Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

590 resultaten - Pagina 16 van 40

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[7] Toen met name de Grieken en onze Romein Rafaël zagen, verstomden ze helemaal en konden zich in hun hart maar niet genoeg verbazen over de buitengewoon mooie gestalte van de engel; bovendien had zijn korte toespraak tot Mij vol geest, waarheid en leven, zo'n diepe indruk op hun gemoed gemaakt, dat ze lange tijd geen idee hadden wat ze nu met die voleindigde engelengeest moesten beginnen.
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ook de nog steeds aanwezige waard uit Jesaïra, de bootsman en de leider van het bekende vissersdorpje werden door het zeer plotselinge verschijnen van Rafaël in hoge mate verrast, en ook zij wisten niet wat ze in zo'n verrassend korte tijd met hem aan moesten. Want ten eerste verraste zijn zeer plotselinge tevoorschijn komen hen en ten tweede zijn bevalligheid, die alle denkbeelden en voorstellingen die zij ooit over de grootste schoonheid van een menselijke gestalte hadden gehad, hemelhoog te boven ging.
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Ze konden allemaal maar niet genoeg naar hem kijken, en de arts zei bij zichzelf: ' Nee, nee, dat is op zichzelf al eindeloos meer dan te veel zaligheid in het rijk Gods; want het aanschouwen van zo'n hoogst voleindigde, mooie menselijke gestalte zou voor ieder mens duizend jaar toch even snel laten voorbij gaan als een vluchtig ogenblik!'
Hoofdstuk 172: De Heer roept Rafaël om de betekenis en het bestaan van het rijk Gods toe te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Pas na een poosje dieper nadenken zei hij, niet zozeer tegen Rafaël maar meer tegen zichzelf (de arts): 'Dat ziet eruit als bestaan en niet bestaan! Zojuist nog een heel stevig lichaam en nu -weliswaar nog dezelfde gestalte, maar zonder ook maar het minst voelbare wezen! Hoe kan het menselijk inzicht dat begrijpen en zelfs het scherpste menselijke verstand dat beoordelen? Hier staan mijn inzicht en verstand bij stil! O hoogst heerlijke en zalige vriend, dat moet je mij uitleggen, anders zal het voor ons Grieken nog moeilijker zijn dan voorheen om helderder en beter te begrijpen wat het rijk Gods inhoudt.
Hoofdstuk 175: De arts kan geen verklaring vinden voor het wezen van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Toen ze de engelen niet meer zagen, zei de visser: 'O vriend! Was dat werkelijkheid of alleen maar een soort droom, teweeggebracht door jouw onbeschrijfelijke schoonheid? Want ik heb nog nooit zo'n bekoorlijk mooie menselijke gestalte gezien als die van jou, die lijkt op degenen die ik nu voor enkele ogenblikken in het licht van de hemelen heb aanschouwd.'
Hoofdstuk 197: Over de aanwezigheid van de engelen bij de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Een van hen zei: 'Het is moeilijk voor ons om daar een oordeel over te vellen! Met de buitengewone macht van zijn wil hebben we daar boven in de lucht ervaring opgedaan, en wij hebben geen ander bewijs nodig dat er in deze man een goddelijke kracht moet wonen, anders had hij ons vast niet zonder enig hulpmiddel in de lucht kunnen heffen en ons daar kunnen houden.Wij zijn echter allemaal al te ver van het geloof in een almachtig goddelijk wezen afgeraakt, omdat onze goden voor de zintuigen en het verstand van ieder denkend mens volslagen onbeduidend blijken te zijn; en nu komen we plotseling een reële god in de gestalte van een mens tegen en weten nu niet wat we van hem moeten denken. Ik denk dat dat niet zomaar in één klap te begrijpen is.
Hoofdstuk 11: De bedenkingen van de commandant tegen de goddelijkheid van de Heer (12.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Na deze korte toespraak van Mij dankten allen Mij, Ik zegende hen nogmaals en liet de nog altijd zichtbare Rafaël gaan, die als een machtige bliksem omhoogschoot, de eeuwige ruimte in; de Romeinen schrokken daarvan en keken lange tijd naar boven, of ze zijn gestalte misschien in het oog konden krijgen, wat nu echter niet meer mogelijk was.
Hoofdstuk 32: Het gebed van de Heer. De Heer in de bergstad Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarom zouden de mensen naar mijn menselijk verstandelijke mening niet alleen Uw zeer wijze en waarachtige leer moeten ontvangen, maar ook te horen krijgen dat die leer niet zoals in de oertijd uit de mond van een wijs mens is gekomen, maar direct uit de mond van God, die overeenkomstig Zijn eeuwige raadsbesluit de menselijke natuur en gestalte lichamelijk heeft aangenomen; maar tevens dat deze daden, die alleen God kan doen en waar duizenden getuigen borg voor kunnen staan, meer dan overduidelijk hebben bewezen dat hij geen mens, maar naar volle en onbetwistbare waarheid de enig ware God Zelf was!
