Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3023 resultaten - Pagina 16 van 202

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[7] Denk nog maar eens terug aan Kis, toen de Heer die omstreden zaak tussen mij en jou heeft geregeld; dat moet voor jou en mij voldoende zijn en meer hebben wij beiden met en onder elkaar niet te regelen! Als ik je ergens om vragen zal, kun je mij op die vraag een goed antwoord geven, -vooropgesteld dat je daartoe in staat bent! Maar het zal heel lang duren voor ik je die eer aan zal doen!"
Hoofdstuk 74: Onenigheid tussen Judas en Thomas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Dan staat Judas op en gaat snel naar Mij toe, valt voor Mij op de knieën en begint Mij om vergeving te vragen.
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg echter tegen hem: "Vermaan je zelf in je hart, want het vragen van je mond heeft zonder de innerlijke, waarachtige verbetering niet de minste waarde voor Mij, want ik doorzie je hart en bemerk dat het helemaal slecht is. Slechts uiterlijk is het vriendelijk, en het lijkt op een slang die door haar sierlijke kronkelende bewegingen de vogelen des hemels betovert, opdat ze dan als prooi in haar bek vliegen. Ik zeg je: Neem je in acht, opdat je binnenkort niet tot buit van de satan wordt! Want hij laat datgene, wat hij eenmaal het zijne noemt, niet graag los."
Hoofdstuk 75: Het geheim van de zelfontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] JOSOË zegt: "Heer, het is altijd en eeuwig een goed teken als U glimlacht terwijl U vragen stelt; ik dacht echter dat er twee heel verschillende soorten leugens zijn. Als men iemand opzettelijk kwaadwillig een leugen als een betrouwbare waarheid opdist, dan is en blijft dat een satanische verdorvenheid! Maar een schijnbare leugen, waarmee men de naakte waarheid slechts zolang omhult, zolang die naakte waarheid voor de betreffende mens nog niet te verdragen is, ja hem zeker meer zou schaden dan baten, kan niet uit den boze zijn, omdat zij ontspruit uit een hart en een wil vol edele, goede en toegenegen motieven!
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Maar al biedt iemand nóg zo bereidwillig hulp aan zijn hulpbehoevende om hulp vragende broeder, dan vind ik hem al niet volmaakt. Want op die manier wordt alleen diegene geholpen die gelegenheid, moed en kracht bezit om zijn in enig opzicht met capaciteiten begunstigde broeder zijn nood te beschrijven en hem om overeenkomstige hulp te vragen. Maar wie helpt dan degene, die de gelegenheid en de moed niet bezit om zijn tot helpen in staat zijnde broeder om hulp te vragen? Maar als ik een hulp, waar.om gevraagd moet worden, al niet juist vind, hoeveel te minder dan een, die op bevel gegeven moet worden?
Hoofdstuk 79: Twee engelen bieden Josoë hun diensten aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Niet lang daarna kwamen ook Bab en zijn familie uit de stad; want hij was laat in de avond naar zijn huis in de stad teruggegaan om ons geen overlast te bezorgen. Toen hij daar echter aankwam -zo vertelde hij ons met duidelijke haast -, heerste er in de stad, en vooral in de synagoge, een grote opwinding, en wel zodanig dat hij het niet had durven wagen om iemand te vragen wat daar aan de hand was. Er moest echter iets heel belangrijks gebeurd zijn, omdat hij nog nooit zo'n opwinding bij de dienaren en heren van de synagoge gezien had.
Hoofdstuk 81: De nieuwe overste. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Pas nu komt de jonge JOSOË naar voren en zegt: 'De. domheid van deze mens heeft me toch wel zeer geërgerd! Als leerling is hij nog zo dom als een nachtuil op klaarlichte dag. Ik begreep alles direkt wat U, o Heer, tegen hem gezegd heeft. Maar hij begreep niets, terwijl hij maar steeds vroeg, en allerlei tegenwerpingen maakte, en nu tenslotte nog net zo dom wegging alsof U, o Heer, geen woord tegen hem gezegd had! Als een kind vraagt, is dat te begrijpen, maar als een volwassene, die daarbij ook nog wijzer wil zijn dan zijn medemensen, ook blijft vragen -en dat duidelijk niet goed-, maar kwaadwillend -, dat moet toch ergernis geven! Ik wil nog driekeer sterven als deze mens zich ooit op deze wereld zal verbeteren! Hij is zeer waarschijnlijk een vrek en berekent hoe hij, als hij zou kunnen wat U kunt, o Heer, in zo kort mogelijke tijd bergen goud en zilver zou kunnen vergaren! En zo waar als ik Josoë heet, ik zet er alles op wat ik heb en wil alles ondergaan wat een mens maar kan doorstaan, als deze mens zich ooit verbetert!"
