rovers was, liet je wil zich zeker niet buigen. Integendeel, je had een heel sluw plan bedacht en alle vijftig rovers met hun vrouwen en kinderen zover gekregen dat zij de totaal verkeerde leer van Jeruzalem heel gunstig gezind werden, omdat zij daarin zelfs zekerheid en een veilig toevluchtsoord voor hun rovershandwerk vonden.
Hoofdstuk 237: De oorzaak van het lijden van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Na deze toespraak tot zijn gemeente van de leraar en leider op de Venusaarde, werden de drie door Raphaël weer gewekt. Intussen was het echter al aardig licht geworden en minder dan een uur voor zonsopgang, en Mathaël verwonderde zich buitengewoon over datgene wat hij nu zo levendig had gedroomd. Hij vertelde de droom, en de anderen, Murel en Philopold, verwonderden zich nog veel meer, omdat zij precies hetzelfde gezien en gehoord hadden wat Mathaël als zijn droom vertelde.
Hoofdstuk 246: Voordelen van de Venus orde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] IK zei: "Voor het levend maken van deze negen is dat zeker niet nodig; maar omdat zij meteen daarna hier weg zullen gaan, moeten zij lichamelijk ook op krachten komen en dat gebeurt door hen eerst wijn in de mond te gieten. Deze wordt door de smaak en tongzenuwen opgenomen en zo ook doorgegeven aan de andere levenszenuwen. Als deze negen straks levend worden, heeft hun in het lichaam teruggekeerde ziel reeds een gesterkt werktuig dat zij meteen voor van alles gebruiken kan. Zou deze voorafgaande versterking echter worden nagelaten, dan zouden de opnieuw levend geworden mensen hier enige tijd moeten blijven om krachten op te doen voor het gebruik van hun ledematen. Tevens zorgt deze voorafgaande versterking bij de betrokkenen voor een goede smaak in de mond, hetgeen wel nodig is, omdat de geur van het troebele water hen na de opwekking zo onpasselijk zou maken dat ze daar nog lange tijd last van zouden kunnen hebben. -Nu weten jullie dat ook; hebben jullie nu nog de een of andere wens met betrekking tot deze zaak?"
Hoofdstuk 4: Voorbereidingen voor de opwekking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[22] O, ik zal Herodes wel binnen de perken terug weten te brengen, dat neem ik mij heel serieus voor! De oude Herodes proefde mijn oud-Romeinse zin voor rechtvaardigheid, hoewel ik toen niet veel ouder was dan een jaar of dertig. Nu ben ik bijna een grijsaard, ik ben ervarener en ernstiger geworden, -nu vind ik strenge rechtvaardigheid nog veel belangrijker! Nu geldt bij mij helemaal: "PEREAT MUNDUS, FIAT lUS ! * (* AI gaat de wereld te gronde, het recht zal geschieden!)
Hoofdstuk 9: De spionnen van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als de mens echter eenmaal door het woord van God levend is geworden, blijft hij levend en voor eeuwig vrij, en hij zal geen dood ooit meer voelen of smaken, - ook al zou hij lichamelijk wel duizendmaal sterven!
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] O Johannes, wiens doodsaanzegger ik met een gebroken hart moest zijn! Als jij die toon in het laatste moment van je aardse bestaan gehoord zou hebben, waarlijk, dan zou de dood van je lichaam een lichtomstraalde poort tot Gods hemelen zijn geworden! Maar in de donkere kerker waarin jij, geheiligde van God, verbleef, hoorde men alleen tonen van weeklagen, nood en verdriet!
Hoofdstuk 22: Het gezang van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...