Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2373 resultaten - Pagina 16 van 159

...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...
[3] Maar tenslotte zegt de OVERSTE: "Maar vertel me nu toch eens, wat dan heel precies de reden geweest mag zijn, dat hij het na alles wat ik tot op heden van hem en over hem gehoord heb, niet aandurfde om hier te blijven? Want het zou heel wat anders geweest zijn als hij vanwege zijn allerhoogste roeping voor een poos ergens heen zou hebben moeten gaan, maar het lijkt erop alsof hij alleen uit angst voor Herodes gegaan is! Maar een man als hij, die, voor zover mij nu over Hem verteld is, hemel en aarde gehoorzamen, die daarbij nog de Romeinse opperstadhouder tot zijn intiemste vrienden telt, zou toch duidelijk nooit redenen hebben om voor de zwakke pachtkoning van Jeruzalem op de vlucht te gaan!
Hoofdstuk 91: De dreiging van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Toen de leerlingen dat deden, zei Ik tegen het volk, dat iedereen op het gras moest gaan zitten, nam vervolgens de vijf broden en de twee vissen, sloeg Mijn ogen op naar de hemel en dankte de Vader, brak toen de broden in stukken en gaf deze aan de leerlingen, en die gaven ze aan het volk. (Matth. 14:19) De beide vissen en wat brood bleven dit keer voor de leerlingen over .
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Mijn God, als Hij, aan wie hemel en aarde gehoorzamen, van ons af zou willen, dan kostte Hem dat toch slechts een ademtocht en dan stonden wij aan het andere eind van de wereld, net zoals Hij ongeveer drie weken of hoogstens een maand geleden in het hooggebergte van Kis, dat we hiervandaan nog goed kunnen zien, ook slechts een ademtocht nodig had en daar maakten wij een bliksemsnelle reis door de lucht en waren in een ogenblik bij Hem op de berg! -Beste Judas, kom alsjeblieft bij mij niet aan met zulke belachelijk domme gedachten over Hem, want daarmee geef je steeds een bewijs van je ongeloof!"
Hoofdstuk 96: De leerlingen op de stormachtige zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Toen werd ik voor het eten uitgenodigd, en we gingen aan een lange tafel zonder eten zitten. De overste sprak in een vreemde taal een gebed, keek naar de hemel en wij volgden allen zijn voorbeeld. Toen klonk er opeens een gedreun alsof het plafond van de kamer instortte en zie daar , ik noch wie dan ook merkte hoe het gebeurd was, -we zaten nog wel aan dezelfde tafel, maar die was nu niet meer leeg, maar vol met uitgelezen spijzen en dranken, goed voor een koninklijke avondmaaltijd! Na het avondmaal keek ik nog een keer naar de berg, die gedurende de nacht in een paleis omgetoverd zou worden, en ging toen volgens de regels der Essenen in een afgezonderd vertrek slapen.
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] ANDRÉAS zei: "Mijn hemel, het is Jezus, onze Heer en Meester!"
Hoofdstuk 101: Petrus loopt op de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Overigens was het zeer goed dat broeder Bartholoméus speciaal Judas de ogen geopend heeft over de aard van de Essenen. Het zal hem weliswaar niet veel baten, maar de anderen des te meer! Want Judas voelt zich heimelijk thuis bij zulke illusies en denkt: 'Als Jezus mij niet inwijd in die geheimen, dan ga ik naar de Essenen!' -Want hij is en blijft een vrek, en tien pond goud zijn hem liever dan de grootste waarheid uit de hemel met daarbij nog het eeuwige leven! Als Herodes hem nu een goed aanbod doet, dan verraad en verkoopt hij ons allemaal! Deze aarde zal hem heel moeilijk ooit kunnen verbeteren!
Hoofdstuk 102: Aankomst in de vrije stad Genezareth. In Genezareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar jullie hadden op jullie schip, dat gedurende deze nacht door een zeer krachtige storm geteisterd werd, de onverwoestbare schatten voor geest en leven uit God geladen, -en zie, met al zijn onstuimige geweld was de orkaan niet in staat jullie in de afgrond te slingeren! En daarom kwam Ik te voet over de bruisende golven naar jullie toe, om jullie door de daad te tonen dat hij, die alleen de eeuwige schatten van de hemel bij zich draagt, zich gemakkelijk boven alle helse stormen en golven van het wereldgebeuren verheft en zonder schade te lijden daarover kan wandelen en uiteindelijk toch meester is en blijft van alle moeiten der wereld.
Hoofdstuk 102: Aankomst in de vrije stad Genezareth. In Genezareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Heel kort wil ik u daarmee slechts zeggen, dat uw geneeskunst, hoe buitengewoon deze ook is en tot hoeveel dank zij ons ook verplicht, mij toch niet ten volle kan overtuigen dat daarom iedere andere macht van hemel en aarde u niets zou kunnen doen! Ik wil over de mogelijkheid niet met u twisten, -bij God moeten alle dingen mogelijk zijn; maar vriend, er is een grote kloof tussen de mogelijkheid en de werkelijkheid! Als ik u beter zal leren kennen, zal ik misschien ook vaster geloven.
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De HOOFDMAN zegt: "Ja, heer en meester, u moet een God zijn! En nu schijnt onze Romeinse godenleer niet meer zo fantasierijk als voorheen, want door u wordt mijn overtuiging weer levend, dat er zo nu en dan toch een god zijn hemel heeft verlaten, en zich enige tijd dan weer zus en dan weer zo aan de sterfelijke kinderen vertoond heeft en ze met allerlei geestelijke en aardse schatten heeft verrijkt, opdat de sterfelijken de anders woeste aarde zo zouden bebouwen dat zij eenmaal ook een woonplaats voor onsterfelijke goden zou worden! -Heb ik gelijk of niet?"
