Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 16 van 1112

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[9] Degenen die de heilige schrift bezitten en deze niet lezen, lijken op een dorstige bij een bron van zuiver water, waarvan zij echter niet willen drinken uit een zekere geestelijke watervrees zoals bij dolle honden, die in plaats van hun snuit in het water te steken en te genezen, in de hardste stenen bijten om hun brandende dorst te stillen. Maar meestal willen zij dat zuivere water niet drinken uit een zekere trage lauwheid, en laten zich ter stilling van hun dorst daarom liever door bepaalde luie knechten stinkend slijk uit de dichtstbijzijnde poel aanreiken, waardoor zij dan allemaal op gruwelijke wijze omkomen.
Hoofdstuk 1: Een vermaning van de hemelse Vader aan Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Mijn kerk op aarde is een reinigingsbad; wie zich gewassen heeft, laat die bij Mij komen, zodat Ik hem met de warmte van Mijn liefde kan afdrogen en hem behouden. Maar degene die alleen vreugde schept in het poedelen en met water spelen, vergaat het als de schepraderen van de molen, die nooit uit het water komen.
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] En sla vooral acht op het volgende: de genadevonk rust in het centrum van de zon en geeft door het toornvuur van de Godheid het licht aan de wereld. Maar in het centrum van de aarde bevindt zich een toornvonk van Gods grimmigheid als een vuurspuwende draak en houdt de boze benden als stenen vast die eerst door het water van de erbarming week gemaakt moeten worden, als een van hen weer voor een tweede proef voor vrijheid en eeuwig leven zal worden ontbonden. En begrijp nu het geheim van jouw wezen en verbaas je over de grote liefde van de eeuwige Macht; hoe dikwijls reeds heeft Zij jou opnieuw geboren laten worden, om jou, die verloren was, weer voor het eeuwige leven, voor de vrijheid, voor de wet, voor de liefde en voor het licht en voor het aanschouwen van Haar aangezicht te winnen; en zie, dit alles wil Ik jou en daardoor ook vele anderen bekend maken en het je laten beseffen, zodat jullie toch eindelijk eens zullen inzien, hoe uitermate goed de eeuwige Liefde moet zijn om, niet aflatend, zo veel groots en wonderbaarlijks voor jullie, ongehoorzamen, te doen en te dulden!
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] De geest van liefde en genade is in je en is in alle wijsheid. Wie hem verneemt zal alles tot in de diepste diepten doorgronden; en hij zal de doden navorsen en zij zullen hem antwoorden, en hij zal de levenden doorzien en hun liefde zal hem verkwikken en hun licht zal hem verheugen; en hij zal zijn oor op de aarde te luisteren leggen en het gras zal hem de geheimen van de liefde vertellen, en het aardrijk zal hem zijn diepten onthullen, en de bergen zullen zijn stem horen en de klank van zijn woord zal tot in het merg van de aarde doordringen; en wanneer hij de zee zal aanschouwen, dan zullen de stralen uit zijn ogen alle druppels ervan doorlichten en ieder zandkorreltje doordringen; en indien er daar nog vol ongeduld geesten op hun gericht wachten, zullen ze naar het licht van zijn ogen toestromen, zoals de vissen en het kruipend gedierte van de zee en van de wateren zich naar een boven het wateroppervlak gehouden fakkel bewegen, en zij zullen zich laten vangen om verlost te worden uit de kerkers van de eeuwige nacht, en zij zullen de liefde herkennen en hun dorst stillen met het water der erbarming en opgroeien tot de zwakte, tot de sterkte en tot de kracht uit de liefde van de Vader en van het Woord, dat de liefde is in de Vader en van de Geest, die de kracht is in beiden.
