Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1654 resultaten - Pagina 17 van 111

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...
[6] Maar na de Leeuw zien wij de 'Maagd' komen, dat lijkt toch niet zo erg bij het vorige te passen?! O ja, het hoort er vanzelfsprekend helemaal bij! Als de leeuwentijd voorbij was, waren de voornaamste jaarlijkse ongemakken in zekere zin ten einde en men liet de teugels wat vieren. Men organiseerde feesten, die vooral gericht waren op het geven van geschenken aan rechtschapen, zedelijk reine maagden, om ze daardoor aan te sporen op deze weg verder te gaan. Ook werden in deze tijd de huwelijken gesloten, waarbij slechts rein bevonden maagden als vrouw genomen konden worden. Een jonge vrouw, die haar maagdelijkheid niet goed bewaard had, werd van het huwelijk uitgesloten en kon in het gunstigste geval slechts een concubine worden van een man, die al één of meer wettige vrouwen had, -anders bleef er voor haar slechts de verachte en nederige slavenstand over. Daardoor kreeg deze periode ook weer een belangrijke betekenis, en omdat er omstreeks deze tijd weer een aardig sterrenbeeld van de zodiak boven de zon kwam te staan, noemde men dat de 'Maagd'. Maar een paar jaar geleden gaven de ijdele Romeinen ter ere van hun keizer Augustus deze periode ook de naam van de keizer. -En zo weet je, lieve Helena, nu ook hoe er na de Leeuw een Maagd tussen de sterren terecht kwam. -Maar nu verder!
Hoofdstuk 104: Het zevende, achtste en negende teken van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Zoals de wijzen deze kring en zijn beelden op juiste wijze benoemden, zo benoemden zij ook vele andere sterrenbeelden, hoewel niet alle, en zij waren ook de eerste ontdekkers van de jou bekende planeten, uitgezonderd de maan en de zon. Deze laatste is, zeker voor onze aarde, natuurlijk geen planeet, omdat de zon niet om de aarde, maar de andere planeten en de aarde zich in verschillende tijdsbestekken om de zon bewegen. Dat heeft echter niets te maken met de dagelijkse, schijnbare omlooptijd, die ontstaat door de eigen draaiing van de aarde om haar as maar het heeft te maken met de omlooptijd van de aarde om de zon in een jaar, terwijl Venus en de zelden zichtbare Mercurius kortere en Mars, Jupiter en Saturnus langere omlooptijden hebben dan de aarde.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Nee, men moet de mensen uit het volk, die er wat meer voor openstaan, benaderen en Mathaël's manier gebruiken om tegen het heidendom te prediken en dan bestaat er, met Gods genade, binnen hoogstens honderd jaar geen afgodentempel meer!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] THOMAS zegt: "Je denkt nu zeker dat je een grote profetie gedaan hebt en dat wij dat zonder jou niet zouden weten?! Je bent toch wel, ondanks alle grote, wijze woorden die je nu al meer dan een half jaar gehoord hebt, een arme, domme sukkel!
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] JARAH zegt: "O ja, voor zover een meisje van veertien jaar zulke geestelijke zaken kan begrijpen! Achter dat, wat U nu tegen mij hebt gezegd, kunnen nog best eindeloze diepten verborgen liggen die mijn hart nog lang niet kan doorgronden. Maar wat voor de korte tijdsduur van het aardse leven zinvol kan worden begrepen, denk ik wel begrepen te hebben en U, o Heer, zal het begrip van mijn hart zeker niet te schande laten worden. Maar onze lieve Helena is nu vast ingeslapen en ik zal dus niet veel met haar kunnen spreken!"
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ook geloofde een bepaalde sekte van de Joden dat de zon, ter eeuwige nagedachtenis van de dag der algehele verovering van Jericho, iedere honderd jaar op die dag langer aan de hemel bleef staan zonder enige verdere, nadelige gevolgen voor de aarde. Die Farizeeën waren dus ook vrijwel niet bang voor de gebeurtenis die had plaatsgevonden.
Hoofdstuk 115: De gevolgen van de natuurverschijnselen in Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] CYRENIUS zegt: "En ik zeg je, dat je de Scythen die je onderdanen worden tot je eigen volk kunt rekenen! Als je dat in het geheim aan Rome wilt meedelen, zal je daarvoor gedurende tien opeenvolgende jaren het betalen van de leengelden voor je gehele, grote land kwijtgescholden worden en aan je nakomelingen zal het algehele erfrecht worden gegeven. Verder zal na beëindiging van de volle dertig jaar je land niet aan de meestbiedende overgedaan worden. De bevestiging van alles wat ik je nu heb gezegd, zul je morgen al op perkament voor altijd van mij ontvangen. Slechts een vreemde, van buiten komende vijand zou het je nog kunnen ontnemen, maar wat Rome betreft is het voor altijd je eigendom."