Hoofdstuk 77: De maat van de liefde tot God, de naaste en zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] JOSOË zegt: "O Heer, dat is toch heel gemakkelijk! Als ik eenmaal in huis ben zal ik er geen moeite mee hebben om mij net zo te gedragen als ik mij vroeger gedragen heb. Geleidelijk aan zal ik naar bepaalde dingen vragen zoals ik dat vroeger gedaan heb, ik zal ook mijn spelletjes opzoeken en die op de bekende manier gebruiken. Dat zal mijn ouders zeker opvallen en tenslotte zullen ze moeten zeggen: 'Dat is onze Josoë, die misschien door Borus met zijn geheime middelen uit het graf is opgewekt en in de loop van de tijd tot op nu helemaal genezen is!' En voorlopig laat ik hen in die mening. Op het geschikte moment zullen ze de waarheid wel vernemen, en volgens mij zal het zo best te regelen zijn. "
Hoofdstuk 78: De hemelse wijsheid of de duivelse leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Maar een paar dagen daarna vierde Herodes zijn verjaardag. Op die dag danste de mooie dochter van Herodias voor hem en zijn hoge gasten, wat Herodes zeer goed beviel. (Matth. 14:6) Hij beloofde daarom de schone danseres met een eed, dat hij haar geven zou wat ze aan hem zou vragen. (Matth. 14:7) De dochter ging echter eerst naar haar moeder, die Johannes wraak gezworen had omdat hij haar Herodes wilde aftroggelen, en de moeder bewerkte daarom haar dochter zo, dat ze het hoofd van Johannes zou vragen.
Hoofdstuk 82: Het einde van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[21] De ANDEREN zeggen tegen Roban: "Maar broeder, waarom bescherm je deze onmens voor zijn zekere ondergang? Hij is immers in onze handen en moet de hemel maar om hulp vragen als wij ons de buitengewone vrijheid veroorloven hem de stenen van Nazareth te laten smaken!" -Toen tegen de overste: "Wij zijn Farizeeën en schriftgeleerden net als jij, en eigenlijk nog meer, want wij stammen af van Levi, terwijl wij weten dat jij je afstamming gekocht hebt, zoals in deze tijd nu al alles inclusief de hemel te koop is! Daarom ben je een indringer in het allerheiligste en een bedrieger van God, en voor zo'n misdrijf moet je met recht gestenigd worden; veel kun je je dus niet meer veroorloven of wij grijpen naar de stenen!"
Hoofdstuk 83: De nieuwe overste van Nazareth.(23.11.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] CHIWAR zegt: " Jouw mening is zeker niet slecht, en ik zou je haast gelijk geven, als ik bij deze Jezus nu juist niet zo veel dingen met mijn eigen ogen gezien zou hebben, die de totale Elia een hele oneindigheid ver achter zich laten. Natuurlijk zou je hier wil vragen: 'Welke dan? Noem ze eens?' Maar ik moet je openlijk toegeven, dat mij de woorden volkomen zouden ontbreken om dat te beschrijven. Want dat moet men zelf gehoord, gezien en gevoeld hebben, anders kan men zich daar beslist geen begrip van vormen. En ik deel daarom de mening van enige duizenden, dat deze Jezus zonder meer de beloofde Messias is! Want het is voor mij zeer de vraag, of die, als hij op een andere tijd nog zou komen, grotere tekenen zal doen!? Bovendien stamt Hij volgens de kroniek, die doorloopt tot de grootvader van Jozef, in rechte lijn van David af. (Matth. 1:1-17) Achim was de vader van Eliud, Eliud de vader van Eleasar, die de vader van Matthan, die de vader van Jacob, en Jacob was de vader van Jozef, en die de vader van onze Jezus. Als je volgens deze kroniek verder teruggaat, dan kun je in rechte lijn bij David terechtkomen en er staat geschreven dat de Messias van David zal afstammen en dat iedereen Hem zal herkennen aan Zijn daden.
Hoofdstuk 88: Chiwar over de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Daarnaast kwamen er ook vaak heel eerlijke Joden, die in de tempel geld wilden borgen tegen goede onderpanden, maar zij kregen niets, want zij gedroegen zich veel te eerlijk en hadden ook veel te rechtvaardige gezichten! -En zo ben ik aan mijn principe gekomen: Men moet de tempel bedriegen, als men zelf niet door haar bedrogen wil worden! En daarom zal ik ook in der eeuwigheid niet aan de tempel vragen of Jezus de beloofde Messias is, maar Hij is het voor Mij ook zonder tempel! -Wat vind je van mijn mening?"
Hoofdstuk 88: Chiwar over de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] De OVERSTE zegt: "Vriend, je waagt veel om als mug het tegen een leeuw op te nemen en hem zelfs gewoonweg tot de strijd uit te dagen, terwijl je God eigenlijk zou moeten vragen, of Hij je voor eeuwig zou willen vrijwaren voor de vervolging van de satan!"
Hoofdstuk 89: Chiwar en de satan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[22] Gesteld dat wij het geluk zouden hebben om hem terug te zien, dan moeten jullie je in het vervolg dus niet steeds ergeren, als ik zo nu en dan vragen stel die jullie en hem niet aanstaan. Ik heb heus vóór Jezus al veel wonderbaarlijks gezien en gehoord, en als je daarmee rekening houdt, dan behoeven jullie je, met een beetje wilskracht, nooit geërgerd te verbazen als ik me af en toe wat eigenaardig gedraag!"
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Tegen de avond komen uit de huizen van de stad en uit haar naaste omgeving al meer dan honderd mensen, behept met allerlei ziektes, en vragen Mij of Ik hen gezond wil maken. En Ik ga naar buiten in hun midden en maak ze allen door het woord gezond.
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...