Hoofdstuk 6: De analogie van het gesternte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En zie en luister verder: het ging goed met de aarde, want zij werd vervuld met de liefde der erbarming en zag haar lieveling, de maan, monter om zich heen cirkelen. En de liefde deed haar machtige borst zwellen met de adem der erbarming, als wilde zij het kind nog eenmaal haar met de melk der genade gevulde borst aanreiken; maar zie, door de warmte van de erbarmen de liefde stremde de melk en ontstond het vaste land, dat boven de zeeën uitrees. En de zeeën zonken terug in de diepten en leken op het water, dat zich afscheidt bij het stremmen van de melk en dat dient om de inwonende woede door het zout van de genade door het erbarmen van de liefde uit God met alle kracht en macht te sussen.
Hoofdstuk 7: De oertijd van aarde en maan. De schepping van Adam en Eva - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Maar zie, er was eens een zeer hete dag en de zon brandde erger dan anders op de hoofden van de kinderen en op het lichaam van Kaïn, zodat hij zich begon te ergeren over de intense hitte en de zon vervloekte; maar de kinderen waren geduldig en wasten zich met fris water, dat hen versterkte en krachtig maakte en zij dronken er ook van en lesten daarmee hun brandende dorst en zij loofden en prezen God voor de zo grote genade dat Hij vanuit Zijn eeuwige liefde hun het beekje had gegeven voor zulke moeilijke tijden waarin zij op de proef gesteld werden.
Hoofdstuk 18: Kaïns en Abels offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En zie, Kaïn wilde het water niet gebruiken en werd lui en traag door die grote hitte en wist niet wat hij zou doen, en hij wendde zich ook niet tot Mij om raad en nog minder tot zijn broer Abel.
Hoofdstuk 18: Kaïns en Abels offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] (N.B. Dergelijke en nog veel slechtere afschilderingen van Mij moet Ik heden ten dage horen uit de mond van vele honderdduizenden, die hun volslagen onbegrip vanwege hun geheel verduisterde verstand een vermogen dat alle dieren door middel van hun scherpe zintuigen hebben - op Mijn troon zetten en zichzelf tegenwoordig geen 'goden' meer noemen - omdat deze naam zo gewoon en kinderlijk nederig klinkt -, maar zich 'filosofen' of 'wereldwijzen' en verder nog 'geleerden' of allerlei soort 'doktoren' noemen. Dit verduisterde slag mensen wil Mij zelfs dwingen eerst bij hen in de leer te gaan, als Ik een God zou willen zijn in deze zeer verlichte tijd van de supergeleerden; Ik beweer echter dat een regenworm verstandiger is dan zij, ofschoon die slechts één zintuig heeft. Ik zeg jullie dat deze heren spoedig zeer grote ogen zullen opzetten en toch niet meer zullen zien dan een woelmuis in de aarde, en met gespitste en zeer lange oren niet meer zullen horen dan een vis in het water, omdat die geen stem en ook geen gehoor heeft.)
Hoofdstuk 27: De politiek van de raadsheren van Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Zie, de valse begeerten blazen zich dan door hun steeds groeiende veelheid in ons op, onderdrukken de deemoed en wekken door hun gewicht de hoogmoed op, in welke situatie de mens zich dan graag van zijn grote last zou willen ontdoen. Maar omdat hij als blinde niets ziet en als dove niets hoort wat hem zou kunnen helpen, grijpt hij in zijn valse begeerten naar alle denkbare middelen die zijn blinde liefde of eigenliefde maar kan verzinnen. Hierdoor stapelt hij alleen maar last op last, die tengevolge van hun grote overbelasting het leven uit God in ons onderdrukken en ons maken tot dieren van de aardse materie en tot voedsel van de dood, die overal in de materie aanwezig is, zowel in het vuur als ook in het water, in de lucht en in de aarde, die de moeder van het vlees of van de dood is; want waar vlees is, daar is de dood ook. Daarom zullen ook wij allen, wat het vlees betreft, sterven.
