Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

290 resultaten - Pagina 16 van 20

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20
[13] Nu pas zie ik duidelijk in wat een mens is, hoe hij moet zijn en moet handelen en hoe hij geleid wordt, opdat hij zijn eeuwige bestemming mag bereiken! En daar zou ik nog een andere mening tegenover moeten stellen? Nee, dat zou toch te onzinnig van me zijn! Nee, mijn liefste, wijze, zachtmoedige, geduldige en hemels mooie en verheven Heer Jezus, nu krijgt U mij zelfs met al Uw almacht niet meer zo ver, dat ik nog mijn mening geef! Wie het zou wagen daar nog een of andere domme opmerking over te maken, moet wel een ellendige schoft zijn. Zelfs al zou het Petrus of Paulus zijn, dan nog zou ik terugvallen in mijn grofste temperament en hem als welverdiende loon zijn ogen uitkrabben! Maar ze zijn nu allemaal stil en zien de grote waarheid van Uw woorden zeker nog duidelijker in dan ik.
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Thomas heeft zijn onderricht nauwelijks beëindigd, of men hoort van buiten luid schreeuwen en huilen. Thomas maant de menigte tot oplettendheid en zegt: 'Zoals jullie horen, gaat nu al in vervulling wat ik zojuist door de genade van de Heer heb verkondigd. Een verschrikkelijk toegetakelde menigte nadert dit huis. Zij die komen, moeten zeer gekweld en hoogst beledigd zijn. Het zijn zielen van mensen die onbarmhartig zijn terechtgesteld. Zij komen steeds dichterbij. Stil nu, vrienden! Zij haasten zich al over de grote laan van de tuin naar binnen. Een man met een heel somber uiterlijk, gehuld in een zwart fluwelen blouse, het hoofd getooid met een blauw met goud gestikt kapje, loopt bijna als een dronkeman voorop en een dertigtal volgt hem. Achter hen zie ik iets dat op vlammen lijkt. O, dat ziet er heel verschrikkelijk uit. Maar stil nu!'
Hoofdstuk 132: Een schare terechtgestelden komt aan. De leider vertelt hungeschiedenis. Filosofie van de liefde- en goddeloosheid - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De graaf zegt: 'Zeg jij mij nu eens, wie jou het recht heeft gegeven zo tegen mij te spreken, alsof wij samen varkens hadden gehoed? Denk jij dan, dat een graaf Bathianyi zich dat nog langer laat welgevallen? Of denk je soms dat ik, omdat ik de laatste tijd in de rijen van de gewone huzaren streed, met jou gelijk in rang sta? O, dan vergis je je danig! Ik zeg je, als jij je loze praatjes niet meteen voor je houdt, zul je spoedig ondervinden wat een verschil er bestaat tussen jou en mij! Daarom, nu geen woord meer! Neem een voorbeeld aan onze andere tweeëndertig lotgenoten. Allen zijn stil en rustig en betreuren in mij diegene, die hun toekomstige, goede koning had moeten worden. Alleen jij veroorlooft je de brutaliteit om mij te pesten, omdat ik er nu hulpeloos bij sta. Laat jou nu maar gauw deze lust vergaan, anders kon hij je wel eens duur komen te staan!'
Hoofdstuk 133: De graaf en de meedogenloze. Beider levensgeschiedenis. Hun eensgezinde, sombere Godsloochening. De trotse koningstroonpretendent en zijn beklagenswaardige einde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Na deze woorden van de franciscaan wordt het hele gezelschap stil en luistert of het niet ergens iets hoort, maar van geen enkele kant komt een woord.
Hoofdstuk 138: De graaf en de franciscaan over de pas vernomen stemmen. De graaf heeft nog steeds bedenkingen. Een man uit het volk roept Jezus aan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De franciscaan zegt: 'Wat moet ik daarop zeggen? Ik heb genoeg gesproken en men heeft niet naar mij geluisterd, maar mij voor een meedogenloze uitgescholden. Daarom houd ik mij nu stil en wil alleen maar luisteren en als het gehoorde mij aanspreekt, ernaar handelen! Gaan jullie de bergen in, dan zal ik niet alleen achterblijven. Ik denk echter dat niemand van ons ooit hoofdpijn zal krijgen op die onmetelijk hoge top, want men wordt al duizelig bij het naar boven kijken; hoe zou het iemand daarboven dan wel niet vergaan!'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Glimlachend zegt Robert: 'Kom nou! Hoe kan men nu bij deze prachtige symfonie nog aan aardse, en dan nog wel aan Turkse muziek denken!' Helena zegt: 'Je hebt gelijk! Dat is nu eenmaal mijn manier van doen: wanneer ik iets heel bijzonders echt goed wil laten uitkomen, stel ik er altijd voor de grap iets heel banaals tegenover, en ik denk dat zoiets niet verkeerd is!' Robert zegt: 'Ja, je hebt wel gelijk, maar stil nu, want bij deze muziek moet men echt wel een en al oor zijn!'