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Kijk eens naar Mathaël! Hij is nu door jouw vader benoemd tot vicekoning en als zodanig door Cyrenius en Mij bevestigd. Hij is een nog jonge man van nauwelijks achtentwintig jaar, zou je hem wel als echtgenoot willen hebben?"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Met het oude priesterdom moet dus heel anders te werk worden gegaan en het volk moet op zo'n geweldige verandering voorbereid worden zonder dat het er erg in heeft en wij kunnen van veel geluk spreken als wij over tien jaar het zover hebben gebracht, dat het volk over geestelijke zaken wil spreken!
Hoofdstuk 125: Ouran toont aan dat Helena's vrees ongegrond is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Het is waar dat men zich hier heel vreemd en anders moet voelen dan een kind thuis bij zijn loze speelgoed, maar daar staat tegenover dat we ons nu ook in een heel merkwaardige levensschool bevinden! Wanneer een kind voor het eerst op school komt, zal het zich ook zeker niet zo op zijn gemak voelen als bij zijn speelgoed in het ouderlijk huis, maar als het de school een jaar lang bezoekt, zal het zich daarin ook net zo vertrouwd voelen als thuis bij zijn speelgoed.
Hoofdstuk 128: Micha over de lichamelijke aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Laten we maar geduld hebben! Vandaag weten we dit, morgen zullen we zeker meer weten en binnen een jaar zouden we wel eens veel meer kunnen weten dan nu aan het begin van onze geestelijke ontwikkeling, waarin we echter toch al veel verder gevorderd zijn dan Mozes en alle beroemde profeten vóór ons. Die hebben in hun heiligste visioenen nauwelijks geestelijk vermoed en vervolgens in heel mystieke woorden en tekens opgeschreven, wat wij zonder enige mystiek kunnen betasten. Als we ons dat nu levendig voor ogen houden, zullen wij ons meteen veel minder ongemakkelijk voelen dan Saul zich eens bij de profeten voelde!"
Hoofdstuk 128: Micha over de lichamelijke aanwezigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] RAPHAËL zegt: "Kijk, kijk, wat jij niet allemaal weet! Ook al zou ik nooit een lichaam hebben gehad, dan ken ik toch beter het lichaam en ieder vezeltje daarin, dan jij ondanks alle ijver in duizend jaar zou kunnen leren!
Hoofdstuk 130: Het werken der engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De afstand van ons tot de zon, die mijn vrije ziel precies kan afmeten, is al iets ontzettends. Een afgeschoten pijl zou bij gelijkblijvende snelheid meer dan vijftig jaar moeten vliegen eer hij de zon bereikte. Maar naar het gevoel van mijn ziel, dat weliswaar niet volkomen betrouwbaar is, is de dichtstbijzijnde vaste ster al tienmaal honderdduizend maal verder van ons verwijderd dan de zon en een afgeschoten pijl zou daar tienhonderdduizend maal vijftig jaar over doen! Als een mens echter zo snel zou gaan als een pas afgeschoten pijl, zou de weerstand van de lucht hem ogenblikkelijk verscheuren, maar wat zou er dan wel met hem gebeuren als hij in een paar ogenblikken die ontzettende afstand aflegde?! Wat zou er dan van zijn vlees en bloed overblijven?!
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL zegt: "Jij hebt gelijk, maar de beide anderen ook, want het is een heel persoonlijke kwestie! Jij en Micha komen wat jullie zielen betreft van een lichte ster. De beide anderen zijn kinderen van deze aarde, maar met dezelfde rechten op de liefde en genade van de Heer als jullie! Jullie zielen stonden reeds vanaf het oerbegin dichter bij het zuiver geestelijke dan de zielen van Rob en Boz en daarom valt het niet te verwonderen dat zij hier, waar zij zich zo dicht bij het zuiver geestelijke bevinden, zich vreemder en onprettiger voelen dan wij, die al vanaf het oerbegin dichter bij het geestelijke stonden dan zij. Langzaam maar zeker zullen zij zich ook meer thuis gaan voelen en dat gebeurt nu al, maar een dag kan niet hetzelfde te weeg brengen als een jaar. Over een jaar als hun geest meer en meer één wordt met hun ziel, zullen zij zich heel anders voelen en zullen zij heel anders praten dan nu. -Begrijp je die wijsheid?
Hoofdstuk 129: Mathaël geeft verdere uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Deze zult u ons des te eerder naar recht en billijkheid ten goede laten komen, omdat wij ten eerste geheel en al Romeinse onderdanen zijn, net als de moedwillige heidenen. Ten tweede echter omdat wij als priesters en dienaars van de enig ware god, die Rome welgezind zijn, het volk meer sympathie voor de keizer bij kunnen brengen, dan duizenden zwaarden en lansen. Zouden wij echter ooit tégen Rome zijn, dan brengen onze tongen in een paar uur meer tot stand dan honderdduizend soldaten in een jaar. Hier wast de ene hand de andere.
Hoofdstuk 135: Gesprek met de orthodoxe Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30  ...