Hoofdstuk 28: Het overleg van de tien vorsten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] En zie nu, toen Meduhed na een reis van zeventig dagen aangekomen was bij de hem reeds genoemde oever van het grote water op aarde, dat jullie vandaag de dag de 'Stille Oceaan' noemen en dat aan de kusten geelachtig maar deels ook - op de diepere plaatsen - over brede banen helemaal blauw oplicht door de vermenging van de kleuren van de bodem, van het rijkelijk voorhanden zijnde koperzout en de zich daarin brekende stralen van de zon, sloeg hij met zijn schare een kamp op in een streek die overvloedig beladen was met goede vruchten, precies de plaats waar Ik hen wilde hebben.
Hoofdstuk 31: De landverhuizing onder leiding van Meduhed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Dan zullen jullie zien dat zij stenen in het water slingeren; geen daarvan zal ons ooit meer bereiken. Want de rechterhand van God zal ons snel uit het zicht van de hyena's voeren en zal ons naar een groot, ver land leiden, dat dertig dagen en dertig nachten van het vaste land verwijderd is en zich bijna in het midden van het grote water bevindt en 'Ihypon' heet (dat is: 'een veilige tuin'). En dit land zal blijvend van ons zijn, zolang als volgens de wil van boven de wereld zal blijven bestaan. Wij zullen het van verre al daaraan herkennen, dat wij een hoge, door Gods liefde in vlammen gehulde, brandende berg, zullen aanschouwen.* (* De vulkaan Fujinojama, 3780 mt, op het eiland Hondo (Japan)) Er zal slechts één enkele toegang zijn en zelfs die zal ver landinwaarts tussen nog twee van die brandende, hoge bergen doorlopen; maar aan de kusten zal het voortdurend omspoeld worden door de krachtigste stormvloeden. En daarenboven zal het nog omgeven zijn door zeer hoge bergen, waarin geen tijgers noch hyena's of leeuwen, beren noch wolven of slangen wonen, maar die bergen zullen meer lijken op een tot in de hemel omhoog reikende muur, die door niemand gemakkelijk bestegen zal kunnen worden.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Maar de Lamechieten liet Ik achtervolgen door een steeds toenemende vloed van de zee, die tot aan de bergen reikte, alwaar zij bij duizenden door hyena's, tijgers, leeuwen, beren en wolven en slangen aan stukken gescheurd en verorberd werden; want de groep achtervolgers bestond uit zevenduizend mannelijke en zevenduizend vrouwelijke koppen. En daarvan kwamen niet meer dan zeven Jonge mannen en zeven Jonge vrouwen naar Hanoch terug en vertelden daar wat er was gebeurd, en zij brachten de door de Meduhedieten achtergelaten dieren ongeschonden terug. Dat waren welgeteld vijfendertigduizend kamelen en evenveel ezels en zij droegen die aan Lamech over en vertelden hem alles wat zij hadden gezien, - hoe namelijk een felle bliksemstraal uit de wolkenloze hemel tussen hen en de vluchtelingen was gekomen en deze met grote snelheid over het grote, onmetelijk water droeg, dat zich daar aan het einde van de wereld bevond. Maar toen waren de wateren gaan stijgen en hadden hen daar tot hoog in het gebergte gedreven. En er hadden zich niet te overziene scharen van bekende verscheurende dieren op hen gestort, die allen verscheurd en opgevreten hadden, op hen na. Zijzelf waren alleen gered doordat zij tussen de grote menigte kamelen en ezels gevlucht waren. En Lamech zou er eens goed over na moeten denken wat daar gebeurd was; het kwam hen voor alsof er voorbij de sterren een grote Koning woonde en de mensen zouden het nooit moeten wagen met Hem de strijd aan te binden, zij zouden er beter aan doen Hem te aanbidden en Hem vanwege Zijn onbegrijpelijke macht te vereren, omdat zelfs de zee, de winden, de bliksems en alle verscheurende dieren Hem gehoorzaamden, - dat hadden zij met eigen ogen gezien en zij hadden een machtige stem gehoord die met donderende klank de dieren bevolen had en evenzo als een grote storm vanuit de hoogten van de sterren met de machtige elementen gesproken had.
