Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6808 resultaten - Pagina 17 van 454

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[1] Als dus het inzicht van de mens de liefde aan alle kanten omgeeft, en daarbij meer en meer verlicht en verwarmd wordt door het vuur van de liefde, dat het steeds meer voeding geeft, dan wordt de mens ook in alles steeds energieker en tot daden bereid.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Onder deze omstandigheden komt God weer tot de mensen, natuurlijk - dat begrijpt u wel - geestelijk, en Hij, als de eeuwige liefde, zegt tegen de liefde in het hart van de mens: 'Laat de aarde nu alle soorten zelfbestuivende grassen en kruiden voortbrengen, en allerlei soorten bomen en struiken, die ieder naar eigen aard vruchten dragen en zichzelf uitzaaien op aarde!'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dit gebod van God in het hart geeft de mens dan een standvastige wil, sterkte en moed en hij gaat aan het werk.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] En zie! Zijn juiste inzichten stijgen als met regen beladen wolken op boven de aan banden gelegde zee, en trekken over de droge aarde die ze bevochtigen en vruchtbaar maken. En de aarde wordt groen, brengt allerlei grassen en kruiden met zaden voort en allerlei bomen en struiken met hun zaden. Dit betekent, dat de liefde in het hart van de mens aanstonds verlangt en wil wat het ware door hemelse wijsheid verlichte verstand nu goed en waarachtig vindt.
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] De door het licht uit de hemel tot de juiste kennis gebrachte oorspronkelijke avond van de mens, wordt zo de aanleiding voor de werken die daarop moeten volgen; en dit is de derde dag van de ontwikkeling van het hart en de gehele geestelijke mens. Om deze geestelijke mens gaat het, daarvoor zijn Mozes en alle andere profeten van God in deze wereld gekomen, net als Ik nu Zelf! Naar Ik meen is dit onderwerp nu toch wel duidelijk genoeg voor u!?'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Nu is de vraag: Waar ligt de sleutel, waar de verklaring die duidelijk aangeeft dat de vierde dag alleen betrekking heeft op de mens!'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Wel, al die verschillen, die u bij het lichamelijke zien van de mens tegenkomt, vindt u bij het geestelijke zien net zo en nog veel gevarieerder. En zo, heeft ook u een groot gezichtsgebrek en dat is geestelijk veel groter dan lichamelijk. Laat Ik u zeggen, dat uw ziel buitengewoon bijziend is!'
Hoofdstuk 159: De derde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Zolang de mens een schepsel is, is hij tijdelijk en vergankelijk en kan niet blijven bestaan; want ieder mens is als natuurlijk schepsel slechts een bruikbaar vat ten nutte van de echte mens, die zich daarin met voortdurende hulp van God kan ontwikkelen.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Als -- het buitenste vat voldoende ontwikkeld is, waartoe God het overvloedig voorziet van alle nodige bestanddelen en eigenschappen, dan wekt of liever ontwikkelt God Zijn ongeschapen eeuwige geest in het hart van de mens. De kracht van deze geest wordt door Mozes bedoeld, als--hij spreekt over de twee grote lichten die aan het uitspansel geplaatst worden en dat hebben alle aartsvaders en profeten ook altijd zo bedoeld.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Het uitspansel dat Mozes bedoelt, is de vaste wil volgens de ordening van God, die voortkomt uit het juiste begrip en uit de liefde, die het gezegende aardrijk des levens is. Deze wil kan slechts voortkomen uit de vruchten schenkende volheid van de echte liefde tot God in het mensenhart, die ontstond uit het hemelse licht dat God in de mens liet stromen toen Hij zijn innerlijke duisternis verdeelde in avond en morgen. Deze echte liefde tesamen met het juiste inzicht en het ware verstand, hetgeen zich in de mens uit als een levend geloof, is de hemel in de mens. En de daaruit ontsproten vaste wil om te voldoen aan Gods orde is het uitspansel in de mens. En aan zo 'n uitspansel geeft God, als dat geheel overeenstemt met Zijn liefdevolle wil, nieuwe lichten uit de hemel der hemelen, ofwel de zuivere vaderliefde in het hart van God. En de lichten verlichten dan de wil en maken dat deze het inzicht krijgt van de engelen en verheffen daardoor de geschapen mens tot het ongeschapen Kind van God, dat zich door de eigen vrije wil nu aangepast heeft aan de goddelijke ordening!'
Hoofdstuk 160: De vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dit ongeschapen eeuwig levende licht aan het uitspansel in de mens is vanaf dat moment het enige dat leiding geeft aan de echte dag in de mens, en deze leert het vroegere vat om zich geheel om te vormen naar zijn eeuwig ongeschapen goddelijk wezen en zo de hele mens tot een Kind van God te maken.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Maar ieder geschapen mens heeft een levende ziel, die ook een geest is en de nodige bekwaamheid heeft om goed en echt en kwaad en onecht te onderscheiden en ook om zich het goede en echte eigen te maken en het kwade en 'onechte uit zich te bannen; maar de ziel is desondanks geen ongeschapen, maar een geschapen geest en kan daarom op zichzelf nooit het kindschap van God verkrijgen.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Wel, dat is dan de vierde scheppingsdag waarover Mozes in zijn Genesis spreekt. Net als de vorige drie is deze, zoals wel te begrijpen is, ontstaan uit dezelfde avond en ochtend van de mens.
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Het zuiver goddelijke, ofwel de ongeschapen geest, van God, die nu voor eeuwig zijn plaats inneemt aan zo'n uitspansel is het grote licht; maar de ziel van de mens, die door het grote licht omgevormd wordt tot een bijna even groot licht, is het tweede kleinere licht, dat nu echter net als het ongeschapen grote licht aan hetzelfde uitspansel wordt geplaatst en door het ongeschapen licht omgevormd wordt tot een eveneens ongeschapen licht, waarbij het in geheel geestelijk gelouterde zin. veel wint, zonder van zijn natuurlijke aard iets te verliezen. Want de ziel van de mens zou op zichzelf nooit God in Zijn zuivere geestelijke Wezen kunne.n zien, en omgekeerd zou de zuivere ongeschapen Geest van God nooit het natuurlijke .kunnen zien, omdat voor deze Geest het natuurlijke en materiƫle niet bestaat. Maar in de bovengenoemde algehele verbinding van de zuivere geest met de ziel, kan de ziel door de nieuwe geest die zij krijgt God zien in Zijn oorspronkelijke zuivere wezen, en de Geest kan dan door de ziel het natuurlijke zien,
Hoofdstuk 161: Vervolg van de vierde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] 'Om te voorkomen dat u Mij nu in dit opzicht verder nog vragen zult stellen over hoe het dan met de vijfde en zesde scheppingsdag staat, zeg Ik u hierbij kortheidshalve, dat de daarop volgende schepping van de gehele dierenwereld en tenslotte van de mens zelf, alleen maar betrekking heeft op het geheel tot leven komen en de zekere verwerkelijking van alles wat de mens van nature in zich heeft.
Hoofdstuk 162: De vijfde en zesde scheppingsdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...