Hoofdstuk 141: Groot hemelmaal en hemelconcert in het Vaderhuis. David als dirigent en componist. Hemelse verblijfplaats van andere musici. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] De eerste zegt: 'Nu geen domme vragen meer! Er zal wel ergens een groot congres zijn en daarom komen nu alle machthebbers bij elkaar om te vergaderen. Wees nu allemaal maar mooi stil en verroer je niet, anders kunnen we morgen met z'n allen hoog boven de aarde zonder adem in de open lucht zweven. Ik zal er in m'n eentje naar toegaan en zeggen dat de majesteiten meteen ongehinderd hun voorname reis kunnen voortzetten.' De anderen trekken zich nu terug; alleen de eerste gaat er in een onderdanige houding naartoe en voert stotterend het woord.
Hoofdstuk 110: Een andere geestenscène. De Heer met de Zijnen bij de Reinerkogel. Heilzoekende geesten uit de bergen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Robert bedankt Mij weliswaar innig, maar heeft toch niet echt de moed om een gesprek met de soldaten aan te knopen voordat zij hem daartoe aanleiding geven. De soldaten merken dat, want zij hebben Mijn woorden, die hun wel aanstonden, vernomen. Daarom zijn ze stil en wachten totdat Robert hen zal aanspreken. En dus kijkt Robert nu de soldaten aan en de soldaten Robert; geen van beide partijen wil het initiatief nemen.
Hoofdstuk 85: Roberts eerste contact met de troep soldaten. Hij probeert hun opheldering te geven over het geestelijke rijk. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] De belastinginner zegt: 'Ik heb de roomse godsdienst helemaal niet zo slecht gevonden en men kan met haar ook zalig worden.' Seppl zegt: 'O ja, als men zich tevreden wil stellen met die boerenkalenderhemel; maar het kost aardig wat geld, tijd en geduld! Nu maant Paulus ons om stil te zijn en daarom gehoorzamen we hem!'
Hoofdstuk 56: In de keizerlijke grafkelder bij de kapucijnen. Veel doods in de sarcofagen. De voornaamste vraag betreft Jezus. Verschillende opvattingen over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[16] Allen wenden hun gezicht naar het oosten, ontdekken tegelijkertijd wat Miklosch al ontdekt had en verbazen zich daar geweldig over. De graaf zegt: 'Kijk, ik had zonet toch gelijk. Waren wij enkele honderden passen verder gegaan, dan zouden wij met de neus tegen dit gebouw zijn opgelopen en hadden daar kunnen vragen om binnengelaten te worden. Nu zijn we echter nog steeds hier.' De franciscaan zegt: 'Dat doet er niet toe! Vergeleken bij de eeuwigheid is een paar minuten eerder of later om het even! Maar stil nu, de goede man, die waarschijnlijk in dat paleis woont, is al heel dichtbij. De hoffelijkheid gebiedt dat wij hem tegemoet gaan, daar hij heel zeker voor ons de moeite neemt om hierheen te komen.'
Hoofdstuk 139: Het begint bij de graaf te dagen. Een hooggebergte en een paleis worden zichtbaar. Liefdevolle lessen over de ordening in het hiernamaals - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Miklosch vraagt echter verder: 'Omdat je geen antwoord vindt, moet ik wat gemakkelijkers voor je zoeken. Bij welke gelegenheid heeft Christus dan de ceremoniën, de rijkversierde gewaden, de stola, het corporale, rode kousen, de zeer waardevolle herdersstaf (voorzover ik weet heeft Hij zelfs de apostelen verboden een stok bij zich te hebben!), de pauselijke tiara en de zeer dure kardinaalshoeden voorgeschreven? Graag een antwoord! Je bent alweer sprakeloos! Wel, ik zal met iets nog gemakkelijkers komen. verboden om reiszakken te dragen om er een of ander geschenk in te kunnen stoppen! Ik vraag je hier nogmaals om een goed gefundeerd antwoord! Spreek nu, spreek! Je was anders toch altijd zo goed van de tongriem gesneden! Je bent en blijft sprakeloos? Dat wil dus zeggen: 'Ik weet niets ten gunste van de rooms-katholieke kerk te zeggen en houd me daarom liever stil!'