Hoofdstuk 45: De tegenwerpingen van de onderaanvoerder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Toen ontstond er uit de zwarte nevel een uiterst ruwe gestalte van een man, zichtbaar voor allen die aanwezig waren. De gestalte was echter even bruinzwart als die van een Moor en droeg op zijn arm een gouden kalf, alsof hij daarmee wilde laten zien dat dat nog steeds zijn God en zijn liefde was.
Hoofdstuk 53: De Heer vermaant de aanvoerder van de uitgedreven geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Toen begon de gestalte te bewegen en te kronkelen, en bracht tenslotte de woorden uit: 'Heer, waarom laat U ons niet ongestoord genieten van datgene wat onze liefde wil? We hebben U toch nooit gevraagd om ons te scheppen en dan naar Uw believen duizenden jaren en hele eeuwigheden lang te kwellen! Maar nu U ons zonder dat wij dat wilden eenmaal hebt geschapen en ons ook een liefde en een vrije wil hebt ingeademd -waarom straft U ons dan, als wij volgens onze liefde en onze wil handelen?'
Hoofdstuk 53: De Heer vermaant de aanvoerder van de uitgedreven geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik zei: 'Wat de tijd van de koning van Salem betreft: Hij was er al eeuwig vóór enig schepsel en derhalve ook eerder dan Noach. Wat echter de aardse tijd betreft waarin Hijzelf in de gestalte en persoonlijkheid van een engel uit de hemelen de mensen over Zichzelf en over hun bestemming onderwees: Hij was er al van tijd tot tijd tijdens het leven van Noach en sprak met hem, maar een werkelijk koning en priesterschap werd pas ingesteld een paar d honderd jaar nadat Noach de ark had verlaten, en die tijd hebben Noach zelf ~ en zijn drie zonen nog meegemaakt. In die tijd was de aarde alweer dichtbevolkt, en de vele stamvaders van kleine volken voerden de titel koning, brachten ieder jaar hun offers naar Salem en werden door de Koning onderwezen.
Hoofdstuk 60: Uit de tijd van de koning van Salem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De commandant gaf ook in kort bestek zo begrijpelijk mogelijk een uiteenzetting over de ware gestalte van de aarde, de aard van haar beweging en haar omvang, evenals van de maan, de zon, de planeten en de overige sterren, en degenen die zo onderricht werden waren daar zeer verheugd over.
Hoofdstuk 89: De dank van de priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Dit verschijnsel verdoofde de Romeinen, en ze vroegen Mij of Ik de hemel voor hun nog te onwaardige ogen weer wilde sluiten. Ik sloot dan ook onmiddellijk hun innerlijke gezicht, en zij zagen geen engelen op lichte wolken meer; maar naast Mij zagen ze Rafaël in zijn bekende gestalte van een jongeman, gehuld in vlees en bloed.
Hoofdstuk 116: De geestelijke omgeving van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik wil jullie dan ook in die natuurlijke dingen een waar licht geven. Maar zonder aanschouwelijke hulpmiddelen gaat dat natuurlijk niet goed, en daarom zal Ik nu vanuit Mijn alvermogende macht zulke hulpmiddelen voor jullie scheppen en jullie dan de gestalte van de aarde en haar beweging de maan de zon, de dwaalsterren* (* Andere benaming voor de planeten.) alsook de vaste sterren en ook de andere verschijnselen aan de hemel, in de lucht, in het water en op en in de aarde tonen. Let nu dus allemaal goed op wat jullie gaan zien en hoe al die dingen jullie uitgelegd worden!'
Hoofdstuk 129: Ter bestrijding van het bijgeloof verklaart de Heer de kosmos - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Als de natuur in de gestalte van een mens nu eenmaal koste wat kost een denkend en zich van zichzelf bewust wezen op deze aarde heeft willen hebben, met de bedoeling dat dit wezen zijn Schepper zou leren kennen, Hem loven en de eer geven; dan zou zij of die Schepper voor de mens de voorziening moeten treffen, dat de mens het in zijn denken minstens zover gebracht zou hebben als ik; hij zou dan een onverwoestbare standvastigheid hebben moeten aannemen en daarin even wijs, sterk en gezond moeten voortbestaan als de aarde in al haar voornaamste delen weinig veranderd voortbestaat, evenals de maan, de zon en de overige sterren.
Hoofdstuk 169: De materialistische kritiek van de opperstadsrechter op de ontwikkeling van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...