Hoofdstuk 109: Het verschil tussen een profeet en de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] BARTHOLOMÉUS zegt: "Dat is haast belachelijk, en ik heb deze kunstmatige maan met vijftig andere sterke mannen heel vaak op een verschrikkelijk lange stang vanuit de erker van de burcht in een schuine stand in de lucht naar buiten moeten houden! De maan zelf bestaat uit een ronde zeef van ongeveer twee spannen breedte, die aan beide zijden met wit perkament is overtrokken. De zeef heeft een doorsnede van tien royale handbreedtes en is inwendig, dat wil zeggen tussen de beide perkamentdeksels -en wel in het midden van de cirkel -voorzien van vier olielampen, die als ze branden binnen de twee perkamentdeksels veel licht geven. De naar de burcht toegekeerde zijde is met tamelijk grote zeer zwarte letters in drie talen beschreven. Als een vreemde nu snel naar een bepaald venster gebracht wordt, ziet hij schijnbaar de beschreven volle maan aan de hemel, die zoals reeds gezegd, door vijftig sterke mensen schuin boven, hoog in de lucht wordt gehouden op een ongeveer twaalf klafter lange stang, die door de vreemden vanuit het bepaalde venster niet kan worden gezien. -Nu, wat vindt je van die volle maan?"
Hoofdstuk 98: Het bedrog van de Esseense wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] IK zeg: "Ik vind je een echt brave man en vriend, en wat je gezegd hebt is Jammer genoeg maar al te waar. Als Ik een mens zou zijn van de soort zoals de aardse mensen zijn, dan zou Ik jouw raad ook zonder meer opvolgen, want in jouw borst klopt een rechtschapen mannenhart, maar Ik ben een heel ander mens en een heel ander wezen dan waarvoor jij Mij houdt! Kijk, alle machten des hemels en van deze aarde moeten Mij gehoorzamen, en daarom heb Ik niets te vrezen. Wel zal de Schrift bitter en smartelijk aan Mij vervuld worden, maar niet volgens de wil van deze wereld, maar volgens de wil van de Vader in de hemel, die nu echter in Mij is, zoals Ik eeuwig in Hem ben! Maar terwille daarvan zal Mijn macht over hemel en aarde niet het geringste inboeten. Want als Ik het zou willen, dan zou deze aarde in een oogwenk veranderen in een nietig stofje tesamen met alles wat in en op haar is, ademt, leeft en beweegt, maar omdat Mijn fundament 'behoud' heet, gebeurt dat niet!
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Maar IK beval hen op te staan en zei tegen hen: "Luister, dat alles is voor God en Mij niet nodig, het enig ware gebed is de oprechte liefde tot God, de Vader in de hemel en eveneens tot de medemensen, jullie naasten. Alle andere gebeden hebben voor God geen waarde en voor Mij ook niet.
Hoofdstuk 111: Het echte gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Maar IK zeg daarop tegen Ebahl: "Vriend, waarom stuur je ze weg? Weet je, het is wel juist om strenge en goede huisregels voor de kinderen aan te houden, en het is zeer te prijzen om de meisjes voor de wereld te bewaren, maar kijk, hier, waar Ik ben, is geen met gevaar dreigende wereld, maar alleen een hemel vol met zegeningen, en die moet je je kinderen niet misgunnen!"
Hoofdstuk 112: Huisregels en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Oh, nu bent U er en Ik heb U en -o wat een onbeschrijfelijke hemelse vreugde! - ik mag U liefhebben en U heeft mij ook lief. Oh, nu zouden zelfs de volmaaktste engelen in de hemel niet gelukkiger kunnen zijn dan ik ben! -Maar U mag ons nu ook nooit meer verlaten, want dan zou ik zeker van te groot verdriet moeten sterven!"
Hoofdstuk 114: De gebeden van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] JARAH kijkt nu met haar mooie hemelsblauwe ogen naar boven en ziet stralend van verrukking en vervoering de diepten van de voor haar ogen geopende hemel. Pas na een tamelijk lange pauze begint ze met een hemels zuivere en zachte stem meer stamelend dan sprekend het volgende te uiten: " Ah, ah, ah, o grote heilige God! Wat zie ik nu eindeloos onbeschrijfelijk betoverende dingen! De onafzienbaar grote hemelen zijn vol heilige engelen! O hoe gelukkig moeten zij zijn! Maar de arme Jarah is toch gelukkiger! Want de eeuwige troon in het grote midden van de oneindige ruime hemelen is leeg en de talloze scharen engelen op zonlichte wolken knielen en roepen voortdurend: 'Heilig is Hij, wiens troon hier staat! O verheugt u gij eeuwigheden, weldra zal Hij op de aarde het nooit te beschrijven grote werk volbracht hebben en komen en deze troon van de heerlijkheid Gods in bezit nemen!'. Hij, Die alleen het eeuwige recht heeft om daarop te zitten, zit nu als mens hier bij de arme Jarah! Oh, loof en prijs Hem daarom, want de eeuwige troon van alle goddelijke macht en heerlijkheid is van Hem!"
Hoofdstuk 115: Jarah ziet de geopende hemel.(17.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29  ...