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Mathilde zegt bij zichzelf: 'Dat zijn helemaal de woorden van mijn hemelse leraar: 'Bij God zijn alle dingen mogelijk!'; dat was zijn devies. Vervolgens de heerlijke zin: 'God boven alles liefhebben is volmaakte wijsheid en dus de hoogste zaligheid!'; dat is wederom helemaal van mijn leraar! Hij lijkt ook tamelijk veel op hem, alleen komt hij me wat te jong voor. Zo moet hij er hebben uitgezien toen hij ongeveer twintig jaar oud was. Ik durf er alles om te verwedden dat hij het is. Stil nu maar, mijn arme hart, je mag hem dat niet laten merken! Volg zijn goddelijke les maar op, dan zul je zeker de gouden vrucht oogsten! O God, dat kan alleen hij zijn! Alleen in zijn zuivere hart kunnen zulke lessen opkomen en snel rijpen tot de gezegende daad!'
Hoofdstuk 92: Vervolg van Mathildes levensgeschiedenis. Onthullingen van de treurigste soort. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[17] Robert zegt tegen Helena: 'Liefste, je moet niet teveel praten met deze wezens, want ze zijn heel ruwen kunnen je werkelijk leed berokkenen. Ik zie wel waar ze ons naar toe zullen brengen en dus hoeft men er verder niet meer naar te vragen. Kijk, dat zijn allemaal reeds lang overleden vorsten uit het huis Habsburg en Lotharingen! Nu rusten zij in de vorstelijke grafkelder bij de kapucijnen, ten dele ook bij de augustijnen, en enkelen in de catacomben van de Stefanusdom - dat is hun hoogadellijke paleis! Wij zullen ons nu spoedig bij hun sarcofagen bevinden. Wees daarom nu stil!'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Een ander zegt: 'Maar vriend, waar staat dan geschreven dat wij bij de sarcofagen vorsten in de kapucijner grafkelder moeten blijven omdat wij met onze vrienden, die ons eerder uit onze eerste kerker hebben bevrijd, hier naartoe zijn gekomen? Dat was weer dom van je, beste vriend Seppl! Ik denk echter dat deze vorsten er ook wel naar zullen verlangen eens uit hun lange slaap te worden gewekt. Daarom hebben ze zich zo goed en zo kwaad als zij konden tot deze wondermachtige vriend van God gewend. Dat wij toen ook hierheen zijn mee gesjokt, is onze zaak, want we hadden evengoed buiten kunnen blijven. Laten we dan, nu we eenmaal hier zijn, ook stil zijn en luisteren naar wat de wondervrienden van God allemaal met deze oude vorsten geesten zullen doen.'
Hoofdstuk 56: In de keizerlijke grafkelder bij de kapucijnen. Veel doods in de sarcofagen. De voornaamste vraag betreft Jezus. Verschillende opvattingen over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] Helena, die al wat kribbig wordt van de langdradige manier van spreken van deze hoogadellijke heren, zegt: 'Nou, kijk maar uit dat jullie hoogadellijke paleis niet een echte smerig varkensstalletje zal blijken te zijn! Nu willen ze ook nog een paleis hebben! Nee, dat is toch om te lachen. Zulke verwaarloosde en haveloos geklede kerels en dan nog wel een hoogadellijk paleis!' Een van de hoge edellieden zegt: 'Mejuffrouw, stil maar met uw grote mond, anders zet ik er een slot op! U mag blij zijn, dat Onze Lieve Heer u laat leven! Hebt u dat begrepen?'
Hoofdstuk 55: Fantastische vermoedens van de meelopers. Nieuwe, merkwaardige ontmoetingen. De reeds lang overleden voorouders uit het huis Habsburg-Lotharingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20