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] En zie, toen nu deze zeven met hun vrouwen hun korte, maar zeer oprechte gebed hadden beëindigd, stak er een kleine storm op, die van de bergen kwam en in de storm kwam een zeer grote hyena in snelle vaart naar het kleine gezelschap toegesprongen, vol grimmigheid en zo te zien in woede ontbrand, en bleef voor hen staan en bekeek hen grondig een voor een, van top tot teen, alsof zij zich het lekkerste hapje uit het in doodsangst in het nauw gedreven gezelschap wilde zoeken. En zie, juist toen allen een toevlucht in het water wilden gaan zoeken, vermande de spreker zich en zei met zeer luide stem: "Luister naar mij! Wij blijven staan waar wij staan, allerwegen omgeven door de onoverwinnelijke macht van de grote Koning en geloof maar, ook wanneer Hij ons vernietigt, dan nog zal Hij ons ook in de vernietiging bewaren; en wees niet zo bang voor deze kleine hyena, omdat wij zo gelukkig aan de moorddadige klauwen van een veel grotere ontkomen zijn en wel des te meer, omdat wij in de vlakte zijn waar geen hyena meer de macht heeft om een mens aan te vallen en te verscheuren. Want de grote, machtige Koning van voorbij de sterren heeft ons in de bergen uit de tanden van duizenden verscheurende dieren gered toen wij nog tegen Hem waren, nu wij echter voor Hem zijn, - waarom zou Hij ons dan nu willen vernietigen?
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Want luister! Zo spreekt de Heer: 'Zolang jullie en je nakomelingen in deze gegeven ordening zullen blijven, zo lang zal ook nooit een vreemd volk dit land kunnen benaderen en je vrede kunnen verstoren, en Ikzelf zal je duizenderlei mooie en nuttige dingen leren kennen en leren maken. Maar indien jullie ooit uit Mijn ordening zouden treden en in je godvergetenheid zou blijven volharden en niet weer terstond tot Mijn ordening zou terugkeren, dan zal Ik een ander volk verwekken en het hiernaartoe leiden en dat zal je onderwerpen en tot slaven maken. Dan zal er een keizer komen, die je heiligdom zal vernietigen en jullie zal slaan en velen zal laten doden en hij zal jullie als ezels voor de ploeg laten spannen en je tuchtigen als een kameel. Hij zal zich alles toe-eigenen en zal jullie honger laten lijden en jullie verbieden je dorst te lessen met het sap van vruchten, maar hij zal jullie als een tam dier naar het water drijven. En jullie zullen voor hem, net als voor Hanoch, steden moeten bouwen en hem en zijn dienaren goed voeden, opdat hij krachtig zal worden om jullie te bestrijden en te doden.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] "Sihin! Dat zal jouw naam zijn, - dat betekent, deze naam wil je zeggen dat je een zoon van de aardse hemel bent, welke is een hemel van de dieren, wier ziel voortkomt uit het vuur van de zon en die het gegeven werd tot je ziel te spreken, die een door God gegeven ziel is en door jullie te schande is gemaakt tegenover mij en alle bloeddorstige dieren in de wouden en het struikgewas. Want zij heeft de grote Gever vergeten, terwijl onze ziel het nog nooit gewaagd heeft om ook maar een haarbreed van Zijn ordening af te wijken, ofschoon ook wij net als jullie met vijf zintuigen begiftigd zijn en ook een geheugen hebben en verlangens, en ook aarde en water onderscheiden, vuur en lucht, nat en droog en wij onderscheiden dag en nacht, hoog en laag, stijl en vlak, warm en koud en hebben ook een zeer scherp gezichtsvermogen, waarvoor zelfs een verdorven geest zich niet kan verbergen, maar waarvoor hij rillend van ontzetting als in doodsangst ineenzakt. En dat, omdat hij een onverbiddelijke, krachtige rechter vol moed voor zich ziet, die gekomen is om hem het eerst te ontmaskeren en zijn vuile paleis te verwoesten en zijn onreine bloed te drinken, opdat de heilige bergen er niet mee verontreinigd zullen worden.
Hoofdstuk 35: Een boeteprediking door de dieren - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...